GenBronnen

maas

Latijn on-line - letter M


►  Aa ~ Bb ~ Cc ~ Dd ~ Ee ~ Ff ~ Gg ~ Hh ~ Ii ~ Jj-Kk ~ Ll ~ Mm ~ Nn ~ Oo ~ Pp ~ Qq ~ Rr ~ Ss ~ Tt ~ Uu ~ Vv-Xx-Zz

 

- - - - - - -

 

m. - magister

m. - mater

mag. - magister

mgr. - magister

mort. - mortuus

m.p. ook mpp - manu propria

mr. - magister

mtrm. - matrimonium

 

- - - - - - -

 

macies - magerheid, schraalheid

magister - meester, onderwijzer, academische titel, meerdere, aanvoerder

magister generalis - grootmeester [van een ridderorde]

magistratus - de magistraat, overheid

magistri - van de aanvoerder, meester

magnus - groot

magnus magister - grootmeester

maii - van de maand mei

maiordomus - majordomus, opperhofmeester, hofmaarschalk

maiorennis - meerderjarig

maiores - voorouders, voorzaten, [voor]vaderen

maius - mei

majordomus - zie maiordomus

malversare - slecht beheren, ambtsontrouw zijn, verduisteren van gelden

mamburnus - voogd

mane - vroeg in de morgen

manipulus - [graan]schoof; troep, compagnie

mansionarius - houder en bewoner van een mansio, hoeve

mansuarius - hoevenaar, kleine boer, keuter[boer], koster, kerkdienaar, tempeldienaar

mansus - hoeve

manu propria - eigenhandig

marescalus - maarschalk

maris - van de man, echtgenoot

marita - getrouwde vrouw, bruid

maritatus [vrw. -a] - gehuwd, getrouwd

mariti - echtpaar

maritus - echtgenoot, getrouwde man, bruidegom

martii - van maart

martius - maart

mas - echtgenoot, mannelijk, van het mannelijk geslacht

masculini generis - van het mannelijk geslacht

masculinus - mannelijk, krachtig

mater - moeder

materna - meter

maternitas - moederschap

maternus - moederlijk, van moederszijde

matertera - tante, moederszus

matertera magna - groottante, zuster van de grootmoeder, grootmoei, oudtante

matertera major - zuster van de overgrootmoeder, overgroottante

matertera maxima - zuster van de betovergrootmoeder, overoudgroottante

mathematicus - sterrenkundige, sterrenwichelaar

matre - door, met, voor de moeder

matricularius - koster

matrimonii vinculo copulati sunt - zijn verbonden door de band van het huwelijk

matrimonio coniuncti sunt - zijn in het huwelijk verbonden

matrimonium - huwelijk

matrimonium coniuncti - zijn in het huwelijk verbonden

matrimonium contrahunt - zij sluiten een huwelijk

matrimonium contraxerunt - zij hebben een huwelijk gesloten

matrimonium iniverunt - zijn een huwelijk aangegaan

matrimonium juncti sunt - zijn in het huwelijk verbonden

matrimus - iemand wiens moeder nog leeft

matrina - meter, peetmoeder, stiefmoeder

matris - van de moeder

matris soror - moederszuster

matrona - gehuwde vrouw, eerzame dame, vrouw van stand, vrouw op gezette leeftijd

matruelis - ooms'zoon/ooms'dochter van moederszijde [volle of eigen neef/nicht]

mature - vroegtijdig

matutinus [vrw. -a] - in de morgen

mea licentia - met mijn vergunning

medietas - helft

medium - midden, half

mei parochiani - mijn parochianen

mellicida - imker, bijenteler

membrana - perkament, een op perkament geschreven stuk

membranaceum - in perkament, van perkament

membranaceus - in perkament, van perkament

membranarius - perkamentbereider, perkamentmaker, perkamentverkoper

membranarum commercium - handel in perkament

membranarum confectio - perkamentmakerij

mendica - bedelares

mendicans - bedelend

mendicus - bedelaar

mensa pauperum - armentafel

mensator - paneelmaker, meubelmaker

mensis - maand

mensium - van de maanden

menstruus - een maand oud, maandelijks

mercator - koopman, handelaar, venter

mercator cerae - washandelaar

mercator granorum - graanhandelaar

mercenarius - dagloner

meretricis - van de hoer

meretrix - hoer, publieke vrouw, minnares, bijslaapster

mergendus - dopeling

meridie - op het middaguur

meridies - middag

meus [vrw. -a] - mijn, van mij

miles - soldaat, ridder

miles hollandicus - Hollandse soldaat

miles in servitio - soldaat in dienst van

milies - duizendmaal

militis - van de soldaat

millesimo - op het duizendste, met de duizendste

millesimus - duizendste

ministerium - ambacht, dienst, ambt

minorennis - minderjarig

minorese - minderjarige

minutor - heelmeester, aderlater

misere - jammerlijk

missa - heilige mis

missa angelica - de engelenmis [uitvaartmis voor kinderen]

mixtus - gemengd

modice de suis vivens - bescheiden van zijn eigen geld levend

modo - onlangs

mola - molensteen

molarius - molenaar

molendinarius - molenaar

molitor - molenaar

mulitos - molenaar

multor - molenaar

monachus - monnik, kluizenaar

monetarius - munter, muntmeester

monialis - non, religieuze

monitiones - huwelijksafkondigingen [bannen]

morbis - door ziekten

morbo - door ziekte

morbo caduco - door de vallende ziekte

morbo colico - door een darmziekte

morbo contagioso - door een besmettelijke ziekte

morbo febrili - door een koortsachtige ziekte

morbo incognito - door een onbekende ziekte

morbo languido - door een kwijnende ziekte

morbo levi - door een lichte ziekte

morbo pectorali - door een borstziekte, longziekte

morbo variolorum - door pokken

morbus - ziekte

more christiano - op christelijke wijze

moribundorum sacramenta - de sacramenten der stervenden

morientium sacramenta - de sacramenten der stervenden

mors - het overlijden, de dood, een lijk

mors civilis - burgerlijk dood [verlies van burgerrechten]

mortalitas sacra - in de zaligheid gestorven

mortaliter laesus - dodelijk gewond

morte improvisa - door een onvoorziene dood

mortuus [vrw.-a] - gestorven, overleden

muliebris - vrouwelijk

mulier - vrouw

mulieris - van de vrouw

multis aliis - met vele anderen

multorum mulier - vrouw die verschillende echtgenoten gehad heeft

mundeburdus - voogd

mundiburdus - zie mundeburdus

munitus - voorzien van

murarius - metselaar

murator - metselaar

mutatio - verandering

mutato nomine - met verandering van de naam