► Aa ~ Bb ~ Cc ~ Dd ~ Ee ~ Ff ~ Gg ~ Hh ~ Ii ~ Jj-Kk ~ Ll ~ Mm ~ Nn ~ Oo ~ Pp ~ Qq ~ Rr ~ Ss ~ Tt ~ Uu ~ Vv-Xx-Zz
- - - - - - -
n. - natus/nata
naalis - naturalis
nat. – natus/nata
n.b. - notabene
n.d. - nobilis dominus/domina
n.n. - nomen nescio
noe - nomine
noie - nomine
not. - notarius
nots. - notarius
nots. pub. - notarius publicus
- - - - - - -
naevus - moedervlek
nam - want
nativitas - geboorte
nativitas domini - geboorte des Heren [= 25 december]
nativitas Mariae - geboorte van Maria [= 8 september]
nativitatis - van de geboorte
nativus - geboren, aangeboren
natum - geboren
natum media nocte - geboren te middernacht
natura - zie in natura
natus - geboren
natus anno - geboren in het jaar
nauta - schipper
navector - veerman
navigator - schipper
navis - boot
navium gubernator - stuurman
nec - en niet
nec non - en eveneens, en ook
necessariis moribundorum sacramentis - met de benodigde sacramenten der stervenden
necessitatis baptismum - nooddoop
nemo - niemand
neonatus - pasgeborene
neosponsi - jonggehuwden
nepos - kleinzoon, neef
nepta - kleindochter, nicht
neptis - nichtje, kleindochter, dochter van broeder of zuster
nesciens scribere - niet schrijven kunnende
nescius - onkundig, niet wetende, niet kunnende
nobilis - adel, edel
nobilis domina - weledele dame
nobilis dominus - weledele heer
noctis - van de nacht
nocturnus - nachtelijk
nomen - naam
nomen nescio - naam onbekend
nomina - namen
nomina defunctorum - naamlijst van overledenen
nominavit - heeft genoemd
nomine - in naam van, met als naam
nomine dei - in de naam van God
non procula - niet ver van
nonagenarius - negentig
nonagesimus - negentigste
nonagies - negentigmaal
nonaginta - negentig
nonam [horam] - negende [uur]
nondum - nog niet
nongentesimus - negenhonderdste
nongenti - negenhonderd
nongenties - negenhonderdmaal
nono - op de negende
nonus - negende
noster - onze
notabene - let wel
notabilis - de aanzienlijkste, voornaamste burgers van een gemeente
notaris nothus - onwettig, bastaard, onecht
notarius - notaris
notarius publicus - openbaar notaris
notarius regius - koninklijk notaris
nothus - bastaard, onecht
novalis - nieuw
novem - negen
november - november
novembris - in november
novemdecima - negentien
novennis - negen jaar oud
noverca - stiefmoeder
novercalis - stiefmoederlijk
novercari - stiefmoederlijk bejegenen
novercus - stiefvader
novies - negenmaal
nubere - trouwen
nubilis - huwbaar
nuda proprietas - bloot eigendom
nudius tertius - eergisteren
nullo allato impedimento - wanneer er geen huwelijksbeletsel ontdekt is
nulloq(ue) detecto impedimento - [en] wanneer er geen huwelijksbeletsel ontdekt is
nummophylacis - van de muntmeester
nummophylax - muntmeester
nummularius - muntsnijder, wisselaar
nunc - nu
nuncupatio - mondelinge aanwijzing van een erfgenaam
nuntius - [gerechts]bode
nuper - onlangs
nupta - bruid, getrouwde vrouw
nuptae - bruiden
nuptiae - huwelijksfeest, bruiloft
nuptialis - bruilofts-, van / betreffende de bruiloft
nuptiare - huwen, met iemand trouwen
nuptiarum - van de bruiloft
nuptura - bruid
nupturus - bruidegom
nuptus - gehuwd
nurus - schoondochter
nutricis - van de voedster
nutritor - verpleger, pleegvader, verzorger, opvoeder
nutrix - voedster, baker, pleegmoeder