GenBronnen

maas

Latijn on-line - letters V-X-Z


►  Aa ~ Bb ~ Cc ~ Dd ~ Ee ~ Ff ~ Gg ~ Hh ~ Ii ~ Jj-Kk ~ Ll ~ Mm ~ Nn ~ Oo ~ Pp ~ Qq ~ Rr ~ Ss ~ Tt ~ Uu ~ Vv-Xx-Zz

 

- - - - - - -

 

v. - verso; vidimus

v.g. - vicarius generalis

vid - vide

vso - verso

 

- - - - - - -

 

vacca - koe

vagabundus [vrw. -a] - zwervend, zwerver

vaginarum confector - wapenschedenmaker

vagus - zwervend, zwerver

valde - zeer

valde antiqua - heel oud

valent - zijn waard

valet - is waard

valvarius - portier, deurwachter, huisbewaarder

varii - diverse

vascularius - kuiper, maker van vaten en tonnen

vector - voerman, koetsier, bevrachter, schipper

vedova - weduwe

vedovus - weduwnaar

vegesimo - zie vicesimus

vel - of, ofwel

venator - jager

venditor - verkoper, slijter, handelaar, koopman

veneris dies - vrijdag

venia aetatis - meerderjarigheidsverklaring

venit - komt, kwam

verbatim et litteratim - woord voor woord en letter voor letter, woordelijk en letterlijk

vero - waarachtig, echter, wettig, waar, waarlijk

verso [folio] - op de achterkant van het blad

versus - naar, tegen, achterkant

verus - waar, echt, authentiek

verus matricularius - titelvoerende koster

vesper - avond

vesperi - 's avonds

vespertinus - van de avond, tot de avond behorend

vespillo - lijkdrager

vestifex - kleermaker

veteris - oud

vetula - oude, bejaarde vrouw

vetulus - oude, bejaarde man

vetus - oud, bejaard

vexillarius - vaandeldrager, kornet [aspirant officier]

vexillifer - vaandeldrager

vi - krachtens, met kracht

vi rubris sigilli - door de kracht van het rode zegel [zie ook rubro sigillo]

viaticum - reisgeld, laatste oliesel, avondmaal

vibrellator - kanonnier, artillerist

vicarius - plaatsvervanger, plaatsvervangend

vice - in plaats van

vice pastore - als plaatsvervanger van de pastoor

vicecomes - burggraaf, edelman

vicecomitissa - burggravin, edelvrouw

vicecommendator - plaatsvervangend officier

vicedecurio - onderkorporaal

vicenarius - twintigjarige, twintiger

vicesimo - op de twintigste, met de twintigste

vicesimus - twintigste

vicies - twintigmaal

vicinus - naburig, aangrenzend, buurman

vico - in de wijk, in de buurt, in het gehucht, op straat

vicus - wijk, buurt, gehucht, straat

vide - zie

videatur - men kan zien, men ziet

videbatur - hij scheen, hij leek

videlicet - te weten, namelijk

videre [zie vis]

vidimus - [lett. wij hebben het gezien een] akte

vidua - weduwe

viduam relinquens - als weduwe achterlatende

viduatum - tot weduwe/weduwnaar gemaakt

viduatus - weduw[naar]schap

viduitas - weduw[naar]schap, weduw[naar]staat

viduitatis - van het weduw[naar]schap, van de weduw[naar]staat

viduum relinquens - als weduwnaar achterlatende

viduus - weduwnaar

vietor - kuiper, maker van tonnen en vaten

vigesimus - twintigste

viginti - twintig

vigore rubri sigilli - krachtens het rode zegel [tegen betaling kon vrijstelling van de huwelijksafkondigingen worden verkregen, zie ook rubro sigillo]

villa - pachtgoed, boerderij, gehucht, dorp

villica - pachteres

villicus - pachter

villicus maior - pachter

viminarus - mandenmaker

vir - echtgenoot, man

virgina - maagd, ongehuwde vrouw

virgineus [vrw. -a] - maagdelijk

virginis - van de maagd, van de ongehuwde vrouw, van de non

virginitas - maagdelijkheid

virginitatis - van de maagdelijkheid

virgo - maagd, ongetrouwde vrouw, non

virgulator - bezembinder

virguncula - juffertje, meisje

viri - van de man, van de echtgenoot

viribus exhaustus - uitgeput van krachten

virtuosus - deugdvol

vis [= videre] - met moeite

visis litteris - gezien de brieven

visum repertum - schriftelijk verslag van een onderzoek

vitam cum morte commutavit - heeft het leven met de dood verwisseld

vitor - [manden]vlechter

vitriarius - glazenmaker, glasblazer

vitriator - glazenmaker, glasblazer

vitricus [vrw. -a] - kerkvader, schatbewaarder, schoonvader/-moeder, stiefvader/-moeder

vitrifactor - glazenmaker, glasblazer

vitrifex - glazenmaker, glasblazer

vitripictor - glasschilder

vivens - levend, levend van, in zijn onderhoud voorzienend met

viverit [dum-] - in zijn/haar leven, tijdens zijn/haar leven

vixit - zo juist, pas, nauwelijks

vocatur - wordt genoemd

volento deo - als God wil

vomitus - het braken

voti - van de gelofte, van de huwelijksbelofte, van de verloving, van de zegenwens, van de stemming, van de rechterlijke beslissing

votum - gelofte, huwelijksbelofte, verloving, zegenwens, stemming, rechterlijke beslissing

vulgo - bijgenaamd, gewoonlijk, in de volksmond

vulgo dicto - in de volksmond, in de volkstaal, gewoonlijk geheten

vulgo vocatus - in de volksmond

 

- - - - - - -

 

x - cijfer 10, ook een merk teken

xi - cijfer 11 [enzovoorts]

 

- - - - - - -

 

zelus - naijver