GenBronnen

maas

Latijn on-line - letter I


►  Aa ~ Bb ~ Cc ~ Dd ~ Ee ~ Ff ~ Gg ~ Hh ~ Ii ~ Jj-Kk ~ Ll ~ Mm ~ Nn ~ Oo ~ Pp ~ Qq ~ Rr ~ Ss ~ Tt ~ Uu ~ Vv-Xx-Zz

 

- - - - - - -

 

nb: voor woorden met een i als j klank zie j


ib. - ibidem

ibid. - ibidem

i.c. - iuris consultis, zie J

id. - idem

i.e. - id est

ill. - illustrissima

in dno obiit - in domino obiit

i.u.b. - iuris utriusque bacealaureus, zie J

i.u.d. - iuris utriusque doctor, zie J

i.u.l. - iuris utriusque licentiatus, zie J

iuv. - iuvenis, zie J

 

- - - - - - -

 

ibi - daar, toen

ibidem - idem, gelijk met vorige

ictu sclopeti - door het schot van een donderbus

ictus - slag

id - dat

id est - dat is

idem [vrw. eadem] - dezelfde, hetzelfde

idemque - en dezelfde, hetzelfde

ideo - daarom

idque - en dat, en wel

igitur - derhalve, bijgevolg

ignotus - onbekend, vreemd

illa - die vrouw daar, zij daar

ille - deze daar, bij daar, die man daar

illegitimus [vrw. -a] - onwettig

illi - aan hem/haar

illius - van hem/haar

illud - dat daar, het daar

illustris - verheven, aanzienlijk [predikaat van vorsten, hoge adel en niet vorstelijke edellieden]

illustrissimus [vrw. -a] - doorluchtige, zeer verhevene

imbecillis - zwak

imbricator - dakpannenlegger, ticheldekker

impedimenta - huwelijksbeletsels, hindernissen

impedimentibus dirimentibus - terwijl er vernietigende beletsels waren

impedimentum - huwelijksbeletsel, hindernis

impedimentum dirimens - vernietigend beletsel

imperium - keizerrijk

impertiri - schenken

impetrans - eiser

implorare - afsmeken, inroepen

implorato - onder inroeping [van de rechterlijke beslissing]

impregnatio - zwangerschap

imprimus - zie imprimitus

improles - zonder kinderen

improvisa morte - door een onvoorziene dood

in - in, op, aan, bij, naar

in aeternum - voor eeuwig, [tot] in eeuwigheid

in albis [sepultus] - in het wit [begraven]

in annum sequentem - in het volgend jaar

in armis - in het leger, onder de wapenen

in articulo mortis - op het ogenblik van 't sterven

in bello - in de oorlog

in brevi - in korte tijd

in caelum abiit - is naar de hemel gegaan

in caso subiecto - in het onderhavige geval

in causa - in zijn rechtzaak

in comitatu - in het gezelschap van

in communi et ampliori fonna - in algemene en ruimere zin

in confesso - door beide partijen toegegeven

in continens - op staande voet, dadelijk

in contradictoria - in tegenspraak

in contumaciam - bij verstek

in corpore - gezamenlijk

in dato - daterende van, op datum van

in doloribus partus - in hevige pijn, in barensweeen

in domino obiit - is gestorven in de Heer

in domo propria - in zijn eigen huis

in domo sua - in zijn huis

in dorso - aan de rugzijde

in effectu - in werkelijkheid

in eodem domo - in hetzelfde huis

in extremis momentis - in de laatste ogenblikken

in extremis rebus - in de uiterste nood

infacie ecclesiae - in tegenwoordigheid van de kerkelijke gemeente, ten overstaan van de kerk

in factis - met betrekking tot de gebeurtenissen [waarover geprocedeerd wordt]

in factis contrarius - oneens ten aanzien van de gebeurtenissen

in facto - door de daad zelf, inderdaad

in festo sancti - op het feest van de heilige

in fidem - ter waarmerking

in forma - in de [rechtens vereiste] vorm

in foro - openbaar

in hoc statu - in deze toestand

in hypothesi - in de veronderstelling

in ipso tennino - op de vastgestelde dag

in itinere trajecti - op weg naar

in iudicio - op de rechtszitting

in lecto decumbens - bedlegerig

in margine - in de kantlijn, op de rand van de bladzijde

in matrimonium iuncti – [zijn] in het huwelijk verbonden

in mea absentia - in mijn afwezigheid

in natura - naakt, in goederen

in necessitate baptizatus - in nood gedoopt

in nomine - in de naam van

in nomine dei - in de naam van God

in omnibus - op alle punten

in originali - in oorspronkelijke toestand

in pace - in vrede

in partu - tijdens de bevalling

in perpetuam rei memoriam - tot voortdurende gedachtenis aan de zaak

in perpetuis - voor eeuwig

in praesentia - in tegenwoordigheid van, in aanwezigheid van

in prima instantie - in eerste instantie [bijv. bij een beroep]

in propia persona - in eigen persoon

in puerperiis - in barensnood

in puerperio - in het kraambed, bij de bevalling

in qualitate - in zijn hoedanigheid

in quantum pro accipere - [de verklaring van de tegenpartij] aanvaarden voorzover afgelegd en voorzover de inhoud aangaat

in saldo - nog schuldig, in gebreke

in scriptis - in geschrifte

in secula seculorum - tot in alle eeuwigheid

in situ - ter plaatse, in oorspronkelijke toestand

in solidum - ieder hoofdelijk aansprakelijk, elk aansprakelijk voor het geheel van de schuld

in statu tenere - [een proces] in het verloop der procedure stil doen staan

in summo gradu - in de hoogste graad

in tempore clauso - in de gesloten tijd [in de vasten- en adventstijd]

in territorio - in het stadsgebied

in usu - gebruikelijk

in viridi observantia - in levend gebruik, steeds onderhouden

in vita sua - in zijn/haar leven

in votis - gewenst

inaequali gradu - in ongelijke graad [van bloed- of aanverwantschap]

incertus [vrw. -a] - onzeker

incestriosus - in bloedschande verwekt

incestum - bloedschande, incest

incola - inwoner, ingezetene

inde - daarna, vervolgens, daar vandaan

index - bladwijzer, klapper, lijst

indignus - onwaardig

inerunt - zie inierunt

infans - kind

infans dimidii anni - kind van 1/2 jaar

infans unius mensis - kind van een maand

infantes - de kinderen

infantis - van het kind

infantium - van de kinderen

infantulus [vrw. -a] - baby, zuigeling, klein kind, kindje

infector - [kunst]schilder

inferius - later, lager

infirmitate - door een ziekte

infirmorum sacramentis - met het sacrament der zieken

infirmus - ziek, gebrekkig

inflammatione - door een ontsteking

infra - onder, beneden

infra scripto - aan de ondergetekende

infra scriptus - ondergetekende, onderschreven

inhumata est - zij is begraven

inhumatus est - hij is begraven

inierant - zij gingen aan

inierat - ging aan

inierunt - zij gingen aan

inierunt matrimonium - zij gingen een huwelijk aan

inire - aangaan, binnengaan, aanvaarden

initium - begin

initum - aangegaan, begonnen

initum matrimonium - het aangegane huwelijk

initus - aangegaan, begonnen

iniungere - opleggen

iniustus - onrechtvaardig

innocens - onschuldig, onnozel, van zijn verstand beroofd

innocentes - onnozele kinderen [= 28 december]

innocentis - van de onschuldige

innominis - zonder naam

innuptus [vrw. -a] - ongetrouwd, vrij, achteloos

inopinatum - onverwachts

inops animi - zwak van geest

inops mentis - zwak van geest

inprimitus - eerst, voornamelijk

inquilinus - bewoner

inquirere - ondervragen

inquisitio - vraag, onderzoek

insanabilis - ongeneesbaar

insania - waanzinnigheid

insanus [vrw.-a] mentis - krankzinnig

insinuatio - aanzegging, verslag, communicatie

insistere - aandringen, bij iets blijven

insolentia - onbeschaamdheid, ongepast gedrag

insolvens - niet in staat om te betalen

instantia - stap in de procedure

institor - winkelier, kramer, uitdragen, opkoper

institoris - venter, marskramer

instructio - taakomschrijving

instrumentum - akte, gereedschap, hulpmiddel

insula - eiland, huurhuis, flatgebouw, tempel

insulanus - eilandbewoner

insularius - huurder, huisbewaarder

insuper - boven, bovendien

integer [vrw. -gra] - rein, maagdelijk

integralis - geheel, compleet

integrum - rein, maagdelijk

inter - tussen

inter adstantium preces - met de gebeden der omstanders

inter alias - onder anderen, onder meer

inter locutoriam sententiam - zie ante interlocutoriam

inter vivos - onder levenden

interdum - soms

interea - ondertussen

interim - ondertussen, soms, tijdelijk

interscripto - aan de ondergetekende, voor het ondergeschrevene

interscriptus - ondergetekende, ondergeschrevene

interstitium - tijd tussen de huwelijksafkondigingen

intestat - gestorven zonder biechtvader

intestatus - zonder de biecht te zijn afgenomen gestorven

intimare - intimeren, dagvaarden, gerechtelijk dagen, aankondigen

intime - diep, zeer, dringend

intinctor - verver

intra [binnen] in inunctus - ongezalfd

inventor - uitvinder

inventus - gevonden, vondeling

investitus - pastoor

iodem - zie eodem

ipse [vrw. -a] - zelf, zijzelf, hijzelf

ipso termino - op de vastgestelde dag

ipsum - hetzelfde, zelfde

iste [vrw. -a] - deze, dit

istud - dit, dat, het hier

ita est - zo is het, het is aldus [vaak onder een akte door de nakijker toegevoegd]

item - op dezelfde wijze, evenzo

iterum - andermaal