GenBronnen

maas

Latijn on-line - letter L


►  Aa ~ Bb ~ Cc ~ Dd ~ Ee ~ Ff ~ Gg ~ Hh ~ Ii ~ Jj-Kk ~ Ll ~ Mm ~ Nn ~ Oo ~ Pp ~ Qq ~ Rr ~ Ss ~ Tt ~ Uu ~ Vv-Xx-Zz

 

- - - - - - -

 

l - legitimus

leg. - legitimus

 

- - - - - - -

 

laborans - lijdend aan [een ziekte]

laborator - arbeider, werkman, dagwerker

labore suo vivens - die zijn brood verdient door zijn werk

lacticinator - melker

lacticinatrix - melkster

laesus - gewond

laicus - van het volk, leek

laminarius - blikslager

lanaefilitor - wolspinner

languore - door ziekte

languoribus - door ziekten

lanifex - wolwever, lakenbereider, lakenwever, fabrikant van geweven stoffen, wolkaarder

lanificis - van de wolwever, kaarder

lanifilator - wolspinner

lanifilitor - wolspinner

lanifilitrix - wolspinster

lanitonsor - wolscheerder

lanius - beenhouwer, slager, vleeshouwer

lapicida - steenhouwer

lapidarius - steenwerker, steenhouwer, steenbreker

lapidis - van de steen, van de grafzerk

lapis - steen, grafzerk

lapsator - wetter [slijper van wapens en gereedschap]

lapsus - gevallen, misstap

largum - ruim, veel, overvloedig

largus [vrw. -a] - ruim, veel, overvloedig

lateralis - tot een zijlinie behorend, tot de verwanten behorend

laterator - pannenbakker, steenbakker

latonius - steenkapper

latum - breed, wijds

latus [vrw. -a] - breed, wijds

lectio - keuze, het voorlezen, lezing

lectus - bed

legitima - formaliteiten, wetten, bepalingen

legitimare - wettigen, legitimeren

legitimatus - gewettigd, wettig verklaard

legitimatus est per subsequens matrimonium - is gewettigd door het daaropvolgend huwelijk

legitimaverunt - zij hebben wettig gemaakt

legitimavi - ik heb wettig gemaakt

legitimus [vrw. -a] - wettig, rechtmatig, wettig echtgenoot

lena - koppelaarster

leno - koppelaar

lenta tabe - door een langdurige tering

lesus - zie laesus

lethalis - dodelijk

lethargo - door slaapzucht

lethargus - slaapziekte

leuca - mijl

levans - doopheffer

levantes - doopheffers

levator - doopheffer

levatrix - doophefster

levi morbo - na een lichte ziekte

levir mans- ook wel vrouwsbroeder [zwager]

liber [vrw. -a] - vrij, ongebonden, ongetrouwd, boek

liber rationum - huishoudboekje, familiekroniek

libera baronia - vrije rijksheerlijkheid, graafschap [niet onderhorig aan de graaf maar rechtstreeks aan de vorst]

liberi - vrijen, kinderen

liberi comitatu - uit de vrije rijksheerlijkheid, graafschap

libertus - soldaat eerste klasse

librarius - boekhandelaar

libri - zie liberi

libripens[ator] - waagmeester

licentia - vergunning

licentiatus medicinae - dokter

lictor - gerechtsdienaar, rakker, beul[sknecht], politieagent, politiedienaar, deurwaarder, stokmeester, stokbewaarder, cipier

ligatus - echtgenoot, gehuwd, getrouwd

ligitimare - wettigen

lignarius - timmerman

linea - [geslachts]lijn, linie

linifex - linnenwever

linificis - van de linnenwever

linitextor - linnenwever

littera - brief

litterae - brieven

litterae dimissoriales - geloofsbrieven

litteris libertatis pastoris - met de vrijbrief van de pastoor

loco - in de plaats van, in diens plaats

locumtenens - plaatsvervanger

locumtenens centurionis superior - eerste luitenant

locumtenens in pensione constitutus - tweede luitenant buiten dienst

locus communis - gemeenplaats

lorarius - zadelmeester

ludimagister - schoolmeester

lustratio - de doop

lusus naturae - speling der natuur

lutheranus - luthers

lux - licht

lychnopoeus - kaarsenmaker, kaarsentrekker