GenBronnen

maas

genealogie Driessen d'Opheijden


samenstellers: Andreas W.D. Driessen op ten Bulten en Bert Berings


augustus 2006 [aanvullingen juni 2024 - laatste voetnoot 65]


Deze familie komen waarschijnlijk uit Venlo via Nijmegen en zijn 17e eeuw door huwelijk verwant aan het geslacht Palmers zilver/goudsmeden aldaar.

 

We weten uit feiten dat de extra naam "op Heyde" als toevoeging met Driessen al bestond in 1651 met Herman Driessen op Heyde [gen. IIIa].

Vanouds gebeurde dit wanneer ze woonde op een bepaalde hoeve of gebied, in dit geval heide.

Lijkt erop dat we nu weten hoe Opheyden werd toegevoegd, namelijk door hoeve "de Roobeek" of "de Rode Beek" wat lag in gehucht Wellerlooi in

het dorp Well, en was omringd door heidevelden. Deze hoeve was kort na 13-11-1647 aangekocht door Agnes van Amstel, weduwe van Gerrit/Gerard

Driesen [gen. IId]. Herman was een van haar 2 zonen, de ander was Peter Canisius [gen. IIIb].

 

Belangrijke gebeurtenissen maakte deze familie adellijk als lagere rank, wanneer Gerard Ignatius Driessen d'Opheyden [gen. Vc] in 1712 tot ridder

werd geslagen door keizer Karel VI koning van Spanje met bijzondere bepaling dat deze erfelijke titel "ridder" op nazaten mag doorgaan.

Hij werd in 1712 benoemd tot ridder van de Gulden Vlies door keizer Karel VI die chef en soeverein was van de Oostenrijkse orde.

 

Ontdekken voortdurend opmerkelijke vondsten, die telkens puzzels oplossen, maar dan ook weer vragens oproepen, dit komt ook doordat nog veel

verborgen is in archieven, onderzoek gaat door en aanvullingen welkom.

 

Dank gaat vooral uit aan Bert voor zijn onmisbare bijdrage en steun in deze...

 

≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈


I     Dries Janssen [Jansen, Jansz] ook Dries van Venloe

         geb. ??? - had blijkbaar huis op hoek van de Steenstraat en Grotestraat in Nijmegen [55 en 58] - rentmeester - † ws. Nijmegen na 30-12-1618

         voor 26-1-1627 -

         tr. ca. 1595 met NN

 

voetnoten:

[-] Nijmegen stadsgerichten inventaris nr. 1869 folio 96v - Nijmegen 17 mrt. 1607 Dries van Venlo rentmeester handelt voor zich Johan Janssen uit

          Rotterdam [dit zou broer van Dries kunnen zijn] en handelt voor ander namelijk Otto van de Pavert. 

[58] Nijmegen stadsgerichten inventaris nr. 1870 folio 74 - Nijmegen 23 nov. 1612 handelt voor zich Maritgen Huijberts en Hans Alleman handelt

          voor ander Rut van Haeps handelt voor zich Cornelis Arnts Bakker, belenders Johan van Seller, Dries Jansen van Venlo en Denis van Seller

          huis Steenstraat.

[-] Nijmegen stadsgerichten inventaris nr. 1872 folio 94v - Nijmegen 3 apr. 1615 handelt voor zich Reynier in de Betouwe, handelt voor ander Dris

          van Vendlo en handelt voor zich Johan Buijss. 

[-] Nijmegen stadsgerichten inventaris nr. 1875 folio 147v - Nijmegen 30 dec. 1618 handelt voor zich Roelof Roelofsz en Liesbet Hendericx en han-

          delt voor zich Thoesnisken Jansz en Peeter Hendericx belenders, belenders Dries van Venlo en Johan Kemmingh huis Grotestraat.

[-] Nijmegen stadsgerichten inventaris nr. 1876 folio 9 - Nijmegen 12 febr. 1620 handelen voor zich Hans Alleman, Jorus Henghst en Naeleken Alle-

          mans, belenders Dries van Venloo, Gerard Heijmerijcksz en Johan van Zeller over huis Steenstraat. 

[55] Nijmegen stadsgerichten inventaris nr. 1879 folio 5v - Nijmegen 26 jan. 1627 voor schepen Kelffken Rensen kwamen 1] Wolter Drieβen na-

          mens hemzelf en voor zijn dochter Merrijttgen, voor Derick van Arnhem en Heijltgen van Arnhem zijn onmondige kinderen uit zijn gewezen huis-

          vrouw Jenneken van Stralen; 2] Gerrijtt Drieβen en Agneta van Amstel echtelieden; 3] Derijck Drieβen; 4] Trijneken Drieβen en 5] Floris

          Palmers en Elisabeth Drieβen echtelieden. Voor hun zelf samen en elk sterk makende voor 6] Neeltien Corneliβ weduwe van Lubbert Drieβen

          en hun kinderen Derijck, Jan en Lijsbijt Lubbertβ waarin zij hebben verkocht en overgedragen aan Johan Drieβen en Merrijtgen Floris echte-

          lieden 6/7 deel van een huis staande op hoek van de Steenstraat en Grotestraat [in Nijmegen]. Kopers hadden reeds 1/7 deel in eigendom.

          [hieruit blijkt dat huis van hun ouders vandaan kwam - volledige transcriptie als volgt [dank aan Bert]:

          26 januari 1627 Kelffken Rensen scabini [=schepen]. compareerden Wolter Drieβen voor hem seluen ende caveerende [= borg blijven] voor

         sijne dochter Merrijttgen, voor Derick van Arnhem ende Heijltgen van Arnhem onmundige voor kijnderen van Jenneken van Stralen sijns com-

         parants gewesene huijβvrouw, Gerrijtt Drieβen ende Agneta van Amstel, echtel[uijden]: Derijck Drieβen, Trijneken Drieβen, Floris Palmers

         ende Elisabeth Drieβen echtel[uijden]: voor oorselven ende oer t’ samen ende elcx een voor al sterckmaeckende voor Neeltien Corneliβ

         weduwe van zal[iger] Lubbert Drieβen tegenwoordich absent, ende derselver kijnderen Derijck, Jan ende Lijsbet Lubbertβ bij oer comparan-

         ten broeder zal[iger] Lubbert Drieβen voorβ: erweckt: ende bekenden voor oer vnd oeren erven ende inder qualiteijt als boven pro summa

         bene persoluta wettighs stedighs erffkoops verkocht gecideert ende opgedragen te hebben aen Johan Drieβen ende Merrijtgen Floris echte-

         l[uijden] seeckere oere verkooperen seβ sevende parten waervan den cooperen idtt resteren[de] sevende partt selffs toe stendich is van

         huijβ hoffstadtt ende kammer mett allen rechthen ende toebehooren gelegen op den hoeck van[den] Steenstraet mette d’eene ende met

         d’andere sijde aen[den] erffeniβe van zal[iger]: Roeloff Roeloffs erffgenamen. streckende met den achtersten eijnde aen erve van zal[iger]:

         den burgerm[eeste]r Johan van Zeller, ende voor aende voorβ Groote straet, voor vrij erff ende goet,uijttgenomen ongeveerlijck vijff en[de]

         vijftichst: als t’ capittel van st: Stevenskerck, ende vijff ende veertichst: als de weduwe van zal[iger] Jacob van Rijswijck zal[iger] jaerlijcx ende

         alle jaer met recht daeruijt geldende hebben. recognoverunt prædicti venditores prose et hæx: et qual: qua nihil juris retinnisse. xxvj januarij. 


Uit dit huwelijk:

 

1.    Jan [Johan] Driessen  -  volgt IIa

 

2.    Lubbert Dryssen  -  volgt IIb

 

3.    Metgen Driesdr. - geb. Nijmegen - † voor 26-1-1627 - tr. Nijmegen 6 apr. 1608 [Nederduits-Gereformeerde Gemeente 1592-1811 inv. 1172

           folio 159] met als getuigen: vader van de bruid Dries Jansz. en moeder van de bruidegom Janneken Damen, bruidegom en bruid beiden

           van Nijmegen] - met Willem Wilmsz. - geb. ??? - † voor 4-1-1626 - zn. van NN en Janneken Damen - zij tr. 2e Nijmegen 4 jan. 1626 [Neder-

           duits-Gereformeerde Gemeente 1592-1811 inv. 1173 folio 7] - bruidegom en bruid beiden van Nijmegen - met Jan Dercks - geb. ??? -

           † ??? - zn. van ???

           uit 1e huwelijk:

           1] Grietghen Damen - ged. Nijmegen 27 dec. 1611 [Nederduits-Gereformeerde Gemeente archief nr. 510 inv. 1164 folio 55] - vader:

                Willem Damen en moeder Meth

           2] Engel Damen - ged. Nijmegen 31 okt. 1613 [Nederduits-Gereformeerde Gemeente archief nr. 510 inv. 1164 folio 84] - vader: Willem

                Damen en moeder Met Drissen

           3] Liensken Damen - ged. Nijmegen 7 apr. 1622 [Nederduits-Gereformeerde Gemeente archief nr. 510 inv. 1164 folio 205] - vader:

                Willem Damen en moeder Met Driessen [getuigen: Per van Hamel, Stijneken Driessen en Peterken Claessen]

 

voetnoot:

[-] OF IS METGEN dochter van de tijdgenoot Dries Jansz want: Nijmegen 20 febr. 1627 handelt voor zich Vissie Willemsdr. gehuwd, verwant

          Dries Jansz overleden, handelt voor zich Lijsken Hendricx, verwant Louis Driesz, anderzins vermeld Wilhelm Daemen over huis Bloemer-

          straat bron: Nijmegen stadsgerichten inv. 1874 folio 13.      

 

4.    Wolter Driesen  -  volgt IIc

 

5.    Elijsabet Drieβen [later Andriessen] - geb. Nijmegen wanneer? - † 6 apr. 1652 als "Floris Palmers vrou" - ondertr. Nijmegen [NH] 3 sept.

          1620 [getuigen: vader bruidegom en Jan Drieβen] als "Elijsabet Drieβen jongedochter van Niemegen" - met Floris Palmert "jongman

          van Niemegen" - tr. Nijmegen [NH] 10 okt. 1620 - geb. Nijmegen wanneer? - zilversmid later goudsmid - † 24 okt. 1658 - zn. van Frans

          Palmers en NN

          hieruit:

          1] Catryntken - ged. Nijmegen [NH] 19 mei 1622 [vader: Florens Palmert - moeder: niet vermeld - doopgetuigen: Metgen Palmers,

               Metgen Dryssen en Johan Beltjens]         

          2] Andries Palmers - ged. Nijmegen [NH] 18 mei 1624 [vader: Floris Palmert - moeder: niet vermeld - doopgetuigen: Johannes Palme-

               rens, Wolter Driessen en Agneta van Amstel] - goudsmid - overl. ??? - ondertr. Nijmegen [NH] 19 sept. 1652 [getuige: lit. d. Borsty]

               als "Andries Palmers goutsmit jm van N" met Cristina Borne "jd van Dordrecht" - ws. getrouwd in Dordrecht - geb. Dordrecht wanneer? -

               overl. 23 febr. 1672

               hieruit:

               1] Jan/Johan Palmers - testament 27-12-1700 - overl. zonder wettige erven

               2] Elisabeth Palmers - huwelijksvoorwaarden 16 juli 1674 - ondertr. Nijmegen[NH] 19 juli 1674 met afkondigingen in Keulen [D] -

                    tr. Hees 2 aug. 1674 met Gerardus Voets van Keulen - beide overl. zonder erven na te laten

                    hieruit:

                    1] Andries Voets - overl. zonder wettige erven na te laten

 

voetnoten:

[55] Nijmegen stadsgerichten inventaris nr. 1879 folio 5v - Nijmegen 26 jan. 1627 voor schepen Kelffken Rensen kwamen 1] Wolter Drieβen na-

           mens hemzelf en voor zijn dochter Merrijttgen, voor Derick van Arnhem en Heijltgen van Arnhem zijn onmondige kinderen uit zijn gewezen huis-

           vrouw Jenneken van Stralen; 2] Gerrijtt Drieβen en Agneta van Amstel echtelieden; 3] Derijck Drieβen; 4] Trijneken Drieβen en 5] Floris

           Palmers en Elisabeth Drieβen echtelieden. Voor hun zelf samen en elk sterk makende voor 6] Neeltien Corneliβ weduwe van Lubbert Drieβen

           en hun kinderen Derijck, Jan en Lijsbijt Lubbertβ waarin zij hebben verkocht en overgedragen aan Johan Drieβen en Merrijtgen Floris echte-

           lieden 6/7 deel van een huis staande op hoek van de Steenstraat en Grotestraat [in Nijmegen]. Kopers hadden reeds 1/7 deel in eigendom.

           [hieruit blijkt dat huis van hun ouders vandaan kwam - volledige transcriptie als volgt [dank aan Bert]:

           26 januari 1627 Kelffken Rensen scabini [=schepen]. compareerden Wolter Drieβen voor hem seluen ende caveerende [= borg blijven] voor

          sijne dochter Merrijttgen, voor Derick van Arnhem ende Heijltgen van Arnhem onmundige voor kijnderen van Jenneken van Stralen sijns com-

          parants gewesene huijβvrouw, Gerrijtt Drieβen ende Agneta van Amstel, echtel[uijden]: Derijck Drieβen, Trijneken Drieβen, Floris Palmers

          ende Elisabeth Drieβen echtel[uijden]: voor oorselven ende oer t’ samen ende elcx een voor al sterckmaeckende voor Neeltien Corneliβ

          weduwe van zal[iger] Lubbert Drieβen tegenwoordich absent, ende derselver kijnderen Derijck, Jan ende Lijsbet Lubbertβ bij oer comparan-

          ten broeder zal[iger] Lubbert Drieβen voorβ: erweckt: ende bekenden voor oer vnd oeren erven ende inder qualiteijt als boven pro summa

          bene persoluta wettighs stedighs erffkoops verkocht gecideert ende opgedragen te hebben aen Johan Drieβen ende Merrijtgen Floris echte-

          l[uijden] seeckere oere verkooperen seβ sevende parten waervan den cooperen idtt resteren[de] sevende partt selffs toe stendich is van

          huijβ hoffstadtt ende kammer mett allen rechthen ende toebehooren gelegen op den hoeck van[den] Steenstraet mette d’eene ende met

          d’andere sijde aen[den] erffeniβe van zal[iger]: Roeloff Roeloffs erffgenamen. streckende met den achtersten eijnde aen erve van zal[iger]:

          den burgerm[eeste]r Johan van Zeller, ende voor aende voorβ Groote straet, voor vrij erff ende goet,uijttgenomen ongeveerlijck vijff en[de]

          vijftichst: als t’ capittel van st: Stevenskerck, ende vijff ende veertichst: als de weduwe van zal[iger] Jacob van Rijswijck zal[iger] jaerlijcx ende

          alle jaer met recht daeruijt geldende hebben. recognoverunt prædicti venditores prose et hæx: et qual: qua nihil juris retinnisse. xxvj januarij. 

[- sub a]] ORA Nijmegen - stadsgerichten Nijmegen 1410-1811 – rubriek: 2.3.2.3 bijlagen bij het protocol schepengericht - 1141-1793 - inventaris-

           nummer 1329 – 1707 appèl [protest door Jacobus DoH] op Aken – erfhuis geschil tussen Ian Palmers, Benjamin Palmers, Metjen Maessen

           [als weduwe van Claes Wolters] en Anna Heijkoop [als weduwe van Gabriel Palmers] als naaste neven en nichten van Andries Palmers we-

           gens zijn vader Floris Palmers en Ignatius Driessen op Heijden, Maria Driessen op Heijden, Wilhelmus Driessen op Heijden, Fransciscus

           Driessen op Heijden en Agnes Driessen op Heijden voor 5/10 deel als naaste neven nichten van Andries Palmers wegens zijn moeder Elisa-

           beth Driessen aan de ene zijde, tegen Jacobus Driessen op Heijden testamentair universeel erfgenaam van Ian Palmers.

          - Elisabeth Palmers [dochter van Andries Palmers en Christina Borne] trouwde Gerard Voets en uit hun Andries Voets, die overleed zon-

            der wettige erfgenamen. De erfenis van Gerard Voets en Elisabeth Palmers werd op 11 aug. 1680 in vertrouwen toegedaan aan Andries

            Palmers, omdat hun kind Andries Voets nog onmondig was.

          - volgens "fidei commissaire dispositie" d.d. 11 augustus 1680 had Andries Palmers 16.000 guldens nagelaten aan [zijn zoon] Jan

            Palmers en [onmondig kleinzoon] Andries Voets. [hieruit maak je op dat Elisabeth Palmers en Andries Palmers al waren overleden.

          - op 25 sept. 1687 was er een magescheid voor schepenen Nijmegen ten gevolge van uitspraak 24 sept. 1686.

          - Jan Palmers [zoon van Andries Palmers en Christina Borne] overleed zonder wettige erfgenamen en had op 27 dec. 1700 Jacobus

            Driessen op Heijden benoemd tot testamentair en universeel erfgenaam zijnde zijn neef.

          - Johan Palmers had eerder ge-erfd van Maria Bonen weduwe van Jan Driessen 1] meubelen 2] som van 1291 guldens en 3] een obligatie

           van 700 guldens ten laste van Gerard Grootsman.

          - Johan Palmers erfde ook van zijn oud-oom Derrick Driessen.

          - volgens uitspraak 16 febr. 1707 schepengericht van Nijmegen moet Jacobus Driessen op Heijden de helft van de erfenis uitkeren aan

            erfgenamen van vadersijde [d.i. Ian Palmers, Benjamin Palmers, Metjen Maessen en Anna Heijkoop] en 5/10 deel van de andere helft

            aan de erfgenamen van moederzijde [d.i. Ignatius Driessen op Heijden, Maria Driessen op Heijden, Wilhelmus Driessen op Heijden, Fran-

            ciscus Driessen op Heijden en Agnes Driessen op Heijden] inclusief renten die Jacobus had genoten sinds [1702] overlijden van Jan Palmers.

[56] stadsgerichten Nijmegen: 25 maart 1701 voor schepenen compareert en verklaart Johan Palmers woonachtig te Nijmegen dat zijn neef Jacobus

            Driessen op Heijden is genomineerd tot executeur van zijn testament en erfgenaam zonder tegenspraak van wie dan ook. 

[- sub b] In 1712 maakt Jacobus DoH een staat en komt hem toe: 1] obligatie van 800 ducatons d.d. 19-7-1693 t.w.v. f 2520 - 2] rente 4% op

            "het bosch van Jan Palmers" sinds 19 sept. 1702 tot 1 dec. 1712 totaal f 1027.12 - 3] kapitaal obligatie 8/18 sept. 1690 t.w.v. f 3000 met

            rente 18 sept. 1702 tot 1 dec. 1712 f 1376.50 en 4] nog een ander bedrag van f 25 – totaal komt hem toe f 7948.17. Ook heeft Jacobus

            DoH f 2147-15-7 uitbetaalt aan Ignatius DoH zijnde zijn aandeel op de erfenis ex Andries Palmers.

 

6.    Gerrit [Gerard] Driessen  -  volgt IId

 

7.    Dirck Drieβen  -  volgt IIe

 

8.    Catharina [Trijneken] Drieβen - geb. Nijmegen wanneer? - † ws. Huissen wanneer? - ondertr. Nijmegen [NH] 7 nov. 1630 [getuigen: Floris

          Palmers goudsmid en Grietjen Verhouven] als "Catharina Drieβen jdr van N." - met Lucas Verhoeven "jm. van Huijβen" - tr. Huissen [RK]

          1 dec. 1630 [getuigen: Hubert Verhoven en Margarita Rochars van Colla] - geb. Huissen wanneer? - † ??? - zn. van ???

          hieruit:

          1] Ursula - ged. Huissen [RK] 30 aug. 1632 [vader: Lucas Verhoeven - moeder: Trineke Driesen - doopgetuigen: Steven Verhoeven

               en Agnes van Amstel]

          2] Antonius - ged. Huissen [RK] 30 apr. 1634 [vader: Lucas Verhoeven - moeder: Trineke Driessen - doopgetuigen: Dirck Andriessen

               en Lisbet Andriessen]

          3] Joannes Lucassen - ged. Huissen [RK] 28 nov. 1635 [vader: Lucas van Hoeven van Doorwaert - moeder: Catharina Driessen -

               getuigen: Steven Peters en Maria van Isendoorn] - overl. jong

          4] Joannes - ged. Huissen [RK] 3 mei 1637 [vader: Lucas Verhoeven secretarius - moeder: Catharina Driesens - getuigen: Willem

               Scoonstien en Cunera van Amstel]

          5] Gerardus - ged. Huissen [RK] 21 sept. 1642 [vader: Lucas Verhoeven - moeder: Catharina Driessen - getuigen: Hermen Gerrits

               en Maria Driessen]

 

voetnoot:

[55] Nijmegen stadsgerichten inventaris nr. 1879 folio 5v - Nijmegen 26 jan. 1627 voor schepen Kelffken Rensen kwamen 1] Wolter Drieβen na-

           mens hemzelf en voor zijn dochter Merrijttgen, voor Derick van Arnhem en Heijltgen van Arnhem zijn onmondige kinderen uit zijn gewezen huis-

           vrouw Jenneken van Stralen; 2] Gerrijtt Drieβen en Agneta van Amstel echtelieden; 3] Derijck Drieβen; 4] Trijneken Drieβen en 5] Floris

           Palmers en Elisabeth Drieβen echtelieden. Voor hun zelf samen en elk sterk makende voor 6] Neeltien Corneliβ weduwe van Lubbert Drieβen

           en hun kinderen Derijck, Jan en Lijsbijt Lubbertβ waarin zij hebben verkocht en overgedragen aan Johan Drieβen en Merrijtgen Floris echte-

           lieden 6/7 deel van een huis staande op hoek van de Steenstraat en Grotestraat [in Nijmegen]. Kopers hadden reeds 1/7 deel in eigendom.

           [hieruit blijkt dat huis van hun ouders vandaan kwam - volledige transcriptie als volgt [dank aan Bert]:

           26 januari 1627 Kelffken Rensen scabini [=schepen]. compareerden Wolter Drieβen voor hem seluen ende caveerende [= borg blijven] voor

          sijne dochter Merrijttgen, voor Derick van Arnhem ende Heijltgen van Arnhem onmundige voor kijnderen van Jenneken van Stralen sijns com-

          parants gewesene huijβvrouw, Gerrijtt Drieβen ende Agneta van Amstel, echtel[uijden]: Derijck Drieβen, Trijneken Drieβen, Floris Palmers

          ende Elisabeth Drieβen echtel[uijden]: voor oorselven ende oer t’ samen ende elcx een voor al sterckmaeckende voor Neeltien Corneliβ

          weduwe van zal[iger] Lubbert Drieβen tegenwoordich absent, ende derselver kijnderen Derijck, Jan ende Lijsbet Lubbertβ bij oer comparan-

          ten broeder zal[iger] Lubbert Drieβen voorβ: erweckt: ende bekenden voor oer vnd oeren erven ende inder qualiteijt als boven pro summa

          bene persoluta wettighs stedighs erffkoops verkocht gecideert ende opgedragen te hebben aen Johan Drieβen ende Merrijtgen Floris echte-

          l[uijden] seeckere oere verkooperen seβ sevende parten waervan den cooperen idtt resteren[de] sevende partt selffs toe stendich is van

          huijβ hoffstadtt ende kammer mett allen rechthen ende toebehooren gelegen op den hoeck van[den] Steenstraet mette d’eene ende met

          d’andere sijde aen[den] erffeniβe van zal[iger]: Roeloff Roeloffs erffgenamen. streckende met den achtersten eijnde aen erve van zal[iger]:

          den burgerm[eeste]r Johan van Zeller, ende voor aende voorβ Groote straet, voor vrij erff ende goet,uijttgenomen ongeveerlijck vijff en[de]

          vijftichst: als t’ capittel van st: Stevenskerck, ende vijff ende veertichst: als de weduwe van zal[iger] Jacob van Rijswijck zal[iger] jaerlijcx ende

          alle jaer met recht daeruijt geldende hebben. recognoverunt prædicti venditores prose et hæx: et qual: qua nihil juris retinnisse. xxvj januarij. 

 

9.    Goosen - ged. Nijmegen [NH] 29 jan. 1609 [vader: Dries Janssen - moeder: Metgen - doopgetuigen: Jan Jansen den Byer, Henrick van Uijen

           en Machel Geints] - † voor 26-1-1627 [55]

 

≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈


IIa    Jan [Johan] Driessen [Dryβen]

           geb. ??? - † na 26-1-1627 [55] -

           tr. voor 23-6-1609 - met Marij [Merrijtgen, Maria] Floris [Janssen] - geb. ??? - † na 26-1-1627 [55] - dr. van ??? - zij hadden 1/7 deel van

           huis op hoek van de Steenstraat Nijmegen en kochten op 26 jan. 1627 resterende 6/7 van zijn broers  en zusters [55] - 

           hij tr. later? met Maria Bonen?

 

voetnoten:

[55] Nijmegen stadsgerichten inventaris nr. 1879 folio 5v - Nijmegen 26 jan. 1627 voor schepen Kelffken Rensen kwamen 1] Wolter Drieβen na-

           mens hemzelf en voor zijn dochter Merrijttgen, voor Derick van Arnhem en Heijltgen van Arnhem zijn onmondige kinderen uit zijn gewezen huis-

           vrouw Jenneken van Stralen; 2] Gerrijtt Drieβen en Agneta van Amstel echtelieden; 3] Derijck Drieβen; 4] Trijneken Drieβen en 5] Floris

           Palmers en Elisabeth Drieβen echtelieden. Voor hun zelf samen en elk sterk makende voor 6] Neeltien Corneliβ weduwe van Lubbert Drieβen

           en hun kinderen Derijck, Jan en Lijsbijt Lubbertβ waarin zij hebben verkocht en overgedragen aan Johan Drieβen en Merrijtgen Floris echte-

           lieden 6/7 deel van een huis staande op hoek van de Steenstraat en Grotestraat [in Nijmegen]. Kopers hadden reeds 1/7 deel in eigendom.

           [hieruit blijkt dat huis van hun ouders vandaan kwam - volledige transcriptie als volgt [dank aan Bert]:

           26 januari 1627 Kelffken Rensen scabini [=schepen]. compareerden Wolter Drieβen voor hem seluen ende caveerende [= borg blijven] voor

          sijne dochter Merrijttgen, voor Derick van Arnhem ende Heijltgen van Arnhem onmundige voor kijnderen van Jenneken van Stralen sijns com-

          parants gewesene huijβvrouw, Gerrijtt Drieβen ende Agneta van Amstel, echtel[uijden]: Derijck Drieβen, Trijneken Drieβen, Floris Palmers

          ende Elisabeth Drieβen echtel[uijden]: voor oorselven ende oer t’ samen ende elcx een voor al sterckmaeckende voor Neeltien Corneliβ

          weduwe van zal[iger] Lubbert Drieβen tegenwoordich absent, ende derselver kijnderen Derijck, Jan ende Lijsbet Lubbertβ bij oer comparan-

          ten broeder zal[iger] Lubbert Drieβen voorβ: erweckt: ende bekenden voor oer vnd oeren erven ende inder qualiteijt als boven pro summa

          bene persoluta wettighs stedighs erffkoops verkocht gecideert ende opgedragen te hebben aen Johan Drieβen ende Merrijtgen Floris echte-

          l[uijden] seeckere oere verkooperen seβ sevende parten waervan den cooperen idtt resteren[de] sevende partt selffs toe stendich is van

          huijβ hoffstadtt ende kammer mett allen rechthen ende toebehooren gelegen op den hoeck van[den] Steenstraet mette d’eene ende met

          d’andere sijde aen[den] erffeniβe van zal[iger]: Roeloff Roeloffs erffgenamen. streckende met den achtersten eijnde aen erve van zal[iger]:

          den burgerm[eeste]r Johan van Zeller, ende voor aende voorβ Groote straet, voor vrij erff ende goet,uijttgenomen ongeveerlijck vijff en[de]

          vijftichst: als t’ capittel van st: Stevenskerck, ende vijff ende veertichst: als de weduwe van zal[iger] Jacob van Rijswijck zal[iger] jaerlijcx ende

          alle jaer met recht daeruijt geldende hebben. recognoverunt prædicti venditores prose et hæx: et qual: qua nihil juris retinnisse. xxvj januarij. 

[- sub a]] ORA Nijmegen - stadsgerichten Nijmegen 1410-1811 – rubriek: 2.3.2.3 bijlagen bij het protocol schepengericht - 1141-1793 - inventaris-

           nummer 1329 – 1707 appèl [protest door Jacobus DoH] op Aken – erfhuis geschil tussen Ian Palmers, Benjamin Palmers, Metjen Maessen

           [als weduwe van Claes Wolters] en Anna Heijkoop [als weduwe van Gabriel Palmers] als naaste neven en nichten van Andries Palmers we-

           gens zijn vader Floris Palmers en Ignatius Driessen op Heijden, Maria Driessen op Heijden, Wilhelmus Driessen op Heijden, Fransciscus

           Driessen op Heijden en Agnes Driessen op Heijden voor 5/10 deel als naaste neven nichten van Andries Palmers wegens zijn moeder Elisa-

           beth Driessen aan de ene zijde, tegen Jacobus Driessen op Heijden testamentair universeel erfgenaam van Ian Palmers.

          - Elisabeth Palmers [dochter van Andries Palmers en Christina Borne] trouwde Gerard Voets en uit hun Andries Voets, die overleed zon-

            der wettige erfgenamen. De erfenis van Gerard Voets en Elisabeth Palmers werd op 11 aug. 1680 in vertrouwen toegedaan aan Andries

            Palmers, omdat hun kind Andries Voets nog onmondig was.

          - volgens "fidei commissaire dispositie" d.d. 11 augustus 1680 had Andries Palmers 16.000 guldens nagelaten aan [zijn zoon] Jan

            Palmers en [onmondig kleinzoon] Andries Voets. [hieruit maak je op dat Elisabeth Palmers en Andries Palmers al waren overleden.

          - op 25 sept. 1687 was er een magescheid voor schepenen Nijmegen ten gevolge van uitspraak 24 sept. 1686.

          - Jan Palmers [zoon van Andries Palmers en Christina Borne] overleed zonder wettige erfgenamen en had op 27 dec. 1700 Jacobus

            Driessen op Heijden benoemd tot testamentair en universeel erfgenaam zijnde zijn neef.

          - Johan Palmers had eerder ge-erfd van Maria Bonen weduwe van Jan Driessen 1] meubelen 2] som van 1291 guldens en 3] een obligatie

           van 700 guldens ten laste van Gerard Grootsman.

          - Johan Palmers erfde ook van zijn oud-oom Derrick Driessen.

          - volgens uitspraak 16 febr. 1707 schepengericht van Nijmegen moet Jacobus Driessen op Heijden de helft van de erfenis uitkeren aan

            erfgenamen van vadersijde [d.i. Ian Palmers, Benjamin Palmers, Metjen Maessen en Anna Heijkoop] en 5/10 deel van de andere helft

            aan de erfgenamen van moederzijde [d.i. Ignatius Driessen op Heijden, Maria Driessen op Heijden, Wilhelmus Driessen op Heijden, Fran-

            ciscus Driessen op Heijden en Agnes Driessen op Heijden] inclusief renten die Jacobus had genoten sinds [1702] overlijden van Jan Palmers.

[- sub b] In 1712 maakt Jacobus DoH een staat en komt hem toe: 1] obligatie van 800 ducatons d.d. 19-7-1693 t.w.v. f 2520 - 2] rente 4% op

            "het bosch van Jan Palmers" sinds 19 sept. 1702 tot 1 dec. 1712 totaal f 1027.12 - 3] kapitaal obligatie 8/18 sept. 1690 t.w.v. f 3000 met

            rente 18 sept. 1702 tot 1 dec. 1712 f 1376.50 en 4] nog een ander bedrag van f 25 – totaal komt hem toe f 7948.17. Ook heeft Jacobus

            DoH f 2147-15-7 uitbetaalt aan Ignatius DoH zijnde zijn aandeel op de erfenis ex Andries Palmers.

 

Uit dit huwelijk: [blijkbaar deze kinderen jong overleden, omdat Jan Palmers erft van Maria Bonen weduwe van Jan Driessen]


1.    Volxken [erboven bijgeschreven: Florisken] - ged. Nijmegen [NH] 23 juni 1609 [vader: Jan Driessen - moeder: Marij Janssen - doopge-

           tuigen: Wolter Driessen, Lysbet Penninck en Beeltgen Bartholomeus]

 

2.    Tryneken - ged. Nijmegen [NH] 27 sept. 1612 [vader: Jan Driessen - moeder: Maria - doopgetuigen: Gerrit Daems, Beeltgen Jacobs

           en Lysb. Driessen]

 

3.    Dries - ged. Nijmegen [NH] 26 dec. 1620 [vader: Jan Dryβen - moeder: Marij Floris - doopgetuigen: Gerrit Drieβen, Gysbert Artsen en

           Lysken Gysberts] 

 

≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈


IIb    Lubbert Dryssen [Driessen, Drieβen]

            geb. ??? - † voor 26-1-1627 [55] -

            tr. Nijmegen 5 juli 1609 [Nederduits-Gereformeerde Gemeente 1592-1811 inv. 1172 folio 172] met als getuigen: vader van de bruidegom

            Dries van Venloe en moeder van de bruid Maria Cornelis, bruidegom en bruid beiden van Nijmegen] - met Neeltgen Cornelisdr. - geb. ??? -

            † na 26-1-1627 [55] - dr. van Maria Cornelis

 

voetnoot:

[55] Nijmegen stadsgerichten inventaris nr. 1879 folio 5v - Nijmegen 26 jan. 1627 voor schepen Kelffken Rensen kwamen 1] Wolter Drieβen na-

           mens hemzelf en voor zijn dochter Merrijttgen, voor Derick van Arnhem en Heijltgen van Arnhem zijn onmondige kinderen uit zijn gewezen huis-

           vrouw Jenneken van Stralen; 2] Gerrijtt Drieβen en Agneta van Amstel echtelieden; 3] Derijck Drieβen; 4] Trijneken Drieβen en 5] Floris

           Palmers en Elisabeth Drieβen echtelieden. Voor hun zelf samen en elk sterk makende voor 6] Neeltien Corneliβ weduwe van Lubbert Drieβen

           en hun kinderen Derijck, Jan en Lijsbijt Lubbertβ waarin zij hebben verkocht en overgedragen aan Johan Drieβen en Merrijtgen Floris echte-

           lieden 6/7 deel van een huis staande op hoek van de Steenstraat en Grotestraat [in Nijmegen]. Kopers hadden reeds 1/7 deel in eigendom.

           [hieruit blijkt dat huis van hun ouders vandaan kwam - volledige transcriptie als volgt [dank aan Bert]:

           26 januari 1627 Kelffken Rensen scabini [=schepen]. compareerden Wolter Drieβen voor hem seluen ende caveerende [= borg blijven] voor

          sijne dochter Merrijttgen, voor Derick van Arnhem ende Heijltgen van Arnhem onmundige voor kijnderen van Jenneken van Stralen sijns com-

          parants gewesene huijβvrouw, Gerrijtt Drieβen ende Agneta van Amstel, echtel[uijden]: Derijck Drieβen, Trijneken Drieβen, Floris Palmers

          ende Elisabeth Drieβen echtel[uijden]: voor oorselven ende oer t’ samen ende elcx een voor al sterckmaeckende voor Neeltien Corneliβ

          weduwe van zal[iger] Lubbert Drieβen tegenwoordich absent, ende derselver kijnderen Derijck, Jan ende Lijsbet Lubbertβ bij oer comparan-

          ten broeder zal[iger] Lubbert Drieβen voorβ: erweckt: ende bekenden voor oer vnd oeren erven ende inder qualiteijt als boven pro summa

          bene persoluta wettighs stedighs erffkoops verkocht gecideert ende opgedragen te hebben aen Johan Drieβen ende Merrijtgen Floris echte-

          l[uijden] seeckere oere verkooperen seβ sevende parten waervan den cooperen idtt resteren[de] sevende partt selffs toe stendich is van

          huijβ hoffstadtt ende kammer mett allen rechthen ende toebehooren gelegen op den hoeck van[den] Steenstraet mette d’eene ende met

          d’andere sijde aen[den] erffeniβe van zal[iger]: Roeloff Roeloffs erffgenamen. streckende met den achtersten eijnde aen erve van zal[iger]:

          den burgerm[eeste]r Johan van Zeller, ende voor aende voorβ Groote straet, voor vrij erff ende goet,uijttgenomen ongeveerlijck vijff en[de]

          vijftichst: als t’ capittel van st: Stevenskerck, ende vijff ende veertichst: als de weduwe van zal[iger] Jacob van Rijswijck zal[iger] jaerlijcx ende

          alle jaer met recht daeruijt geldende hebben. recognoverunt prædicti venditores prose et hæx: et qual: qua nihil juris retinnisse. xxvj januarij.

 

Uit dit huwelijk:


1.    Adriaen - ged. Nijmegen [NH] 1 aug. 1610 [vader: Lubbert Dryssen - moeder: Neeltgen Cornelissen - doopgetuigen: Drys Janssen en Margriet

           van Heuckelom] - † voor 26-1-1627 [55]

 

2.    Dirick/Derijck Lubbertβ - ged. Nijmegen [NH] 12 aug. 1612 [vader: Lubbert Driessen - moeder: Metgen [dit is foutief m.i. grootmoeder naam] -

           doopgetuigen: Cornelis Wouter van Daal en Trijneken Stueers] - † na 26-1-1627 [55]

 

3.    Jan Lubbertβ - ged. Nijmegen [NH 1 juni 1614 [vader: Lubbert Driessen - moeder: Neeltgen - doopgetuigen: Evert Hendricks, Dirck Joosten

           en Gysbertgen Jans] - † na 26-1-1627 [55]

 

4.    Judith - ged. Nijmegen [NH] 21 juli 1616 [vader: Lubbert Dryssen - moeder: Neeltghen Cornelissen - doopgetuigen: Cornelis Janssen,

           Lysbeth Pennincks en Maria Floris] - † voor 26-1-1627 [55]

 

5.    Metgen - ged. Nijmegen [NH] 23 okt. 1621 [vader: Lubbert Drieβen - moeder: Neeltjen - doopgetuigen: Cornelis Gelaβmaker, Elisabeth

           Pennings en Elisabeth Driessen] - † voor 26-1-1627 [55]

 

6.    Lijsbijt Lubbertβ - geb. ??? - † na 26-1-1627 [55]

 

≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈


IIc    Wolter Drieβen [Driesen]

           geb. Nijmegen wanneer? - † na 26-1-1627 [55] -

           ondertr. Nijmegen [NH] 7 nov. 1619 [getuigen: Heijndrick Beijer en Aelken Franβ] als "Wolter Drieβen j.m. van Niemegen" - met Jenneken

           van Straelen "wed: van Jan van Arnhem" - tr. Nijmegen [NH] 19 jan. 1620 - geb. ??? - † ??? - dr. van ??? - zij was al eerder getr. met Jan

           van Arnhem waaruit 2 kinderen nog in leven 26-1-1627 [55]

 

voetnoot:

[55] Nijmegen stadsgerichten inventaris nr. 1879 folio 5v - Nijmegen 26 jan. 1627 voor schepen Kelffken Rensen kwamen 1] Wolter Drieβen na-

           mens hemzelf en voor zijn dochter Merrijttgen, voor Derick van Arnhem en Heijltgen van Arnhem zijn onmondige kinderen uit zijn gewezen huis-

           vrouw Jenneken van Stralen; 2] Gerrijtt Drieβen en Agneta van Amstel echtelieden; 3] Derijck Drieβen; 4] Trijneken Drieβen en 5] Floris

           Palmers en Elisabeth Drieβen echtelieden. Voor hun zelf samen en elk sterk makende voor 6] Neeltien Corneliβ weduwe van Lubbert Drieβen

           en hun kinderen Derijck, Jan en Lijsbijt Lubbertβ waarin zij hebben verkocht en overgedragen aan Johan Drieβen en Merrijtgen Floris echte-

           lieden 6/7 deel van een huis staande op hoek van de Steenstraat en Grotestraat [in Nijmegen]. Kopers hadden reeds 1/7 deel in eigendom.

           [hieruit blijkt dat huis van hun ouders vandaan kwam - volledige transcriptie als volgt [dank aan Bert]:

           26 januari 1627 Kelffken Rensen scabini [=schepen]. compareerden Wolter Drieβen voor hem seluen ende caveerende [= borg blijven] voor

          sijne dochter Merrijttgen, voor Derick van Arnhem ende Heijltgen van Arnhem onmundige voor kijnderen van Jenneken van Stralen sijns com-

          parants gewesene huijβvrouw, Gerrijtt Drieβen ende Agneta van Amstel, echtel[uijden]: Derijck Drieβen, Trijneken Drieβen, Floris Palmers

          ende Elisabeth Drieβen echtel[uijden]: voor oorselven ende oer t’ samen ende elcx een voor al sterckmaeckende voor Neeltien Corneliβ

          weduwe van zal[iger] Lubbert Drieβen tegenwoordich absent, ende derselver kijnderen Derijck, Jan ende Lijsbet Lubbertβ bij oer comparan-

          ten broeder zal[iger] Lubbert Drieβen voorβ: erweckt: ende bekenden voor oer vnd oeren erven ende inder qualiteijt als boven pro summa

          bene persoluta wettighs stedighs erffkoops verkocht gecideert ende opgedragen te hebben aen Johan Drieβen ende Merrijtgen Floris echte-

          l[uijden] seeckere oere verkooperen seβ sevende parten waervan den cooperen idtt resteren[de] sevende partt selffs toe stendich is van

          huijβ hoffstadtt ende kammer mett allen rechthen ende toebehooren gelegen op den hoeck van[den] Steenstraet mette d’eene ende met

          d’andere sijde aen[den] erffeniβe van zal[iger]: Roeloff Roeloffs erffgenamen. streckende met den achtersten eijnde aen erve van zal[iger]:

          den burgerm[eeste]r Johan van Zeller, ende voor aende voorβ Groote straet, voor vrij erff ende goet,uijttgenomen ongeveerlijck vijff en[de]

          vijftichst: als t’ capittel van st: Stevenskerck, ende vijff ende veertichst: als de weduwe van zal[iger] Jacob van Rijswijck zal[iger] jaerlijcx ende

          alle jaer met recht daeruijt geldende hebben. recognoverunt prædicti venditores prose et hæx: et qual: qua nihil juris retinnisse. xxvj januarij. 

       

Uit dit huwelijk:


1.    Maria [Merrijtgen] - ged. Nijmegen [NH] 29 jan. 1623 [vader: Wolter Driesen - moeder: Jenneken van Stralen - doopgetuigen: Flores Palmers

          Gerritgen Lesters en Maria Enstephagen] - † na 26-1-1627 [55]

 

≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈


IId    Gerrit [Gerard] Driesen

           geb. Nijmegen wanneer? - † na 26-1-1627 [55] -

           ondertr. Nijmegen [NH] 21 dec. 1623 [getuigen: Ott Pennings en Floris Palmert] als "Gerrit Driesen j.m. van N. [= Nijmegen]" - met Agnes

           van Amstel zijnde "j.d. van Arnhem woonende alhier" - tr. Nijmegen [NH] 6 jan. 1624 - geb. Arnhem wanneer? - werd kort na 13-11-1647

           door aankoop eigenares van hoeve "de Roobeek" in gehucht Wellerlooi onder het dorp Well [65] wat was omringd door heiden, dit zou

           verklaren hoe haar zoon Hermen Gerrits/Driessen bij zijn huwelijk in 1651 zich opeens als Hermen Driessen Opheyden werd vermeld -

           † na 1681 voor 19-8-1682 - dr. van Herman van Amstel en Fenneke Kanis


          [38]          [52]


voetnoten:

[38] Gelders archief: inv. 2089 wapenboek van het collegium vetus fraternitatis sancti Jodoci schutterij - wapen van Herman van Amstel

          waarvan we de 3 koeken later ook terug zien in een wapen van deze genealogie Driessen op Heijden.

[52] Gelders archief: toegangsnr. 0452 familie Brantsen 2.02.3 Rheden inventaris nr. 545 reg. nr. 82 - hier zien we de 3 koeken als wapen

          door Herman van Amstel gebruikt 11 november 1597. 

[-] Repertorium op de lenen van de hofstede Doorwerth, [1330] 1377-1743 [1758] door JC Kort] - een hegge hout in kerspel Oosterbeek

          genaamd Hillenbos met toebehoren nabij goed Sonnenberg - via Geertruida van Amstel [getr. met Jacob ten Holt] naar Willem Bentinck

          [1576] namens de onmondige Herman van Amstel wat in 1602 door Herman werd overgedragen aan Johan van Goltstein landrent-

          meester op de Veluwe.

[-] Arnhem archief 0124 hof van Gelre en Zutphen proces dossiernr. 1577/17 4985 - anno 1577 - hierin trad Agnes de nagelaten weduwe

          van Sibert van Amstel namens haar onmondige zoon Herman van Amstel aangaande leengoed Sonnenberg in kerspel Oosterbeek

          wat indertijd aangekocht was door Henricus van Amstel. Toen Henricus kwam te overlijden kwam dit goed naar Sibert van Amstel als

          enige mansoir [mannelijke erfgenaam] van zijn vader zaliger. Toen ook Sibert overleed ging dit over naar zijn onmondige zoon Herman.

           Later blijkt Willem Bentinck dit leengoed te hebben ontvangen van Herman van Amstel.

[55] Nijmegen stadsgerichten inventaris nr. 1879 folio 5v - Nijmegen 26 jan. 1627 voor schepen Kelffken Rensen kwamen 1] Wolter Drieβen na-

           mens hemzelf en voor zijn dochter Merrijttgen, voor Derick van Arnhem en Heijltgen van Arnhem zijn onmondige kinderen uit zijn gewezen huis-

           vrouw Jenneken van Stralen; 2] Gerrijtt Drieβen en Agneta van Amstel echtelieden; 3] Derijck Drieβen; 4] Trijneken Drieβen en 5] Floris

           Palmers en Elisabeth Drieβen echtelieden. Voor hun zelf samen en elk sterk makende voor 6] Neeltien Corneliβ weduwe van Lubbert Drieβen

           en hun kinderen Derijck, Jan en Lijsbijt Lubbertβ waarin zij hebben verkocht en overgedragen aan Johan Drieβen en Merrijtgen Floris echte-

           lieden 6/7 deel van een huis staande op hoek van de Steenstraat en Grotestraat [in Nijmegen]. Kopers hadden reeds 1/7 deel in eigendom.

           [hieruit blijkt dat huis van hun ouders vandaan kwam - volledige transcriptie als volgt [dank aan Bert]:

           26 januari 1627 Kelffken Rensen scabini [=schepen]. compareerden Wolter Drieβen voor hem seluen ende caveerende [= borg blijven] voor

          sijne dochter Merrijttgen, voor Derick van Arnhem ende Heijltgen van Arnhem onmundige voor kijnderen van Jenneken van Stralen sijns com-

          parants gewesene huijβvrouw, Gerrijtt Drieβen ende Agneta van Amstel, echtel[uijden]: Derijck Drieβen, Trijneken Drieβen, Floris Palmers

          ende Elisabeth Drieβen echtel[uijden]: voor oorselven ende oer t’ samen ende elcx een voor al sterckmaeckende voor Neeltien Corneliβ

          weduwe van zal[iger] Lubbert Drieβen tegenwoordich absent, ende derselver kijnderen Derijck, Jan ende Lijsbet Lubbertβ bij oer comparan-

          ten broeder zal[iger] Lubbert Drieβen voorβ: erweckt: ende bekenden voor oer vnd oeren erven ende inder qualiteijt als boven pro summa

          bene persoluta wettighs stedighs erffkoops verkocht gecideert ende opgedragen te hebben aen Johan Drieβen ende Merrijtgen Floris echte-

          l[uijden] seeckere oere verkooperen seβ sevende parten waervan den cooperen idtt resteren[de] sevende partt selffs toe stendich is van

          huijβ hoffstadtt ende kammer mett allen rechthen ende toebehooren gelegen op den hoeck van[den] Steenstraet mette d’eene ende met

          d’andere sijde aen[den] erffeniβe van zal[iger]: Roeloff Roeloffs erffgenamen. streckende met den achtersten eijnde aen erve van zal[iger]:

          den burgerm[eeste]r Johan van Zeller, ende voor aende voorβ Groote straet, voor vrij erff ende goet,uijttgenomen ongeveerlijck vijff en[de]

          vijftichst: als t’ capittel van st: Stevenskerck, ende vijff ende veertichst: als de weduwe van zal[iger] Jacob van Rijswijck zal[iger] jaerlijcx ende

          alle jaer met recht daeruijt geldende hebben. recognoverunt prædicti venditores prose et hæx: et qual: qua nihil juris retinnisse. xxvj januarij. 

[-] Agnes van Amstel was op 30 aug. 1632 in Huissen stad doopgetuige bij kind van Lucas Verhoeven en Trineke of Catharina Driesen [dat is

           bewijs dat Catharina schoonzus is van Agnes van Amstel]

[65] De Nedermaas maandblad no. 10 van 1936 - het goed "de Roobeek" ook wel "de Roode Beek" is gelegen in het gehucht Wellerlooi, be-

          rende onder het dorp Well gemeente Bergen, waarvan het huis cijnsroerig was aan het huis Well.

[51] 0491 familie van Voerst van Lynden 1.1.2 van Lynden van Ressen en van Voerst van Lynden 21 - landerijen te Slijk Ewijk - verzoek van de

           kinderen van Heilwich Vijgh douariere van Waardenburg aan de ambtman van Overbetuwe [G.A. van Lynden van Ressen] om verantwoor-

           ding te krijgen over verwin door Agnes van Amstel weduwe Driessen op goederen te Aalst en Slijk-Ewijk 1682. In zelfde stuk wordt erbij ver-

           meld Nijmegen 19 augustus 1682 dat Herman en Peter erfgenamen zijn van hun moeder Agnes van Amstel.

[-] Agnes van Amstel weduwe van Gerrit Driessen verwerft de rechten op graf nr. 598 [st. Stevens kerk Nijmegen] van Derick Kivit, wat later

           doorging op Wichman Martini en erfgenamen Driessen op Heyden en na hun op Gerardus Ignatius Driessen op Heyden de secretaris

           in Echt.


Uit dit huwelijk:


1.    Hermen Gerrits later Driessen Opheyden  -  volgt IIIa


2.    Peter Canisius Driessen Opheyden  -  volgt IIIb


≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈


IIe    Dirck Drieβen [later Andriessen]

           geb. Nijmegen wanneer? - † ??? -

           ondertr. Nijmegen [NH] 27 sept. 1629 [getuigen: Floris Palmers, Jan Schoeck en Gijsbertegn Rutges] als "Dirck Drieβen j.m. van N." -

           met Enneken Janβ zijnde "j.d. van N. beyde wonende alhier" - tr. Nijmegen [NH] 28 okt. 1629 - geb. Nijmegen wanneer? - † ??? - dr. van ???

 

Uit dit huwelijk: geen kinderen.

 

voetnoten: 

[55] Nijmegen stadsgerichten inventaris nr. 1879 folio 5v - Nijmegen 26 jan. 1627 voor schepen Kelffken Rensen kwamen 1] Wolter Drieβen na-

           mens hemzelf en voor zijn dochter Merrijttgen, voor Derick van Arnhem en Heijltgen van Arnhem zijn onmondige kinderen uit zijn gewezen huis-

           vrouw Jenneken van Stralen; 2] Gerrijtt Drieβen en Agneta van Amstel echtelieden; 3] Derijck Drieβen; 4] Trijneken Drieβen en 5] Floris

           Palmers en Elisabeth Drieβen echtelieden. Voor hun zelf samen en elk sterk makende voor 6] Neeltien Corneliβ weduwe van Lubbert Drieβen

           en hun kinderen Derijck, Jan en Lijsbijt Lubbertβ waarin zij hebben verkocht en overgedragen aan Johan Drieβen en Merrijtgen Floris echte-

           lieden 6/7 deel van een huis staande op hoek van de Steenstraat en Grotestraat [in Nijmegen]. Kopers hadden reeds 1/7 deel in eigendom.

           [hieruit blijkt dat huis van hun ouders vandaan kwam - volledige transcriptie als volgt [dank aan Bert]:

           26 januari 1627 Kelffken Rensen scabini [=schepen]. compareerden Wolter Drieβen voor hem seluen ende caveerende [= borg blijven] voor

          sijne dochter Merrijttgen, voor Derick van Arnhem ende Heijltgen van Arnhem onmundige voor kijnderen van Jenneken van Stralen sijns com-

          parants gewesene huijβvrouw, Gerrijtt Drieβen ende Agneta van Amstel, echtel[uijden]: Derijck Drieβen, Trijneken Drieβen, Floris Palmers

          ende Elisabeth Drieβen echtel[uijden]: voor oorselven ende oer t’ samen ende elcx een voor al sterckmaeckende voor Neeltien Corneliβ

          weduwe van zal[iger] Lubbert Drieβen tegenwoordich absent, ende derselver kijnderen Derijck, Jan ende Lijsbet Lubbertβ bij oer comparan-

          ten broeder zal[iger] Lubbert Drieβen voorβ: erweckt: ende bekenden voor oer vnd oeren erven ende inder qualiteijt als boven pro summa

          bene persoluta wettighs stedighs erffkoops verkocht gecideert ende opgedragen te hebben aen Johan Drieβen ende Merrijtgen Floris echte-

          l[uijden] seeckere oere verkooperen seβ sevende parten waervan den cooperen idtt resteren[de] sevende partt selffs toe stendich is van

          huijβ hoffstadtt ende kammer mett allen rechthen ende toebehooren gelegen op den hoeck van[den] Steenstraet mette d’eene ende met

          d’andere sijde aen[den] erffeniβe van zal[iger]: Roeloff Roeloffs erffgenamen. streckende met den achtersten eijnde aen erve van zal[iger]:

          den burgerm[eeste]r Johan van Zeller, ende voor aende voorβ Groote straet, voor vrij erff ende goet,uijttgenomen ongeveerlijck vijff en[de]

          vijftichst: als t’ capittel van st: Stevenskerck, ende vijff ende veertichst: als de weduwe van zal[iger] Jacob van Rijswijck zal[iger] jaerlijcx ende

          alle jaer met recht daeruijt geldende hebben. recognoverunt prædicti venditores prose et hæx: et qual: qua nihil juris retinnisse. xxvj januarij. 

[- sub a] ORA Nijmegen - stadsgerichten Nijmegen 1410-1811 – rubriek: 2.3.2.3 bijlagen bij het protocol schepengericht - 1141-1793 - inventaris-

           nummer 1329 – 1707 appèl [protest door Jacobus DoH] op Aken – erfhuis geschil tussen Ian Palmers, Benjamin Palmers, Metjen Maessen

           [als weduwe van Claes Wolters] en Anna Heijkoop [als weduwe van Gabriel Palmers] als naaste neven en nichten van Andries Palmers we-

           gens zijn vader Floris Palmers en Ignatius Driessen op Heijden, Maria Driessen op Heijden, Wilhelmus Driessen op Heijden, Fransciscus

           Driessen op Heijden en Agnes Driessen op Heijden voor 5/10 deel als naaste neven nichten van Andries Palmers wegens zijn moeder Elisa-

           beth Driessen aan de ene zijde, tegen Jacobus Driessen op Heijden testamentair universeel erfgenaam van Ian Palmers.

          - Elisabeth Palmers [dochter van Andries Palmers en Christina Borne] trouwde Gerard Voets en uit hun Andries Voets, die overleed zon-

            der wettige erfgenamen. De erfenis van Gerard Voets en Elisabeth Palmers werd op 11 aug. 1680 in vertrouwen toegedaan aan Andries

            Palmers, omdat hun kind Andries Voets nog onmondig was.

          - volgens "fidei commissaire dispositie" d.d. 11 augustus 1680 had Andries Palmers 16.000 guldens nagelaten aan [zijn zoon] Jan

            Palmers en [onmondig kleinzoon] Andries Voets. [hieruit maak je op dat Elisabeth Palmers en Andries Palmers al waren overleden.

          - op 25 sept. 1687 was er een magescheid voor schepenen Nijmegen ten gevolge van uitspraak 24 sept. 1686.

          - Jan Palmers [zoon van Andries Palmers en Christina Borne] overleed zonder wettige erfgenamen en had op 27 dec. 1700 Jacobus

            Driessen op Heijden benoemd tot testamentair en universeel erfgenaam zijnde zijn neef.

          - Johan Palmers had eerder ge-erfd van Maria Bonen weduwe van Jan Driessen 1] meubelen 2] som van 1291 guldens en 3] een obligatie

           van 700 guldens ten laste van Gerard Grootsman.

          - Johan Palmers erfde ook van zijn oud-oom Derrick Driessen.

          - volgens uitspraak 16 febr. 1707 schepengericht van Nijmegen moet Jacobus Driessen op Heijden de helft van de erfenis uitkeren aan

            erfgenamen van vadersijde [d.i. Ian Palmers, Benjamin Palmers, Metjen Maessen en Anna Heijkoop] en 5/10 deel van de andere helft

            aan de erfgenamen van moederzijde [d.i. Ignatius Driessen op Heijden, Maria Driessen op Heijden, Wilhelmus Driessen op Heijden, Fran-

            ciscus Driessen op Heijden en Agnes Driessen op Heijden] inclusief renten die Jacobus had genoten sinds [1702] overlijden van Jan Palmers.

[- sub b] In 1712 maakt Jacobus DoH een staat en komt hem toe: 1] obligatie van 800 ducatons d.d. 19-7-1693 t.w.v. f 2520 - 2] rente 4% op

            "het bosch van Jan Palmers" sinds 19 sept. 1702 tot 1 dec. 1712 totaal f 1027.12 - 3] kapitaal obligatie 8/18 sept. 1690 t.w.v. f 3000 met

            rente 18 sept. 1702 tot 1 dec. 1712 f 1376.50 en 4] nog een ander bedrag van f 25 – totaal komt hem toe f 7948.17. Ook heeft Jacobus

            DoH f 2147-15-7 uitbetaalt aan Ignatius DoH zijnde zijn aandeel op de erfenis ex Andries Palmers.

[62] ORA Nijmegen [ook in Zoeklicht Nijmegen] – OBG Winssen 2 erfp. – inv. nr. 895 – zegel van Derick Driessen anno 1658 [met vlak daarna nr.

            896 van Petrus Driessen op Heijden generatie IIIb] – we zullen het toch bij Dirck plaatsen in afwachting van bevestiging van nog een bron.


≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈


IIIa    Hermen Gerrits [1642] later Driessen op Heyde [vanaf 1651]

           geb. ca. 1625 ws. [rk] Nijmegen - op 21 sept. 1642 noemde hij zich Hermen Gerrits als doopgetuige in Huissen - in 1650 was hij handelaar,

           ook wel factoor genoemd 1650 te Nijmegen [2] [5] - burger [4] 1656 van Nijmegen [23] - eigenaar van de bouwhoeve de "Roode Beek"

           onder Well [23] - † voor 28-12-1692 ws. Nijmegen -

           ondertr. Nijmegen [NH] 2 febr. 1651 met afkondigingen in Doesburg [getuigen: ouders bruid, broer en oom van bruidegom] als "Herman

           Driessen op Heyde j.m. van N." - met Gerbrich Barbara Tielmans [Thijlmans [3], Tielemans] "j.d. van Doesborgh" - tr. ws. Doesburg? -

           geb. Doesburg - † ??? - dr. van ??? 


voetnoten:

[2] ORA Nijmegen - inv. 1317 cijnsboek - betaalt 1650 belastingen over de import van lakens, stoffen, wijn, bier, vis, graan, enz.

[63] Amsterdam notariele archieven - archief nr. 5075 – inv. 3658 – akte nr 248301 - notaris nr. 156: Jeremias Prise - soort document: insinuatie

          [= bekendmaking of bedekte toespeling van een beschuldiging] - datum: 2 februari 1668 - samenvatting: de notaris Jeremias Price is op

          verzoek van de kooplieden Wilhelmus Hegner en Solicotfre, met 2 getuigen naar het woonhuis [bij het heren logement] van Willem Sluijsken

          gegaan, en bij zijn absentie aan zijn huisvrouw om vordering, insinuatie en protest te doen, dat zij een baal niet hebben ontvangen. Willem

          Sluijsken is factoor [= handelsagent] namens Herman. Het gaat over een baal zijde gemerkt nr 7 en speciaal verpakkings merk, wat door

          Herman Driessen van Heijden via schipper Hendrik Bull uit Nijmegen naar Amsterdam was verzonden. De vrouw stelt dat Willem zich alleen

          bezig houdt met uitgaande en niet met inkomende goederen en verder moeten de eisers bewijzen dat Sluijsken de baal zijde had ontvangen.

[3] Valburg - protocol 962 folio 270 - op 22 febr. 1675 worden "Herman Drijssen op Heijde ende Gerbergh Barbara Thijlmans echteluden" ge-

          noemd bij transport van een rente-brief.

[4] ORA Nijmegen Raadssignaat - nr. 1883 fol. 117v - als burger van Nijmegen vermeld 22 sept. 1680 - was katholiek en burger van Nijmegen

          1680-1692 in een toen zwaar gereformeerde stad was bijzonder, blijkbaar koste het katholieken nogal wat moeite om het burgerschap te

          verkrijgen en/of te behouden.

[-] Ooij rijks RvN 0190-141-063v - op 6 december 1686 compareerde Hermen Driessen op Heiden voor Johan Triest stadhouder der leenen

          huis Heumen en leenmannen en erkent voor f 2100 te hebben verkocht "een camp weijlandt groot vierden halven mergen genoemt het

          Heeghkampken in der Oij aen de Heegstraet" en overgedragen aan de stadhouder wat aan hem was beleend op 23 okt. 1686.   

[5] stads-archief Amsterdam - archief Burlamacchi - sectie 73-792 ontvangen brieven met zakelijk inhoud - folio 174 - omslag 396 - samen met

          zijn zoon Jacob handelaar in goederen met o.a. handelshuis Benjamin Burlamacchi te Amsterdam, waarin zij volgens een bewaard geble-

          ven brief van 13 okt. 1688 aan Burlamacchi mededelen dat zij 2 zakken hebben ingeladen te Nijmegen met schipper Pieter Stevens op

          Dordrecht.

[23] Maasgouw [1898] p. 29.


Uit dit huwelijk: [geboren omgeving Nijmegen, Duffelt, Huissen???]


1.   Jacobus Driessen Opheyden  -  volgt IVa


2.   Agnes Maria Driessen Opheyden - geb. ??? - † na 3-4-1716 [6] - ondertr. Nijmegen 10 jan. 1697 [met attestatie naar Lent en afkondiging

         in Aken] - tr. Lent 24 jan. 1697 [NG en zelfde dag RK minderbroeders] [get. Jacobus Driessen en Joannes Wissenburgh kanunnik van

         Aken?] met Petrus W[e]issenburg [7] - ged. Aken [D] 8 apr. 1674 [get. ???] - † voor 5-2-1729 - zn. van Peter Weissenburg en Anna

         Clara Müsterus

         hieruit:

         1] Petrus Franciscus Wissenburg - ged. Aken [D] 3 dec. 1697 [get. Petrus Weissenburg en Margaretha Weissenburg] - † na 15 febr. 1718 [45]

         2] Hermannus Joseph Wissenburg - ged. Aken [D] 27 jan. 1699 [get. Johannes Wissenburg cann. st. Adalberti en Maria Cunera Drissen op

              Heyde dicta van den Berg]

         3] Gertruda Barbara Wissenburg - ged. Aken [D] 14 jan. 1702 [get. dominus Jacobus Driessen opHeyde en domina Anna Munsterens dicta

              Weisenburge] - † na 1-8-1764 [8]


voetnoten:

[41] Valburg - protocol van bezwaar van het schoutambt Valburg 1654-1759 nr. 65 - "besaet" - "Jacobus Driessen opHeijden, desselfs suster

          Gerarda Catharina Driessen Opheijden weduwe van Wighman Martini en swager Wissenbergh getrout aen juffrou Lutgardis Driessen

          Opheijden doen op heden dato de klocke elf uren ten allen rechten besaet op alle sodane gerede goederen, actien, obligatien, pachten

          en vruchten en erediten, en bij insuffisance op alle sodane ongerede goederen als vrouwe Maria Cunera Driessen Opheijden in den ampte

          van Overbetuwe mette doot ontruijmt heeften. breder bij het gerichtelijck signaet van Elst, quo relatio, registen den 11. april 1710. de klocke

          12. uren. [in marge:] M. C. Weissenberg weduwe van Jacob Driessen bekent van dit besaet te renuntieren. reg: 26. april 1718 

[6] Valburg - protocol 484 folio 160 - verklaring op 3 apr. 1716: Jacob Driessen Opheijden, Peter Wissenburgh nomine uxoris Agnes Driessen

          Opheijden, juffrouw Lutgardis Driessen Opheijden, Diderick, Bernardus, Hermannus, Maria en Anna Martini, kinderen en erfgenamen van

          wijlen Wichman Martini en Gerhardina Driessen Opheijden, worden op heden, ter instantie van Ditmarus de Raedt nomine uxoris Wendelina

          van den Bergh, Henrick Carel van den Bergh en juffrouw Catarina Maria van den Bergh, beijde kinderen en erfgenamen van wijlen haeren

          vader Christiaen van den Bergh, mitsgaders joncker Louwis Rudolph en Alexander de Craene, erfgenamen en bloetmombers van haere

          broeders en susters van vrouwe Petronella Tresa van den Bergh douariere van wijlen Pieter de Craene, beneffens joncker Joris Roedolph

          Lantman, heere van Notax, als testamentaire vooght ofte momber over de minderjarige kinderen bij gemelte vrouwe douariere de Crane

          stervende nagelaten, alle erfgenamen van wijlen d'heer Henrick van den Berg, ten allen rechten besaet gedaen, als breder bij het gerichte-

          lijck signaat van Elst, quo relatio, registratie 3e april 1716.

[45] Valburg - protocol van bezwaar van het schoutambt Valburg 1654-1759 - 'opdracht" - "Willem van Wichen en Willem van Trijst erfpachteren

          des ampts Overbetuwe certificeren dat op den 15 febr: deses jaers 1718 voor haer gecompareert en erschenen is de heer Peter Weissen-

          burgh den jonge in qualiteit als volmachtigde van de heer Francois Sebastiaen de Rouilje capiteijn ten dienste dese Nederlanden, alsmede

          van den heere Simon Michael Petit en vrouwe Maria Octavia de Rouilje echtelieden kinderen van wijlen den heere overste Philip de Roulje

          en erfgenamen ex testamento van wijlen vrouwe Maria Cunera Drijssens Opheijden in leven ehevrouwe van gemelde heer overste de

          Rouilje vermogens acte van volmaght voor Wilhelm van der Holt en Johan Banckhoven beijde schepenen van den gerichte van Maesniel

          Leuwen en Asenraet in de vrijheerlijckheijt Dolenbroeck ten desen eijnde mede specialijck gepasseert, met een opdracht segel in groen

          wasch en een witte papiere ruijt overdeckt en signaturen van gemelde schepenen neffens G. Geelen secretaris bekrachtight haer in ori-

          ginali gebleecken en voorgelesen, en bekende voor eene betaelde somme van vier duisent een hondert vijftigh guldens vercoft, gecedeert

          en opgedragen te hebben aen Jan Jansen de Haert den coren: wint en ros: meulen met huijs, hoff en bijgehorigh lant groot ongeveer

          eenen mergen met sijn gerechtigheden van dien althans bij den coper in pacht gebruijckt wordende en dannogh twee morgen weijlant

          beijde onder Hervelt gelegen, sijnde alles vrij erff en goedt uytgenomen gemeijne dijcken en weteringen van outs en met recht daer toe

          gehorende, bekennende daer van ontgoedet te sijn, met belofte van vrijinge en waringh als erfkoop recht is, registen: den 8. martij 1718.

[7] RHCL Maastricht - toegangsnr. 16.0738 - familie archief nr. V738 - [foto DOP738-12/14] Nijmegen 24 mei 1720 - akkoord tussen Peter

          Weissenbourg, juffrouw Lutgardi Driessen Opheijden en Theod. Ign. Martini "met haeren neeft" Gerardt Driessen Opheijden in bijweesen

          van Willem van Trijst, "herkoemende van haeren respective vaeder en grootvaeder Herman Driessen opheijden zal[iger]" dat "haeren

          neeft Gerard Driessen voorn. als leenheffer van den voorn. Hermen Driessen opheijden naegelaeten leenen" aan hr. Weissenbourg,

          juffrouw Lutgardi Driessen opheijden en de hr. Theod. Ign. Martini zal verkopen en afstaan in 3 parten: ten 1e - in ampt Overbetuwe in

          kerspel Driel waarde 700 guldens; en ten 2e - in den Saeijbredigen gelegen onder Bingeren omtrent Doesburg, afgedeeld met hr.

          Pabst waarde 500 guldens.

[8] ORA Nijmegen - inv. nr. 1960 fol. 366 d.d. 1-8-1764 - waarin zij samen met Maria Anna van Buijl universeel erfgenamen zijn van hun zieke

          neef Gerrit Frans Martini - kapitein.


3.   Berendina ook Gerharda Driessen Opheyden/op Heijden - geb. Weurt ???  - † na 11-4-1716 [41] - ondertr. Nijmegen [NH] 14 jan. 1672

          [getuigen hun ouders] attestatie gegeven naar "Weurt" [gld] 28 jan. 1672 - met Wichman Marten ook Martini - geb. ??? - † voor 11-4-1710

          [41] - zn. van Diderich Martini en Hester Buys

          hieruit:

          1] Maria Agnes Martini - geb. voor 1679

          2] Anna Elisabeth Martini - geb. voor 1679

          3] Diderick Marten ook Theodorus Ignatius Martini - ged. Nijmegen 22 aug. 1679 [RK minderbroeders] [get. Abraham Martini, Herman-

               nus Driessen Opheijden voor Jacobus Driessen Opheijden en Lutgardis Buijs]

          4] Esther Theresia Martini - ged. Nijmegen 4 okt. 1681 [RK minderbroeders] [get. Gisbertus Moringh voor hem Jacobus Moringh en

               Maria Cunera Driessen op Heijden] - † voor 7-7-1726 [9]

          5] Bernhardus Marten ook Bernardus Franciscus Martini - ged. Nijmegen 29 mrt. 1683 [RK minderbroeders] [get. Franciscus Gilis en

               Richardis Tillemans] - uitlandig in 1726 [9]

          6] Gerardus Canisius Martini - ged. Nijmegen 2 febr. 1685 [RK minderbroeders] [get. Gerardus Driessen Opheijden en Joanna Theresia

               Martini]

          7] Godefridus Antonius Martini - ged. Nijmegen 26 aug. 1687 [RK minderbroeders] [get. Gerardus Driessen op Heijden en Gertrudis

               van Buul genaamd Martini] - † voor 7-7-1726 [9]

          8] Hermannus Aloijsius Martini - ged. Nijmegen 10 mrt. 1689 [RK minderbroeders] [get. Gerardus Driessen op Heijden en Gertrudis van

               Buul genoemd Martini] - uitlandig in 1726 [9] 


voetnoten:

[41] Valburg - protocol van bezwaar van het schoutambt Valburg 1654-1759 nr. 65 - "besaet" - "Jacobus Driessen opHeijden, desselfs suster

          Gerarda Catharina Driessen Opheijden weduwe van Wighman Martini en swager Wissenbergh getrout aen juffrou Lutgardis Driessen

          Opheijden doen op heden dato de klocke elf uren ten allen rechten besaet op alle sodane gerede goederen, actien, obligatien, pachten

          en vruchten en erediten, en bij insuffisance op alle sodane ongerede goederen als vrouwe Maria Cunera Driessen Opheijden in den ampte

          van Overbetuwe mette doot ontruijmt heeften. breder bij het gerichtelijck signaet van Elst, quo relatio, registen den 11. april 1710. de klocke

          12. uren. [in marge:] M. C. Weissenberg weduwe van Jacob Driessen bekent van dit besaet te renuntieren. reg: 26. april 1718 

          [in marge:] M. C. Weissenberg weduwe van Jacob Driessen bekent van dit besaet te renuntieren. reg: 26. april 1718 

[9] ORA Nijmegen - inv. nr. 1922 fol. 65 d.d. 7-7-1726 - Philip Hengst namens Maria Agnes Martini, Anna Elisabeth Martini, Theodorus Ignatius

          Martini, Gerardus Martini en voor de afwezige en uitlandige broers Bernardus en Hermanus Martini, allen erven van wijlen Wichman Martini

          en wijlen Gerarda Driessen op Heijden, als mede-erfgenamen van hun "moeije" Lutgardis Driessen op Heijden, stellen hun goed tot borg

          in het proces tegen Willem van Trijst.


4.   Maria Cunera Driessen Opheyden - geb. ??? - † ws. st. Michielsgestel na 7-9-1706 was ziek op bed [47] - ondertr. Nijmegen 28 febr. 1692

          [NG] [met attestatie naar Neerbosch 13 mrt. 1692] - tr. 1e Nijmegen 13 mrt. 1692 [Jesuiten] [get. Jacobus Driessens, Gerarda Steenslerer,

          Ditmarus de Raedt, Maria Wendelina van den Bergh en Henricus Pels] met Henricus van den Bergh - geb. ??? - † voor 7-1-1703 - zn. van

          ??? - ondertr. Nijmegen 7 jan. 1703 [NG] [met attestatie naar Hees op 9 jan. 1703] - tr. 2e Nijmegen 7 jan. 1703 [NG] [get. Jacobus

          Driessens op Heijden, NN de Raedt, NN Wissenbergh en Lutgardis Driessens] met Philippus de Roulje van Ruenberg - geb. ??? -

          luitenant-kolonel en commandant van het regiment van baron van Slangenborgh - † voor 2-8-1715 [44] - zn. van ???

          uit beide huwelijken: blijkbaar geen kinderen.

          Philip had blijkbaar uit eerder huwelijk met ??? aantal kinderen [44] waaronder:

          1] Maria Octava de Rouilje - tr. met Simon Michael Petit

          2] Anna Charlotte de Rouilje

          3] Philip de Rouilje

          4] Frans Sebastiaan de Rouilje - kapitein ten dienste deser Nederlanden - kolonel 26-5-1755 [doopgetuige Roermond] - kolonel

              commandant en kapitein van een compagnie infanterie van 1e bataillon van regiment van luitenant-generaal Kinschot ten

              dienste van Nederland - begr. [in koor Nederduits Gereformeerd en 20x geluid] st. Michielsgestel 7 jan. 1763

 

voetnoten:

[46] Nijmegen - vermoedelijk geregistreerd in bijlagen tot het signaat van testamenten 1664-1811 - Nijmegen 25 febr. 1692 [waarvan kopie

          gemaakt 1699 door notaris Jord: van den Pavert] huwelijks voorwaarden tussen Henrick van den Bergh jongman en Maria Cunera

          Drissens op Heijde jongedochter waarbij de bruidegom inbrengt f 8000 en de bruid f 3000. Behalve ondertekening van het paar

          tekenen aan kant van bruidegom Christianus van den Bergh en Ditmaris de Raedt Hels en aan de kant van de bruid Jacobus Drissen

          op Heijden, Wichman Martini en Peter Drissen op Hijden.

[47] Nijmegen - signaat van testamenten en andere uiterste willen van het ambt Overbetuwe 1687-1811 - Nijmegen registratie d.d. 3

          februari 1710 door Diderick van Lijnden tot Ressen amptman richter en dijkgraaf van ambt Overbetuwe op verzoek van Francois de

          Rouilje het testament Maria Cunera Driessens Opheijden vrouw van Philip de Rouilje colonel van een regiment voetknechten ter

          dienste van de Verenigde Nederlanden als volgt: 1] aan haar zuster Lutgaerde Driessens Opheijde de "tafel rinck" die Maria

          Cunera van hun moeder had gekregen; 2] echter wanneer haar zuster Lutgaerde voor haar kwam te overlijden dan aan Marie

          Octave en Anna Charlotte de Rouilje dochters van haar man, die ook alle kleren krijgen alsmede "gout, silverwerck ende juwelen

          mijn toillet met 't silver" en toebehoren "mitsgaders alle mijne lijwaet en kanten" 3] aan haar man vruchtgebruik van al haar goederen;

          4] aan Marie Octave de Rouilje f 3000; 5] aan Anna Charlotte de Rouilje 5000 ducatons; 6] aan haar broer Jacobus Albertus

          Driessens opheijden 100 carolus guldens; 7] aan Gerarda Catharina Driessens weduwe Wighman Martini 100 carolus guldens;

          8] aan Maria Agnes Driessens huisvrouw van Peter Wissenburg 100 carolus guldens; 9] aan Lutgaerde Driessens 100 carolus

          guldens. Die voorgenoemde legaten van 100 guldens worden alleen uitgereikt na overlijden van haar man de kolonel de Rouilje,

          alsmede een gouden "souvereijn" aan Antonij Meijnserts en 1 aan Barbara Jansen haar man wel bekend. Alle andere goederen,

          obligaties, schulden, akten komen toe aan de 4 kinderen van haar man: Frans Sebastiaen, Philip, Maria Octava en Anna Charlotte

          de Rouilje. Verklaard op 7 sept. 1706 op Ruenberg te st. Michielsgestel.  

[41] Valburg - protocol van bezwaar van het schoutambt Valburg 1654-1759 nr. 65 - "besaet" - "Jacobus Driessen opHeijden, desselfs suster

          Gerarda Catharina Driessen Opheijden weduwe van Wighman Martini en swager Wissenbergh getrout aen juffrou Lutgardis Driessen

          Opheijden doen op heden dato de klocke elf uren ten allen rechten besaet op alle sodane gerede goederen, actien, obligatien, pachten

          en vruchten en erediten, en bij insuffisance op alle sodane ongerede goederen als vrouwe Maria Cunera Driessen Opheijden in den ampte

          van Overbetuwe mette doot ontruijmt heeften. breder bij het gerichtelijck signaet van Elst, quo relatio, registen den 11. april 1710. de klocke

          12. uren. [in marge:] M. C. Weissenberg weduwe van Jacob Driessen bekent van dit besaet te renuntieren. reg: 26. april 1718 

[42] Valburg - protocol van bezwaar van het schoutambt Valburg 1654-1759 - "besaet" - "de heer overste Philip de Rouilje wort op heden

          door Jacob Driessen Opheijden pro se et qq: besaet gedaen, als breder bij 't gerichtelijck signaet van Elst, quo relatio registen den

          23. febr: 1713". [in marge eronder:] Margareta Clara Weissenburgh weduwe Driessen bekent op den 29 feb: 1718 van dit besaet te

          renuntieren sign: den 8. mert 1718.

[43] Valburg - protocol van bezwaar van het schoutambt Valburg 1654-1759 - "besaet" - "de heere overste Philip de Rouilje weduwenaer,

          tochtenaer en boedelhouder van wijlen sijn weledele ehevrouwe Maria Cunera Driessen Opheijden wort op heden door de heere

          Ditmarus de Raedt als momber van de onmundige kinderen van de heer Christiaen van den Bergh, mitsgaders joffer Johanna Bruijns

          als volmachtigerse van vrouwe Petronella Theresa van den Berg douariere de Craen, alle erfgenamen van wijlen de heer Hendrick

          van den Bergh, ten allen rechten besaet, als breder bij 't gerichtelijck signaet van Elst, quo relatio, registen: den 8. meij 1713".

          [in marge:] afgeschreven om redenen als folio 68 te sien, registen den 23. feb: 1718.

[44] Valburg - protocol van bezwaar van het schoutambt Valburg 1654-1759 - "besaet" - "de heer Petit getrout aen Octava de Rouilje,

          Charlotte de Rouilje, Philip de Rouilje en de heer capiteijn de Rouilje samentlijcke kinderen en erfgenamen van de heere overste

          Philip de Rouilje worden op heden dato door Jacob Driessen Opheijden cum suis besaet gedaen, als breder bij het gerichtelijck

          signaet van Elst, quo realtio, registen: den 2. augustus 1715".

[45] Valburg - protocol van bezwaar van het schoutambt Valburg 1654-1759 - 'opdracht" - "Willem van Wichen en Willem van Trijst erf-

          pachteren des ampts Overbetuwe certificeren dat op den 15 febr: deses jaers 1718 voor haer gecompareert en erschenen is de

          heer Peter Weissenburgh den jonge in qualiteit als volmachtigde van de heer Francois Sebastiaen de Rouilje capiteijn ten dienste

          dese Nederlanden, alsmede van den heere Simon Michael Petit en vrouwe Maria Octavia de Rouilje echtelieden kinderen van wijlen

          den heere overste Philip de Roulje en erfgenamen ex testamento van wijlen vrouwe Maria Cunera Drijssens Opheijden in leven ehe-

          vrouwe van gemelde heer overste de Rouilje vermogens acte van volmaght voor Wilhelm van der Holt en Johan Banckhoven beijde

          schepenen van den gerichte van Maesniel Leuwen en Asenraet in de vrijheerlijckheijt Dolenbroeck ten desen eijnde mede specia-

          lijck gepasseert, met een opdracht segel in groen wasch en een witte papiere ruijt overdeckt en signaturen van gemelde schepenen

          neffens G. Geelen secretaris bekrachtight haer in originali gebleecken en voorgelesen, en bekende voor eene betaelde somme van

          vier duisent een hondert vijftigh guldens vercoft, gecedeert en opgedragen te hebben aen Jan Jansen de Haert den coren: wint en

          ros: meulen met huijs, hoff en bijgehorigh lant groot ongeveer eenen mergen met sijn gerechtigheden van dien althans bij den coper

          in pacht gebruijckt wordende en dannogh twee morgen weijlant beijde onder Hervelt gelegen, sijnde alles vrij erff en goedt uytgeno-

          men gemeijne dijcken en weteringen van outs en met recht daer toe gehorende, bekennende daer van ontgoedet te sijn, met belofte

          van vrijinge en waringh als erfkoop recht is, registen: den 8. martij 1718.        


5.    Lutgardis Driessen Opheyden - geb. ??? - † na 23-9-1721 [was toen doop getuige te Megen [Nb] zie gen. Va] - is zij getrouwd met

          Wissenberg? die eerder was getrouwd met zuster Agnes Maria? zie voetnoot 41

 

voetnoot:

[41] Valburg - protocol van bezwaar van het schoutambt Valburg 1654-1759 nr. 65 - "besaet" - "Jacobus Driessen opHeijden, desselfs suster

          Gerarda Catharina Driessen Opheijden weduwe van Wighman Martini en swager Wissenbergh getrout aen juffrou Lutgardis Driessen

          Opheijden doen op heden dato de klocke elf uren ten allen rechten besaet op alle sodane gerede goederen, actien, obligatien, pachten

          en vruchten en erediten, en bij insuffisance op alle sodane ongerede goederen als vrouwe Maria Cunera Driessen Opheijden in den ampte

          van Overbetuwe mette doot ontruijmt heeften. breder bij het gerichtelijck signaet van Elst, quo relatio, registen den 11. april 1710. de klocke

          12. uren. [in marge:] M. C. Weissenberg weduwe van Jacob Driessen bekent van dit besaet te renuntieren. reg: 26. april 1718 

 

≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈


IIIb    Peter/Petrus Canisius Driessen Opheyden

            geb ??? -  ingeschreven 7 mei 1648 als student universiteit van Keulen [D] - burger 1656 van Nijmegen [23] - eigenaar van de hoeve "de

            Roode Beek" onder Well [23] [65] had dit gekregen van zijn moeder Agnes van Amstel, weduwe van Gerard Driessen - maakt testament 15

            febr. 1700 [57] - † voor 11-8-1704 [29] -

            tr. Nijmegen 6 febr. 1653 [voor schepenen] met Henrica ook Hendrina Elisabeth van der Heijden - geb. ??? - maakt testament 15 febr. 1700

            [57] - † na 25-5-1709 - dr. van Johan Verheyden en Anna van Haeps


            inv. nr. 896  [10]


voetnoten: 

[10] ORA Nijmegen - inv. nr. 896 - zegel van Peter Driessen op Heijden anno 1658. 

[-] ORA Nijmegen - inv. nr. 4247 - 14 juli 1654 Johan Bors en Johan Verheyden, erfmagescheidslieden, bepalen in een magescheid tussen

          Anna Petronella van Camerlandt, dochter van Anna van Haeps en Willem Jansen van Camerlandt [uit 1e huwelijk] en Petrus Canisius

          als man en voogd van Henrica Verheyden, als erfgenamen van Neuleken van Zeller, weduwe van Derrick van Haeps, dat Petronella

          van Camerlandt o.a. heeft verkregen een rente van 36 gulden op de stad Nijmegen, en dat Petrus Canisius Driessens dat heeft ver-

          kregen t.b.v. Henrica Verheyden twee erfrenten van elk 30 gulden.

[23] Maasgouw [1898] p. 29.

[65] De Nedermaas maandblad no. 10 van 1936 - het goed "de Roobeek" ook wel "de Roode Beek" is gelegen in het gehucht Wellerlooi, be-

          rende onder het dorp Well gemeente Bergen, waarvan het huis cijnsroerig was aan het huis Well.

[-] RHCL Maastricht 16.1112A-1 - lijst kasteel en heerlijkheid Well - inv. nr. 563 - Well 28 sept. 1673 waarin Peter Driessen op Heyden een

          kapitaal van 2000 gulden overdraagt aan gravin van Limburg Stirum.

[-] Valburg protocollen tot 1701 - waarin op 27 nov. 1673 Peter Driessen op Heijde en Roelof van der Heijden als erfpachters worden ge-

          noemd. Idem op 10 dec. 1674 Peter Driessen Opheijde.

[-] Nijmegen protocol van overdrachten - waarin op 29 jan. 1681 voor schepenen Fagel en Beeck, Petrus Canisius Driessen en Henrica van

          der Heyden echtelieden, bekennen 5500 guldens te hebben ontvangen van en overdragen aan Johan Vermeer wijnkoper en Helene

          Wijnen, echtelieden, een "seecker huijs en hofstadt" gelegen aan de "grotestraet" belast met een jaarlijkse tijns van "eenen obel" die

          jaarlijks betaalt moet worden met "eenen deut aen de reeckenkamer in Gelderland".

[-] 1087 ambt en dijkstoel van de Overbetuwe, 1427-1838 [1855] nr. 3134 - anno 1688 verzoekt de rijks vrijheer van Quandt tot Wijckrath

          heer van Loenen aan ambtman en jonkeren van Overbetuwe [Gaspar Antoni van Lynden] dat zij Peter Driessen op Heyde te Nijmegen

          bevelen de krib - aangelegd tegen zijn eigendom - boven dat van rekestrant gelegen, op te maken of rekestrant te vergunnen deze

          krib op te maken tegen het genot van de aanwas tot behoud van de door hem met subsidie van het ambt aangelegd krib- en waterwer-

          ken. [het buurtschap en landgoed Loenen lag pal naast Slijck-Ewijck]

[53] RHCL 14.A002A inv. 2174 testament nr. 59 uit archief van de bisschop van Roermond d.d. 16 okt. 1688 waarin hij tot momboir van zijn

          zoon Gerardus Ignatius Driessen stelt zijn vader Peter Driessens. Tevens benoemt hij zijn broer Ignatius Driessens tot momboir van

          zijn zoon als hun vader Peter Driessen voortijdig zou overlijden. Als zijn zoon voortijdig zou overlijden dan benoemt hij zijn broer Ignatius

          Driessens tot erfgenaam van al zijn goederen. Legateert 15 gulden Brabants aan seminarie bisdom Roermond. Tekent als Gerart

          Driessens. Met aantekening van 3 juni 1691 van schepenen van Roermond dat zij zich naar huis inde Swamaeker straet hebben ge-

          voegd om gesloten testament te openen van wijlen Gerardus Ignatius Driessens in leven officaal van bisdom Roermond op verzoek van

          Ignatius Driessen, de griffier Tijlman Winckels, Anna Petronella Driessens en Aldegonde Paulesen weduwe van de advocaat Hendrick Dijsters.

[-] Transport Arch.nr: 3 Stadsgerichten Nijmegen Inventarisnummer: 1893 Folio: 10v] Den 18 feb. 1695 Voor de heren schepenen ............en

          Wilhelm Roukens zijn verschenen Hendrick Uwens en de Margrita de Haert echteluijden ende hebben met speciaal consent van die

          e[ersame] Peter Driessen Opheijden ende vrouwe Cristina Bors overmits d'absentie van haren man die heere Jacob van der Heijden

          drossart des ampts Montfoort als fideicomissaire erffgenamen van wijlen doctor Dionis Stevens volgens ..... coopcedullen van den 16 feb.

          1695…etc. Het betreft de verdere afwikkeling van de overdracht van een huis in de Smidstraat aan “aen die eersame Jacobus Nagel ende

          Alette de Beijer echteluijden en hare erven” "metten achterste einde en uijtganck op ...... St. Stevens kerckhoff”

[57] RHCL Bisdom Roermond testamenten - 14.A002A - Bijlage I - zie specificatie van de testamenten in inventarisnummers 2174-2175 - testa-

          ment 15-2-1700 van Peter Driessen en Hendrijna van der Heijden te Nijmegen. Begunstigd in dit testament worden zoon Ignatius cano-

          nicus tot Xanten, dochters Maria en Agnes en de jongste zonen Wilhelmus en Franciscus. Zij zullen ieder 5000 guldens ontvangen.

          Verder zullen de resterende goederen gelijk verdeeld worden tussen hen en de kindskinderen Gerardus Driessen en Petrus Winckel,

          die nog een legaat ontvingen van Hendrina's oudste zuster zaliger Anna Petronella van Camerlant. Ignatius ontvangt het Hof de Rode

          Beek te Well.

[29] BHIC Den Bosch 305 - fam. van de Mortel-de la Court nr. 749 - 1704 akte van huwelijksvoorwaarden tussen Balthazar W. van Kessel en

          Agnes M. Driessens Opheyde - authentieke kopie van 1713.

[-] Valburg protocol 184 fol. 58 - waarin op 25 mei 1709 "Simon Jansen en sijne huijsvrouw door de weduwe van d'heer Peter Driessen Opheij-

          den ten allen rechten wordt gepeijnt aen sodane gerede en ongerede goederen, als deselve onder Slijck-Ewijck en Osterholt sijn heb-

          bende, voor eene somme van seshondert gulden, herkomende wegens achterstedige pachtpenningen. ter goeder reeckeningh.

          registratie den 31e meij 1709. # geschreven op een segel van 30 stuijvers # mij vertoont quatantie van Ignatius Driessen Opheijden,

          soon van Peter Driessen. de dato den 28e september 1714, waarbij hij mij versoeckt dese peijndingh alhier te willen rojeren.

          hetgeen geschiet mits desen op den 6e december 1728". 

 

Uit dit huwelijk: [volgorde onzeker]

 

1.    Wilhelmus Driessen Opheijden  -  volgt IVb


2.    Ignatius Driessen Opheijden - geb. ca. 1650 ws. Nijmegen - licentiaat in beide rechten 1678 [Leuven universiteit] - ingeschreven 10 mei

          1678 als student universiteit van Keulen [D] - hoofdschool meester, kanunnik en scholaster te Xanten [D] - eigenaar van de hoeve "de

          Roode Beek" onder Well [23] [65] verkregen bij testament van zijn ouders - testament 10 aug. 1721 [21] - † Xanten [D] 6 sept. 1721 [17] 


voetnoten:

[-] RHCL Maastricht - De Maasgouw 1886 p.77 - foto DOP1886-76 - Ignatius kanunnik te Xanten kreeg bij deling de hofstede Roobeek. Alzo

          vernoemd naar een in de buurt stromende beekje de "Roode Beek" vanwege de ijzerhoudende roskleurige water. Later kwam deze

          hoeve bij erfregeling aan Peter de Winckel griffier van Roermond, zijn moeder was Anna Petronella Driessen op Heijden.

[65] De Nedermaas maandblad no. 10 van 1936 - het goed "de Roobeek" ook wel "de Roode Beek" is gelegen in het gehucht Wellerlooi, be-

          rende onder het dorp Well gemeente Bergen, waarvan het huis cijnsroerig was aan het huis Well.

[-] GA Roermond - familie archieven afd. V toegang 5020 varia nr. 142 - foto DOP142 - Leuven 4 febr. 1678 waarin Ignatius Driessen uit Nijme-

          gen van Universiteit van Leuven, licentiaat kreeg in beide rechten.

[53] RHCL 14.A002A inv. 2174 testament nr. 59 uit archief van de bisschop van Roermond d.d. 16 okt. 1688 waarin hij tot momboir van zijn zoon

          Gerardus Ignatius Driessen stelt zijn vader Peter Driessens. Tevens benoemt hij zijn broer Ignatius Driessens tot momboir van zijn zoon

          als hun vader Peter Driessen voortijdig zou overlijden. Als zijn zoon voortijdig zou overlijden dan benoemt hij zijn broer Ignatius Driessens

          tot erfgenaam van al zijn goederen. Legateert 15 gulden Brabants aan seminarie bisdom Roermond. Tekent als Gerart Driessens. Met

          aantekening van 3 juni 1691 van schepenen van Roermond dat zij zich naar huis inde Swamaeker straet hebben gevoegd om gesloten

          testament te openen van wijlen Gerardus Ignatius Driessens in leven officaal van bisdom Roermond op verzoek van Ignatius Driessen,

          de griffier Tijlman Winckels, Anna Petronella Driessens en Aldegonde Paulesen weduwe van de advocaat Hendrick Dijsters.   

[-] Navorscher 1945 - gedenkwaardige Limburgers [benoeming 1689] - blz. 19.

[-] RHCL Maastricht - toegangsnr. 16.0738 - familie archief - nr. V738 - foto DOP738-9/11 - Roermond 2 okt. 1693 waarin bisschop Reginaldo

          van bisdom Roermond de sollicitatie naar Xanten behandelt van Ignatius Driessens uit Nijmegen, Ignatius moest daarvoor bewijs van

          geboorte en doop overleggen. Die had hij toen ook nodig bij zijn kruinschering [tonsuur] - een ritueel waarbij men in het priesterambt

          werd bevestigd. Kennelijk heeft de bisschop dat bewijs destijds achtergehouden en daarom is een nieuwe nodig uit Nijmegen.

[- sub a]] ORA Nijmegen - stadsgerichten Nijmegen 1410-1811 – rubriek: 2.3.2.3 bijlagen bij het protocol schepengericht - 1141-1793 - inventaris-

          nummer 1329 – 1707 appèl [protest door Jacobus DoH] op Aken – erfhuis geschil tussen Ian Palmers, Benjamin Palmers, Metjen Maessen

          [als weduwe van Claes Wolters] en Anna Heijkoop [als weduwe van Gabriel Palmers] als naaste neven en nichten van Andries Palmers we-

          gens zijn vader Floris Palmers en Ignatius Driessen op Heijden, Maria Driessen op Heijden, Wilhelmus Driessen op Heijden, Fransciscus

          Driessen op Heijden en Agnes Driessen op Heijden voor 5/10 deel als naaste neven nichten van Andries Palmers wegens zijn moeder Elisa-

          beth Driessen aan de ene zijde, tegen Jacobus Driessen op Heijden testamentair universeel erfgenaam van Ian Palmers.

          - Elisabeth Palmers [dochter van Andries Palmers en Christina Borne] trouwde Gerard Voets en uit hun Andries Voets, die overleed zon-

            der wettige erfgenamen. De erfenis van Gerard Voets en Elisabeth Palmers werd op 11 aug. 1680 in vertrouwen toegedaan aan Andries

            Palmers, omdat hun kind Andries Voets nog onmondig was.

          - volgens "fidei commissaire dispositie" d.d. 11 augustus 1680 had Andries Palmers 16.000 guldens nagelaten aan [zijn zoon] Jan

            Palmers en [onmondig kleinzoon] Andries Voets. [hieruit maak je op dat Elisabeth Palmers en Andries Palmers al waren overleden.

          - op 25 sept. 1687 was er een magescheid voor schepenen Nijmegen ten gevolge van uitspraak 24 sept. 1686.

          - Jan Palmers [zoon van Andries Palmers en Christina Borne] overleed zonder wettige erfgenamen en had op 27 dec. 1700 Jacobus

            Driessen op Heijden benoemd tot testamentair en universeel erfgenaam zijnde zijn neef.

          - Johan Palmers had eerder ge-erfd van Maria Bonen weduwe van Jan Driessen 1] meubelen 2] som van 1291 guldens en 3] een obligatie

           van 700 guldens ten laste van Gerard Grootsman.

          - Johan Palmers erfde ook van zijn oud-oom Derrick Driessen.

          - volgens uitspraak 16 febr. 1707 schepengericht van Nijmegen moet Jacobus Driessen op Heijden de helft van de erfenis uitkeren aan

            erfgenamen van vadersijde [d.i. Ian Palmers, Benjamin Palmers, Metjen Maessen en Anna Heijkoop] en 5/10 deel van de andere helft

            aan de erfgenamen van moederzijde [d.i. Ignatius Driessen op Heijden, Maria Driessen op Heijden, Wilhelmus Driessen op Heijden, Fran-

            ciscus Driessen op Heijden en Agnes Driessen op Heijden] inclusief renten die Jacobus had genoten sinds [1702] overlijden van Jan Palmers.

[- sub b] In 1712 maakt Jacobus DoH een staat en komt hem toe: 1] obligatie van 800 ducatons d.d. 19-7-1693 t.w.v. f 2520 - 2] rente 4% op

           "het bosch van Jan Palmers" sinds 19 sept. 1702 tot 1 dec. 1712 totaal f 1027.12 - 3] kapitaal obligatie 8/18 sept. 1690 t.w.v. f 3000 met

           rente 18 sept. 1702 tot 1 dec. 1712 f 1376.50 en 4] nog een ander bedrag van f 25 – totaal komt hem toe f 7948.17. Ook heeft Jacobus

           DoH f 2147-15-7 uitbetaalt aan Ignatius DoH zijnde zijn aandeel op de erfenis ex Andries Palmers.

[-] Valburg - protocol 278 - fol. 84 - "d'heer Ignatius Driessen Opheijden wort den 2e martij 1712 ten allen rechten besaet gedaen door d'erfge-

           namen van wijlen Hermen Driessen Opheijden, als breder bij 't gerichtelijck signaet van Bemmel quo relatio, registratie den 21e april 1712".

[-] Valburg - protocol 184 fol. 58 - Simon Jansen en sijne huijsvrouw worden op den 25e deses [25-5-1709] door de weduwe van d'heer Peter

           Driessen Opheijden ten allen rechten gepeijnt aen sodane gerede en ongerede goederen, als deselve onder Slijck-Ewijck en Osterholt

           sijn hebbende, voor eene somme van seshondert gulden, herkomende wegens achterstedige pachtpenningen.    ter goeder reeckeningh.

           Registratie den 31e meij 1709. Geschreven op een segel van 30 stuijvers # # Mij vertoont quatantie van Ignasius Driessen Opheijden,

           soon van Peter Driessen. de dato den 28e september 1714, waarbij hij mij versoeckt dese peijndingh alhier te willen rojeren, hetgeene

           geschiet mits desen op den 6e december 1728.

[21] RHCL Maastricht - toegangsnr. 14.A002A - archieftitel: bisschoppen van Roermond 1559-1801 - inventaris 2.3.1.1.5 - portefeuille 56 nr. 8A -

           [foto DOP14-1/10] - Xanten [D] 10 aug. 1721 voor notaris Theod. Storp, waarin Ignatius Driessen Opheijden zijn bezit in Kleefse en Gelder-

           se vermaakt aan "noch lebenden bruderen undt schwesteren, benentlich Wilhelmo et Agneti Driessens op Heijden, item nepotibus meis

           Gerhardo Driessens, meines in Gott verstorbenen bruders Gerhardi sohn, undt Petro Josepho de Winckel, meiner in Gott ruhenden schwes-

           ter Annae Petronella sohn" maar ook legaten aan de kerk, noemt later ook "mein liebe schwester Maria Driessens op Heijden". Benoemt de

           rentmeester Johan Reiner Stepraht van Nijmegen tot executeur en als er strijd mog zijn om zijn na-latenschap dan gaat alles naar de kerk,

           door 7 getuigen getekend: Ludovicus van Cleve, Franciscus Casparus Pontinus plebaan van Xanten [D], Joannes Schilkens vicarius, Werner

           Grondt pastoor en vicarius, Gerardus Loiff vicarius, Bernardus Horst vicarius en rector van Xanten [D] en Fridericus Horst vicarius.

[17] RHCL Maastricht - toegangsnr. 16.0738 - familie archief nr. V738 - foto DOP738-31/35 - Xanten [D] 21 nov. 1767 verklaring van Arnold

           Lambert Diepram Dechand, Johan Henrick van Berckel "scholasten" en Joan Carl Joseph Corman Portarius, alle 3 kanunnik van aarts-

           bisdom te Xanten, op verzoek van J.E. Sanders van Well procureur van stad Nijmegen, bevestigen dat "wijlen onse Heer confratis Ignatii

           Driessen op Heijden scholastici et canonici Xantensis" is overleden in Xanten 6 september 1721. Attest afgegeven door secretaris August

           Ernest Muller.

[23] Maasgouw [1898] p. 29.  

 

3.    Gerard Driessens op Heyde  -  volgt IVc


4.    Maria Driessens Opheijden - geb. ??? - vermeld 1721 [21] - woont 1738-1749 op de Colck onder Broekhuizenvorst - zij was reeds in 1738

           geestelijke dochter van de 3e regel van den heilige Augustinus [25] - maakt testament 1748 [24] - † Broekhuizenvorst 25 juni 1749 "obijt

           domina Maria Drissens op Heiden virgo deo devota ex regula s. Augustini". 

 

         Driessen op Heijden

          kasteel/huis de Colck ca. 1738    

 

voetnoten:

[- sub a]] ORA Nijmegen - stadsgerichten Nijmegen 1410-1811 – rubriek: 2.3.2.3 bijlagen bij het protocol schepengericht - 1141-1793 - inventaris-

          nummer 1329 – 1707 appèl [protest door Jacobus DoH] op Aken – erfhuis geschil tussen Ian Palmers, Benjamin Palmers, Metjen Maessen

          [als weduwe van Claes Wolters] en Anna Heijkoop [als weduwe van Gabriel Palmers] als naaste neven en nichten van Andries Palmers we-

          gens zijn vader Floris Palmers en Ignatius Driessen op Heijden, Maria Driessen op Heijden, Wilhelmus Driessen op Heijden, Fransciscus

          Driessen op Heijden en Agnes Driessen op Heijden voor 5/10 deel als naaste neven nichten van Andries Palmers wegens zijn moeder Elisa-

          beth Driessen aan de ene zijde, tegen Jacobus Driessen op Heijden testamentair universeel erfgenaam van Ian Palmers.

          - Elisabeth Palmers [dochter van Andries Palmers en Christina Borne] trouwde Gerard Voets en uit hun Andries Voets, die overleed zon-

            der wettige erfgenamen. De erfenis van Gerard Voets en Elisabeth Palmers werd op 11 aug. 1680 in vertrouwen toegedaan aan Andries

            Palmers, omdat hun kind Andries Voets nog onmondig was.

          - volgens "fidei commissaire dispositie" d.d. 11 augustus 1680 had Andries Palmers 16.000 guldens nagelaten aan [zijn zoon] Jan

            Palmers en [onmondig kleinzoon] Andries Voets. [hieruit maak je op dat Elisabeth Palmers en Andries Palmers al waren overleden.

          - op 25 sept. 1687 was er een magescheid voor schepenen Nijmegen ten gevolge van uitspraak 24 sept. 1686.

          - Jan Palmers [zoon van Andries Palmers en Christina Borne] overleed zonder wettige erfgenamen en had op 27 dec. 1700 Jacobus

            Driessen op Heijden benoemd tot testamentair en universeel erfgenaam zijnde zijn neef.

          - Johan Palmers had eerder ge-erfd van Maria Bonen weduwe van Jan Driessen 1] meubelen 2] som van 1291 guldens en 3] een obligatie

           van 700 guldens ten laste van Gerard Grootsman.

          - Johan Palmers erfde ook van zijn oud-oom Derrick Driessen.

          - volgens uitspraak 16 febr. 1707 schepengericht van Nijmegen moet Jacobus Driessen op Heijden de helft van de erfenis uitkeren aan

            erfgenamen van vadersijde [d.i. Ian Palmers, Benjamin Palmers, Metjen Maessen en Anna Heijkoop] en 5/10 deel van de andere helft

            aan de erfgenamen van moederzijde [d.i. Ignatius Driessen op Heijden, Maria Driessen op Heijden, Wilhelmus Driessen op Heijden, Fran-

            ciscus Driessen op Heijden en Agnes Driessen op Heijden] inclusief renten die Jacobus had genoten sinds [1702] overlijden van Jan Palmers.

[- sub b] In 1712 maakt Jacobus DoH een staat en komt hem toe: 1] obligatie van 800 ducatons d.d. 19-7-1693 t.w.v. f 2520 - 2] rente 4% op

           "het bosch van Jan Palmers" sinds 19 sept. 1702 tot 1 dec. 1712 totaal f 1027.12 - 3] kapitaal obligatie 8/18 sept. 1690 t.w.v. f 3000 met

           rente 18 sept. 1702 tot 1 dec. 1712 f 1376.50 en 4] nog een ander bedrag van f 25 – totaal komt hem toe f 7948.17. Ook heeft Jacobus

           DoH f 2147-15-7 uitbetaalt aan Ignatius DoH zijnde zijn aandeel op de erfenis ex Andries Palmers. 

[21] RHCL Maastricht - toegangsnr. 14.A002A - archieftitel: bisschoppen van Roermond 1559-1801 - inventaris 2.3.1.1.5 - portefeuille 56 nr. 8A -

           [foto DOP14-1/10] - Xanten [D] 10 aug. 1721 voor notaris Theod. Storp, waarin Ignatius Driessen Opheijden zijn bezit in Kleefse en Gelder-

           se vermaakt aan "noch lebenden bruderen undt schwesteren, benentlich Wilhelmo et Agneti Driessens op Heijden, item nepotibus meis

           Gerhardo Driessens, meines in Gott verstorbenen bruders Gerhardi sohn, undt Petro Josepho de Winckel, meiner in Gott ruhenden schwes-

           ter Annae Petronella sohn" maar ook legaten aan de kerk, noemt later ook "mein liebe schwester Maria Driessens op Heijden". Benoemt de

           rentmeester Johan Reiner Stepraht van Nijmegen tot executeur en als er strijd mog zijn om zijn na-latenschap dan gaat alles naar de kerk,

           door 7 getuigen getekend: Ludovicus van Cleve, Franciscus Casparus Pontinus plebaan van Xanten [D], Joannes Schilkens vicarius, Werner

           Grondt pastoor en vicarius, Gerardus Loiff vicarius, Bernardus Horst vicarius en rector van Xanten [D] en Fridericus Horst vicarius.

[24] Maasgouw [1898] p. 25-27 - opgemaakt op het huis Colck onder Broekhuizenvorst 10 jan. 1748 en bekrachtigd door schepenen 15 jan. 1748

           waarin zij bepaalt dat haar roerende en onroerende goederen worden verdeeld in 5 delen tussen: Hendrina van Kessel, Lucretia van Kessel

           tegenwoordige huisvrouw van haar neef Petrus Hendricus de Winckel [zoon van P.J. de Winckel en Maria Barbara de Haen], Ignatius van

           Kessel, kinderen van de Winckel/van Kessel en Maria Agnes de Winckel [zuster van Petrus Hendrikus de Winckel]. Tevens legateert zij dat

           haar broer Wilhelmus Driessens op Heyden levenslang zal mogen wonen op Groodt Linden en jaarlijks 150 guldens zal ontvangen. Aan de

           kinderen van Hendrina Driessens op Heyde, dochter van haar broer Wilhelmus Driessens op Heyde, eenmalig de som van 50 guldens.

           Ook legateert zij 50 guldens aan Joannes Hoffman, jager van haar neef de Winckel [Petrus Hendrikus de Winckel] "ter oorsaecke van de

           diensten die hy my gedaen heeft". Zij geeft nog aan dat als haar broer bezwaren mocht hebben, dan zal hij die jaarlijkse 150 gulden niet

           ontvangen want zoals ze schrijft "mynen broeder, ende syne kinderen hebben in myn leven genoeg gehadt hetwelck my groote quellinge

           genoegh is geweest te meer dat de selve sigh noydt naer myn genoegen en hebben willen schicken". Tot executeur van haar uiterste wil

           is benoemd haar neef Petrus Hendricus de Winckel.

[25] Maasgouw [1898] p. 30 schema.

[39] Valburg - protocol van bezwaar van schoutambt Valburg 1654-1759 deel 1 - kopie folio 292 e.v. - op 27 mei 1750 compareert Henrick Reijnen

           als gevolmachtigde van Petrus en Ignatius Driesen op Heijden alsmede Jan Broeren gehuwd met Hendrina Driessens op Heijden die recht

           hebben van de erfgenamen van wijlen Maria Driessens op Heijden. De 1e volmacht uit Haarlem d.d. 2 sept. 1749, de 2e uit Echt d.d. 28 juli

           1749 en de 3e uit Cuyck d.d. 21 jan. 1750. De comparant heeft namens gevolmachtigden voor f 320 verkocht aan Fredrick Claesen en

           Christina Hendrixs echtelieden een perceel bouwland groot 5 morgen genaamd "Verkens neker" gelegen in kerspel Oosterholt "kort bij

           den Eijnd-dijck".  

[40] Valburg - protocol van bezwaar van schoutambt Valburg 1654-1759 deel 2 - kopie folio 1 e.v. - op 28 juli 1750 compareert Henrick Reijnen als

           gevolmachtigde van Petrus en Ignatius Driesen op Heijden alsmede Jan Broeren gehuwd met Hendrina Driessens op Heijden die recht

           hebben van de erfgenamen van wijlen Maria Driessens op Heijden. De 1e volmacht uit Haarlem d.d. 2 sept. 1749, de 2e uit Echt d.d. 28 juli

           1749 en de 3e uit Cuyck d.d. 21 jan. 1750 die tesamen voor de helft eigenaren zijn van een perceel. Comparant vertegenwoordigt ook

           Maria Agnes de Wickel met Petrus Hendricus de Winckel heer van Swolgen gehuwd met Lucretia van Kessel conform volmacht van resp.

           Venlo d.d. 13 mei 1750 en Roermond d.d. 30 juni 1750 die eigenaren zijn van de andere helft. Comparant heeft namens alle gevolmach-

           tigden voor f 2540 verkocht aan de brouwer Hermen Roelofs en Gerritje Arisen echtelieden, een huis en brouwerij genaamd "den Spicker"

           met berg, hof, 2 kleine boomgaarden met bijbehorende bouw- en weilanden groot 15 morgen gelegen in kerspel Slijk-Ewijk.


5.    Anna Petronella Driessen - geb. ??? - [mogelijk? lid nr. 11 van broederschap van broeders en zusters gesticht 1691 Nijmegen - † Roer-

           mond 6 dec. 1695 [25] - aangehaald 1721 [21] - tr. ??? met Tilman de Winckel - geb. ??? - † Roermond 15 jan. 1725 - griffier van hof

           van Roermond - werd op 12 jan. 1688 door de koning van Spanje in de adelstand verheven 

           hieruit:

           1] ridder Petrus Josephus de Winckel - geb. Roermond 16 mei 1691 - † Roermond 22 nov. 1746 - griffier van hof van Roermond - heer

               van Swolgen op 14 juli 1739 - tr. Roermond 12 mrt. 1719 met Maria Barbara de Haen - † Roermond 23 mei 1749 - erfdochter van

               kasteel Ingeraidt te Wanckum  

 

voetnoten:

[53] RHCL 14.A002A inv. 2174 testament nr. 59 uit archief van de bisschop van Roermond d.d. 16 okt. 1688 waarin hij tot momboir van zijn zoon

          Gerardus Ignatius Driessen stelt zijn vader Peter Driessens. Tevens benoemt hij zijn broer Ignatius Driessens tot momboir van zijn zoon als

          hun vader Peter Driessen voortijdig zou overlijden. Als zijn zoon voortijdig zou overlijden dan benoemt hij zijn broer Ignatius Driessens tot

          erfgenaam van al zijn goederen. Legateert 15 gulden Brabants aan seminarie bisdom Roermond. Tekent als Gerart Driessens. Met aan-

          tekening van 3 juni 1691 van schepenen van Roermond dat zij zich naar huis inde Swamaeker straet hebben gevoegd om gesloten testa-

          ment te openen van wijlen Gerardus Ignatius Driessens in leven officaal van bisdom Roermond op verzoek van Ignatius Driessen, de grif-

          fier Tijlman Winckels, Anna Petronella Driessens en Aldegonde Paulesen weduwe van de advocaat Hendrick Dijsters.   

[21] RHCL Maastricht - toegangsnr. 14.A002A - archieftitel: bisschoppen van Roermond 1559-1801 - inventaris 2.3.1.1.5 - portefeuille 56 nr. 8A -

          [foto DOP14-1/10] - Xanten [D] 10 aug. 1721 voor notaris Theod. Storp, waarin Ignatius Driessen Opheijden zijn bezit in Kleefse en Gelder-

          se vermaakt aan "noch lebenden bruderen undt schwesteren, benentlich Wilhelmo et Agneti Driessens op Heijden, item nepotibus meis

          Gerhardo Driessens, meines in Gott verstorbenen bruders Gerhardi sohn, undt Petro Josepho de Winckel, meiner in Gott ruhenden schwes-

          ter Annae Petronella sohn" maar ook legaten aan de kerk, noemt later ook "mein liebe schwester Maria Driessens op Heijden". Benoemt de

          rentmeester Johan Reiner Stepraht van Nijmegen tot executeur en als er strijd mog zijn om zijn na-latenschap dan gaat alles naar de kerk,

          door 7 getuigen getekend: Ludovicus van Cleve, Franciscus Casparus Pontinus plebaan van Xanten [D], Joannes Schilkens vicarius, Werner

          Grondt pastoor en vicarius, Gerardus Loiff vicarius, Bernardus Horst vicarius en rector van Xanten [D] en Fridericus Horst vicarius.

[-] RHCL Maastricht - De Maasgouw 1886 p.77 - foto DOP1886-76 - Ignatius kanunnik te Xanten kreeg bij deling de hofstede Roo[de]beek wat

          tussen Well en Bergen lag. Later kwam deze bij erfregeling aan de griffier van Roermond Peter de Winkel via zijn moeder Anna Petronella

          Driessen op Heijden.

[25] Maasgouw [1898] p. 30 schema.

 

6.    Agnes Maria Driessen op Heyde/Opheyden - geb. ??? - vermeld 1721 [21] - testament 17 juli 1746 [31] - begr. 's-Hertogenbosch [sint Jan]

           1746 - ondertr. Nijmegen 21 sept. 1704 [NG] [afkondiging ook in Den Bosch] [get. beide moeders] - tr. Nijmegen 6 okt. 1704 [RK minder-

           broeders] [get. broers en zusters en vader Antonius van Kessel] met Balthazar Guilielmus van Kessel - geb. 's-Hertogenbosch - beide

           rechten doctor [29] - † voor 1727 - zn. van Johan van Kessel en Maria Henricx [29]

           hieruit:

           1] Maria van Kessel - ged. 's-Hertogenbosch 1 nov. 1705 [RK] [get. Arnoldus Vuchts voor Ignatius Driessens op Heijden en Maria

                Henrincx] - † voor 22-11-1746 [32]

           2] Joanna Adriana Maria Agnes van Kessel - ged. 's-Hertogenbosch 8 dec. 1706 [RK] [get. Joannes van Kessel plebaan en Maria

                Henrincx voor Henrica van der Heijden weduwe] - † voor 1747 [12] [ongehuwd]

           3] Henrica Maria Theresia van Kessel - ged. 's-Hertogenbosch 11 sept. 1708 [RK] [get. Joannes van Kessel plebaan en Maria Driessens

                op Heijden] - vermeld 1748 [24] - † na 1782 [13]

           4] Adriana Maria Josepha van Kessel - ged. 's-Hertogenbosch 7 mei 1710 [RK] [get. Joannes van Kessel plebaan en Adriana Maria le

                Fevre] - † voor 22-11-1746 [32]

           5] Balthasar Marinus van Kessel - ged. 's-Hertogenbosch 17 sept. 1712 [RK] [get. Joannes van Kessel voor Marinus van der Heijden en

                Adriana le Frevre voor Henrica van Heusden] - werd "innocente" genoemd 22-11-1746 [32]

           6] Lucreta Petronella van Kessel - ged. 's-Hertogenbosch 26 aug. 1716 [RK] [get. Joannes van Kessel plebaan en Adriana Maria le

                Frevre] - tr. met Petrus Hendricus de Winckel heer van Swolgen

           7] Ignatius Petrus van Kessel - ged. 's-Hertogenbosch 1 febr. 1721 [RK] [get. Maurus Balthasar van Kessel voor Ignatius Driessens

                Opheijden hoofdschoolmeester in Xanten en Maria van Kessel voor Maria Driessens Opheijden] - licentiaat in beide rechten [14] -

                vermeld 1748 [24]


voetnoten:

[29] BHIC Den Bosch 305 - fam. van de Mortel-de la Court nr. 749 - 1704 akte van huwelijksvoorwaarden tussen

        Balthazar W. van Kessel en Agnes M. Driessens Opheyde - authentieke kopie van 1713.

[- sub a]] ORA Nijmegen - stadsgerichten Nijmegen 1410-1811 – rubriek: 2.3.2.3 bijlagen bij het protocol schepengericht - 1141-1793 - inventaris-

          nummer 1329 – 1707 appèl [protest door Jacobus DoH] op Aken – erfhuis geschil tussen Ian Palmers, Benjamin Palmers, Metjen Maessen

          [als weduwe van Claes Wolters] en Anna Heijkoop [als weduwe van Gabriel Palmers] als naaste neven en nichten van Andries Palmers we-

          gens zijn vader Floris Palmers en Ignatius Driessen op Heijden, Maria Driessen op Heijden, Wilhelmus Driessen op Heijden, Fransciscus

          Driessen op Heijden en Agnes Driessen op Heijden voor 5/10 deel als naaste neven nichten van Andries Palmers wegens zijn moeder Elisa-

          beth Driessen aan de ene zijde, tegen Jacobus Driessen op Heijden testamentair universeel erfgenaam van Ian Palmers.

          - Elisabeth Palmers [dochter van Andries Palmers en Christina Borne] trouwde Gerard Voets en uit hun Andries Voets, die overleed zon-

            der wettige erfgenamen. De erfenis van Gerard Voets en Elisabeth Palmers werd op 11 aug. 1680 in vertrouwen toegedaan aan Andries

            Palmers, omdat hun kind Andries Voets nog onmondig was.

          - volgens "fidei commissaire dispositie" d.d. 11 augustus 1680 had Andries Palmers 16.000 guldens nagelaten aan [zijn zoon] Jan

            Palmers en [onmondig kleinzoon] Andries Voets. [hieruit maak je op dat Elisabeth Palmers en Andries Palmers al waren overleden.

          - op 25 sept. 1687 was er een magescheid voor schepenen Nijmegen ten gevolge van uitspraak 24 sept. 1686.

          - Jan Palmers [zoon van Andries Palmers en Christina Borne] overleed zonder wettige erfgenamen en had op 27 dec. 1700 Jacobus

            Driessen op Heijden benoemd tot testamentair en universeel erfgenaam zijnde zijn neef.

          - Johan Palmers had eerder ge-erfd van Maria Bonen weduwe van Jan Driessen 1] meubelen 2] som van 1291 guldens en 3] een obligatie

           van 700 guldens ten laste van Gerard Grootsman.

          - Johan Palmers erfde ook van zijn oud-oom Derrick Driessen.

          - volgens uitspraak 16 febr. 1707 schepengericht van Nijmegen moet Jacobus Driessen op Heijden de helft van de erfenis uitkeren aan

            erfgenamen van vadersijde [d.i. Ian Palmers, Benjamin Palmers, Metjen Maessen en Anna Heijkoop] en 5/10 deel van de andere helft

            aan de erfgenamen van moederzijde [d.i. Ignatius Driessen op Heijden, Maria Driessen op Heijden, Wilhelmus Driessen op Heijden, Fran-

            ciscus Driessen op Heijden en Agnes Driessen op Heijden] inclusief renten die Jacobus had genoten sinds [1702] overlijden van Jan Palmers.

[- sub b] In 1712 maakt Jacobus DoH een staat en komt hem toe: 1] obligatie van 800 ducatons d.d. 19-7-1693 t.w.v. f 2520 - 2] rente 4% op

            "het bosch van Jan Palmers" sinds 19 sept. 1702 tot 1 dec. 1712 totaal f 1027.12 - 3] kapitaal obligatie 8/18 sept. 1690 t.w.v. f 3000 met

            rente 18 sept. 1702 tot 1 dec. 1712 f 1376.50 en 4] nog een ander bedrag van f 25 – totaal komt hem toe f 7948.17. Ook heeft Jacobus

            DoH f 2147-15-7 uitbetaalt aan Ignatius DoH zijnde zijn aandeel op de erfenis ex Andries Palmers.

[30] BHIC Den Bosch 305 - fam. van de Mortel-de la Court nr. 748 - 1712 akte van akkoord tussen Jacob Driessen op Heijden, als universeel

            erfgenaam van wijlen Jean Palmers vanwege 2 kapitalen en renten, vanwege zijn oom Peter Driessen, en anderzijds Ignatius Driessen

            op Heijden als erfgenaam van wijlen zijn broer Franciscus Driessen en cessie van zijn andere broer Wilhelmus en zusters Maria en

            Agnes [x van Kessel] als mede erfgenamen van wijlen Andries Palmers, kopie Nijmegen 1 december 1712.

[-] RHCL Maastricht 16.1112A-2 - magazijnlijst inv. nr. 5034 - 9 mei 1714 - schepenbrief Nijmegen en de rentmeester Stepraedt voor Balthasar

            Guillelmo van Kessel en vrouw Agnes Maria Driessen op Heyde, echtelieden, verklaren dat hij voor 250 guldens heeft verkocht 2 morgen

            bouwland in het Heesche Veld te Well aan Odilia Ludovica Stepraet.

[21] RHCL Maastricht - toegangsnr. 14.A002A - archieftitel: bisschoppen van Roermond 1559-1801 - inventaris 2.3.1.1.5 - portefeuille 56 nr. 8A -

            [foto DOP14-1/10] - Xanten [D] 10 aug. 1721 voor notaris Theod. Storp, waarin Ignatius Driessen Opheijden zijn bezit in Kleefse en Gelder-

            se vermaakt aan "noch lebenden bruderen undt schwesteren, benentlich Wilhelmo et Agneti Driessens op Heijden, item nepotibus meis

            Gerhardo Driessens, meines in Gott verstorbenen bruders Gerhardi sohn, undt Petro Josepho de Winckel, meiner in Gott ruhenden schwes-

            ter Annae Petronella sohn" maar ook legaten aan de kerk, noemt later ook "mein liebe schwester Maria Driessens op Heijden". Benoemt de

            rentmeester Johan Reiner Stepraht van Nijmegen tot executeur en als er strijd mog zijn om zijn na-latenschap dan gaat alles naar de kerk,

            door 7 getuigen getekend: Ludovicus van Cleve, Franciscus Casparus Pontinus plebaan van Xanten [D], Joannes Schilkens vicarius, Werner

            Grondt pastoor en vicarius, Gerardus Loiff vicarius, Bernardus Horst vicarius en rector van Xanten [D] en Fridericus Horst vicarius.

[-] BHIC Den Bosch 126 - tienden in NB 1642-1948 nr. 25 en 26 - 1726 - waarin Johan Christophorus baron Bertholt de Belver, heer van Ruyff,

            Balen en Asten een klamp tiende op Theede onder Sint-Michielsgestel en een klamp tiende onder Gemonde, overdraagt aan Agnes

            Driessens Opheyden, weduwe mr. Balthazar van Kessel.

[-] BHIC Den Bosch 305 - fam. van de Mortel-de la Court nr. 741 - 1730 waarin voor schepenen van 's-Hertogenbosch Johan van Kessel, tot toe-

            ziend voogd wordt benoemd over de kinderen van Agnes M. Driessens Opheyde, weduwe van Balthazar W. van Kessel.

[-] BHIC Den Bosch 305 - fam. van de Mortel-de la Court nr. 1730 - 1730 verleden voor schepenen van Helvoirt, waarin de familie van Abeelen

            via openbare verkoop een perceel land in Haaren, met bijlage, verkopen aan Agnes M. van Kessel-Driessens Opheyde.

[-] BHIC Den Bosch 305 - fam. van de Mortel-de la Court nr. 752 - 1730 verleden voor schepenen van 's-Hertogenbosch, waarin een rente-akte

            door erfgenamen Johan B. de Broekhoven, werd overgedragen aan Agnes M. Driessens Opheyde met oudere bewijsstukken van 1562,

            1595, 1597, 1600 en 1601.

[-] BHIC Den Bosch 305 - fam. van de Mortel-de la Court nr. 753 - 1730 waarin rente op Staten van Brabant door erfgenamen Johan B. van

            Broekhoven, werd overgedragen aan Agnes M. Driessens Opheyde.

[-] BHIC Den Bosch 305 - fam. van de Mortel-de la Court nr. 754 - 1730 waarin Agnes M. Driessens Opheyde toestemming kreeg van Raad van

            Brabant om te beschikken over haar leengoederen.

[-] BHIC Den Bosch 305 - fam. van de Mortel-de la Court nr. 755 - 1731 ontvangstbewijs voor Agnes M. Driessens Opheyde, voor retourneren

            dtb boeken aan st. Jan en st. Catharina parochie in 's-Hertogenbosch.

[-] BHIC Den Bosch 305 - fam. van de Mortel-de la Court nr. 1767 - 1740-1809 verhuurkontrakten door Agnes M. Driessens Opheyde, Hendrina

            M. van Kessel en Maria A. Vercamp, van huis en erf op St. Janskerkhof in Den Bosch.

[-] BHIC Den Bosch 126 - tienden in NB 1642-1948 nr. 54 - 1741 waarin Johan C. baron Bertholt de Belver tienden verkoopt onder st. Michiels-

            gestel en Gemonde aan Agnes D. Opheyden, weduwe Balthazar van Kessel, met 2 volmachten van koopster tot belening van 1726 en

            1741 en met kwitanties van verkoper, leengriffier en ontvanger 40e penning voor verkoopster.

[-] BHIC Den Bosch 305 - fam. van de Mortel-de la Court nr. 1706 - 1744 kwitantie voor Agnes M. van Kessel Opheyde, voor voldoening 40e

            penning, wegens verkoop door Reinier Coolen van een perceel land in Haaren.

[31] BHIC Den Bosch 305 - fam. van de Mortel-de la Court nr. 756 - 1746 testament van Agnes M. Driessens Opheyde.

[32] BHIC Den Bosch 305 - fam. van de Mortel-de la Court nr. 757 - 1746 afwikkeling nalatenschap Agnes M. Driessens Opheyde.

[-] BHIC Den Bosch 305 - fam. van de Mortel-de la Court nr. 758 - 1746 begraafakte van Agnes M. Driessens Opheyde. Authentiek 1752.

[-] BHIC Den Bosch 126 - tienden in NB 1642-1948 nr. 27 - 1778 belening van deel tienden onder st. Michielsgestel en Gemonde na dood van

            Agnes Driessens Opheyden, weduwe mr. Balthazar van Kessel, aan haar dochter Hendrina Maria van Kessel en bij haar verkoop aan

            Johannes van Bommel.

[-] BHIC Den Bosch 126 - tienden in NB 1642-1948 nr. 28 - 1778 belening van deel tienden onder st. Michielsgestel en Gemonde na dood van

            Agnes Driessens Opheyden, weduwe mr. Balthazar van Kessel, aan haar zoon Ignatius Petrus van Kessel en bij diens overlijden aan

            zijn broer Maurits van Kessel.

[12] BHIC Den Bosch 305 - fam. van de Mortel-de la Court nr. 760 - 1747 verdeling nalatenschap van Johanna van Kessel, tussen haar broers

            en zusters.

[13] BHIC Den Bosch 305 - fam. van de Mortel-de la Court nr. 761 - 1783 akte van lastgeving door Hendrina M. Th. van Kessel, aan haar nichten

            Maria A. Vercamp en Maria J. Vercamp, van beheer van haar goederen.

[14] BHIC Den Bosch 305 - fam. van de Mortel-de la Court nr. 764 - 1745 Universiteit Leuven - Bul van promotie voor Ignatius P. van Kessel tot

            licentiaat in beide rechten - hij is ws. vader van Maurits en Hendrina M. Th. van Kessel.

[-] BHIC Den Bosch 305 - fam. van de Mortel-de la Court nr. 778 - 1746 condoleantie brief van J. van Kessel uit Antwerpen, aan zijn neven en

            nichten in 's-Hertogenbosch.

[24] Maasgouw [1898] p. 25-27 - opgemaakt op het huis Colck onder Broekhuizenvorst 10 jan. 1748 en bekrachtigd door schepenen 15 jan. 1748

            waarin zij bepaalt dat haar roerende en onroerende goederen worden verdeeld in 5 delen tussen: Hendrina van Kessel, Lucretia van Kessel

            tegenwoordige huisvrouw van haar neef Petrus Hendricus de Winckel [zoon van P.J. de Winckel en Maria Barbara de Haen], Ignatius van

            Kessel, kinderen van de Winckel/van Kessel en Maria Agnes de Winckel [zuster van Petrus Hendrikus de Winckel]. Tevens legateert zij dat

            haar broer Wilhelmus Driessens op Heyden levenslang zal mogen wonen op Groodt Linden en jaarlijks 150 guldens zal ontvangen. Aan de

            kinderen van Hendrina Driessens op Heyde, dochter van haar broer Wilhelmus Driessens op Heyde, eenmalig de som van 50 guldens. Ook

            legateert zij 50 guldens aan Joannes Hoffman, jager van haar neef de Winckel [Petrus Hendrikus de Winckel] "ter oorsaecke van de diensten

            die hy my gedaen heeft". Zij geeft nog aan dat als haar broer bezwaren mocht hebben, dan zal hij die jaarlijkse 150 gulden niet ontvangen

            want zoals ze schrijft "mynen broeder, ende syne kinderen hebben in myn leven genoeg gehadt hetwelck my groote quellinge genoegh is

            geweest te meer dat de selve sigh noydt naer myn genoegen en hebben willen schicken". Tot executeur van haar uiterste wil is benoemd

            haar neef Petrus Hendricus de Winckel.

[40] Valburg - protocol van bezwaar van schoutambt Valburg 1654-1759 deel 2 - kopie folio 1 e.v. - op 28 juli 1750 compareert Henrick Reijnen als

            gevolmachtigde van Petrus en Ignatius Driesen op Heijden alsmede Jan Broeren gehuwd met Hendrina Driessens op Heijden die recht hebben

            van de erfgenamen van wijlen Maria Driessens op Heijden. De 1e volmacht uit Haarlem d.d. 2 sept. 1749, de 2e uit Echt d.d. 28 juli 1749 en

            de 3e uit Cuyck d.d. 21 jan. 1750 die tesamen voor de helft eigenaren zijn van een perceel. Comparant vertegenwoordigt ook Maria Agnes

            de Wickel met Petrus Hendricus de Winckel heer van Swolgen gehuwd met Lucretia van Kessel conform volmacht van resp. Venlo d.d. 13

            mei 1750 en Roermond d.d. 30 juni 1750 die eigenaren zijn van de andere helft. Comparant heeft namens alle gevolmachtigden voor f 2540

            verkocht aan de brouwer Hermen Roelofs en Gerritje Arisen echtelieden, een huis en brouwerij genaamd "den Spicker" met berg, hof, 2

            kleine boomgaarden met bijbehorende bouw- en weilanden groot 15 morgen gelegen in kerspel Slijk-Ewijk. 

 

7.    Joanna Teresia Canisius - ged. Nijmegen [RK st. Stevens] 19 jan. 1673 [getuigen: Jacobus van Seller en Agnes van Amstel] [vader: Petrus

           Canisius, moeder Henrica van der Heijden]

 

8.    Franciscus Driessens Opheijden -  ingeschreven 30 apr. 1700 als student universiteit van Keulen [D] - ondertekent 1704 huwelijksvoor-

           waarden van zijn zus Agnes [29] - † voor 1-12-1712 [30]

 

voetnoten:

[29] BHIC Den Bosch 305 - fam. van de Mortel-de la Court nr. 749 - 1704 akte van huwelijksvoorwaarden tussen Balthazar W. van Kessel en

          Agnes M. Driessens Opheyde - authentieke kopie van 1713.

[- sub a]] ORA Nijmegen - stadsgerichten Nijmegen 1410-1811 – rubriek: 2.3.2.3 bijlagen bij het protocol schepengericht - 1141-1793 - inventaris-

          nummer 1329 – 1707 appèl [protest door Jacobus DoH] op Aken – erfhuis geschil tussen Ian Palmers, Benjamin Palmers, Metjen Maessen

          [als weduwe van Claes Wolters] en Anna Heijkoop [als weduwe van Gabriel Palmers] als naaste neven en nichten van Andries Palmers we-

          gens zijn vader Floris Palmers en Ignatius Driessen op Heijden, Maria Driessen op Heijden, Wilhelmus Driessen op Heijden, Fransciscus

          Driessen op Heijden en Agnes Driessen op Heijden voor 5/10 deel als naaste neven nichten van Andries Palmers wegens zijn moeder Elisa-

          beth Driessen aan de ene zijde, tegen Jacobus Driessen op Heijden testamentair universeel erfgenaam van Ian Palmers.

          - Elisabeth Palmers [dochter van Andries Palmers en Christina Borne] trouwde Gerard Voets en uit hun Andries Voets, die overleed zon-

            der wettige erfgenamen. De erfenis van Gerard Voets en Elisabeth Palmers werd op 11 aug. 1680 in vertrouwen toegedaan aan Andries

            Palmers, omdat hun kind Andries Voets nog onmondig was.

          - volgens "fidei commissaire dispositie" d.d. 11 augustus 1680 had Andries Palmers 16.000 guldens nagelaten aan [zijn zoon] Jan

            Palmers en [onmondig kleinzoon] Andries Voets. [hieruit maak je op dat Elisabeth Palmers en Andries Palmers al waren overleden.

          - op 25 sept. 1687 was er een magescheid voor schepenen Nijmegen ten gevolge van uitspraak 24 sept. 1686.

          - Jan Palmers [zoon van Andries Palmers en Christina Borne] overleed zonder wettige erfgenamen en had op 27 dec. 1700 Jacobus

            Driessen op Heijden benoemd tot testamentair en universeel erfgenaam zijnde zijn neef.

          - Johan Palmers had eerder ge-erfd van Maria Bonen weduwe van Jan Driessen 1] meubelen 2] som van 1291 guldens en 3] een obligatie

           van 700 guldens ten laste van Gerard Grootsman.

          - Johan Palmers erfde ook van zijn oud-oom Derrick Driessen.

          - volgens uitspraak 16 febr. 1707 schepengericht van Nijmegen moet Jacobus Driessen op Heijden de helft van de erfenis uitkeren aan

            erfgenamen van vadersijde [d.i. Ian Palmers, Benjamin Palmers, Metjen Maessen en Anna Heijkoop] en 5/10 deel van de andere helft

            aan de erfgenamen van moederzijde [d.i. Ignatius Driessen op Heijden, Maria Driessen op Heijden, Wilhelmus Driessen op Heijden, Fran-

            ciscus Driessen op Heijden en Agnes Driessen op Heijden] inclusief renten die Jacobus had genoten sinds [1702] overlijden van Jan Palmers.

[- sub b] In 1712 maakt Jacobus DoH een staat en komt hem toe: 1] obligatie van 800 ducatons d.d. 19-7-1693 t.w.v. f 2520 - 2] rente 4% op

            "het bosch van Jan Palmers" sinds 19 sept. 1702 tot 1 dec. 1712 totaal f 1027.12 - 3] kapitaal obligatie 8/18 sept. 1690 t.w.v. f 3000 met

            rente 18 sept. 1702 tot 1 dec. 1712 f 1376.50 en 4] nog een ander bedrag van f 25 – totaal komt hem toe f 7948.17. Ook heeft Jacobus

            DoH f 2147-15-7 uitbetaalt aan Ignatius DoH zijnde zijn aandeel op de erfenis ex Andries Palmers.

[30] BHIC Den Bosch 305 - fam. van de Mortel-de la Court nr. 748 - 1712 akte van akkoord tussen Jacob Driessen op Heijden, als universeel

            erfgenaam van wijlen Jean Palmers vanwege 2 kapitalen en renten, vanwege zijn oom Peter Driessen, en anderzijds Ignatius Driessen

            op Heijden als erfgenaam van wijlen zijn broer Franciscus Driessen en cessie van zijn andere broer Wilhelmus en zusters Maria en Agnes

            [tr. met van Kessel] als mede erfgenamen van wijlen Andries Palmers, kopie Nijmegen 1 december 1712.

 

≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈


IVa    Jacobus Albertus Driessen Opheijden

             geb. ??? - handelaar 1688 te Nijmegen [5] - lid nr. 257 van broederschap van broeders en zusters gesticht 1691 Nijmegen -

             erft 1707 geld en goederen van Palmers/Driessen - † voor 27-5-1717 -

             ondertr. Nijmegen [NH] 21 mei 1693 met afkondigingen in Arnhem als "Jacobus Albertus Driessen Opheijden" - met Gerarda Everharda

             van Steenler - tr. Ubbergen 6 juni 1693 - geb. ??? -  lid nr. 162 van broederschap van broeders en zusters gesticht 1691 Nijmegen - †

             Nijmegen 21 mrt. 1701 - dr. van Cornelis van Steenler - beide rechten doctor en raadsheer hof van Gelderland te Arnhem - en Geer-

             truijdt Zoer -

             hij 2e ondertr. Nijmegen [NH] 15 mei 1707 en tr. Kaldenkirchen [D] [NH] 13 juni 1707 met Margaretha Clara Weissenburg - geb. Aken

             [D] 9 apr. 1678 - † na 26-4-1718 [41] - dr. van Peter Weissenburg en Anna Klara Müsterus ook Munsterens


voetnoten:

[5] stads-archief Amsterdam - archief Burlamacchi - sectie 73-792 ontvangen brieven met zakelijk inhoud - folio 174 - omslag 396 - samen met

          zijn zoon Jacob handelaar in goederen met o.a. handelshuis Benjamin Burlamacchi te Amsterdam, waarin zij volgens een bewaard geble-

          ven brief van 13 okt. 1688 aan Burlamacchi mededelen dat zij 2 zakken hebben ingeladen te Nijmegen met schipper Pieter Stevens op

          Dordrecht.

[-] Zoeklicht zonder grenzen Nijmegen 1990 - Jacobus is neef van pastoor Petrus Canisius Verhoeven [overl. 5-3-1692] die zn. is van Steven

          Verhoeven en Margaretha van Amstel. Margaretha is dr. van Herman van Amstel en Fenneke Kanis [zie eerdere generatie].

[-] Lenen van Gelre - kamer Nijmegen 28-12-1692 - waarin Jacob Driessen Opheyden als erfgenaem sijns vaders Hermen Driessen Opheyden,

          werd beleend met 3 morgen land.

[-] RHCL Maastricht - toegangsnr. 16.0738 - familie archief nr. V738 - foto nr. DOP738-1/8 - huwelijksvoorwaarden 12 mei 1693 tussen Jacobus

          en Gerharda waarin hij inbrengt alle goederen die hem nu en toekomstig zullen toekomen van zijn ouders en vrienden alsmede zijn aange-

          brachte "factorie" [factorie = handelskantoor, meestal in het buitenland] en zij inbrengt haar erfdeel in het "olde Erft ende Bouwhoff" aldaar,

          aan haar vererft van haar zaliger moeder, deszelfs zuster, van haar grootvader en grootmoeder van Ratingen, ook "int ander Erft ofte

          Hoffstede aldaar gelegen staende houwelijck van haer olderen van doctor Steenhouwer ende doctor Lidt aengekocht, alsmede int aenge-

          kochte Erft Hovestein, item inde Hoftstede onder Eertbeeck inden ampte van Brummen, alsvooren van grootvader ende grootmoeder van

          Ratingen aengeerft, ende inder resterende Capitalen ende Landerijen onder Rheden van Capitain Coutes, hergekomen van juffrouw

          Valckenburgh saliger neffens de andere Erftgenaemen aengeerft ende nogh voorhanden sijnde" - "ten tweden Overbetuwe haer moeder-

          lijck kijntsgedeelte inde Hoftstede tot Rheet inden groten Camp tot Elden ende inde bij leggende weijde opt groote Griet, alsmede int Capi-

          taal van duijsent guldens gevestight in Ceupen Landt aende Clapstraat, mette Heer Hellendoorn gemeijn" Tevens haar kindsgedeelte in

          de vordering van 20.100 guldens met onbetaalde rente sinds 1670 ten laste van de Heeren en Vrouwe van Meijnertswijck. Ook haar kinds-

          gedeelte in "den thiendt tot Harvelt ende uijtter weerdt tot Driel". "ten derden in nederbetuwe haer kijntgedeelte in de Valcken burghse

          uijtterweerden ende Bomgaert tot Heusden voor thienduijsent guld: aengedeijlt door ende vande andere Erftgenaemen Valckenburghs"

          "ten vierden omtrent Doesburgh haer kijndtsgedeelte int Erft oft Hoftstede tot Angeler, ende inde weijden genaemt Zoeren veltslach, leen-

          roerigh respective aenden Huijsen Dieren ende Engelenborgh" Ook in een vordering van 12135 guldens gevestigd "inden Meerbrincker,

          Middelclooster, Punderincksen, ende Veltthiendt tot Steenderen toegehoort hebbende sijn Hooch Graef Ec[xellen]tie van Bronckhorst

          met de andere ses erftgenaemen Valckenburgh" Ook een vordering van 4000 guldens op de "Hooghluijrschen thient" met Heer Hellen-

          doorn en juffrouw Creijvanger wede Temmingh. Insgelijks 3300 guldens tot laste van "Prince van Nassou tot ter Burgh" Ook een vorde-

          ring van 8000 guldens in het land van Kleef, gevestigd in "den Mijlendoncksche Pleij met consent van den Cheurfurst, ende opgedragen

          door Michiel Wijnants, met de andere ses Erftgenaemen Valckenborgh gemeijn, ende daarvoor alrede immissie inde twedarde parten

          van de Mijlendoncksche Pleij geschiet is". Hierna gebruikelijke formuleringen. Handtekeningen: Jacobus Driessen opheijden, Will. Rein-

          dere, Gerrarda Everarda van Steenler, Corn: van Steenleren en H: Herbertszn.

[-] Nijmeegse schepenprotocollen, M.P.M. Daniels verschenen in zoeklicht kwartier van Nijmegen en zoeklicht zonder grenzen - folio 55 - 7 juni

          1694 Johan Palmers verkoopt aan Jacob Driessen op Heyden x Gerarda Everarda van Steenler diverse landerijen als door hem compa-

          rant ge-erfd van zijn oudoom Derrick Driessen tegen een lijfrente. 

[-] register leen akten boeken vorstendom Gelre en graafschap Zutphen - kwartier Zutphen - het goed ten Lansinck in kerspel Hengel - op 6

          juli 1696 werd Jacob Driessen Opheyden beleend met dat goed komende van Richarda Lutgerdis Tilemans. Die daarmee was beleend

          op 13 juli 1693 als oudste zuster en leenvolger van haar broer Nicasius Henricus Tilman, door hulder Jacob Boom, kinderen van Bern-

          hart Tilman. Op 28 mei 1717 werd Gerard Driessen Opheyden ermee beleend voor 3/8 deel, erfgenaam van zijn vader Jacob. Op 16

          aug. 1722 dispositie door Gerhardus Driessen Opheyden opgericht met zijn vrouw Maria Clara van Rijsingen. Op 9 sept. 1722 mage-

          scheid door Lutgardis Driessen Opheyden en Gerbranda Barbara Weissenburg, dochter van Agnes Maria Driessen Opheyden tussen

          kinderen en erfgenamen van Jacob Driessen Opheyden, haar vader, ieder voor een derde deel. Hulder daarvan was Pieter Weissen-

          burg ook op 9 sept. 1722. Gerbrand Barbara Weissenburg draagt op 7 maart 1732 de helft van deze 3/8 deel aan Derk Ignatius Martini

          die ermee werd beleend en de andere helft voor zichzelf. Idem op 23 okt. 1732. Op 17 aug. 1756 werd Gerrit Frans Martini beleend

          met 3/8 deel van deze leen, als erfgenaam van zijn broer Derk Ignatius Martini.

[56] stadsgerichten Nijmegen: 25 maart 1701 voor schepenen compareert en verklaart Johan Palmers woonachtig te Nijmegen dat zijn neef

          Jacobus Driessen op Heijden is genomineerd tot executeur van zijn testament en erfgenaam zonder tegenspraak van wie dan ook. 

[-] boek "Stichtsche, Gaasdbeeksche en Overijsselsche leenen, gelegen in Gelderland" - kwartier Nijmegen - deel 5. Ewijk - Jacobus Driessen

          Opheyden werd op 22 aug. 1704 door opdracht van jonker Nicolaas van Gent beleend met de grote en kleine d'Alinge tienden in kerspel

          Ewijk. Op 27 mei 1717 werd Gerard Driessen Opheyden ermee beleend, na dode van zijn vader Jacobus Driessen Opheyden.

[- sub a]] ORA Nijmegen - stadsgerichten Nijmegen 1410-1811 – rubriek: 2.3.2.3 bijlagen bij het protocol schepengericht - 1141-1793 - inventaris-

          nummer 1329 – 1707 appèl [protest door Jacobus DoH] op Aken – erfhuis geschil tussen Ian Palmers, Benjamin Palmers, Metjen Maessen

          [als weduwe van Claes Wolters] en Anna Heijkoop [als weduwe van Gabriel Palmers] als naaste neven en nichten van Andries Palmers we-

          gens zijn vader Floris Palmers en Ignatius Driessen op Heijden, Maria Driessen op Heijden, Wilhelmus Driessen op Heijden, Fransciscus

          Driessen op Heijden en Agnes Driessen op Heijden voor 5/10 deel als naaste neven nichten van Andries Palmers wegens zijn moeder Elisa-

          beth Driessen aan de ene zijde, tegen Jacobus Driessen op Heijden testamentair universeel erfgenaam van Ian Palmers.

          - Elisabeth Palmers [dochter van Andries Palmers en Christina Borne] trouwde Gerard Voets en uit hun Andries Voets, die overleed zon-

            der wettige erfgenamen. De erfenis van Gerard Voets en Elisabeth Palmers werd op 11 aug. 1680 in vertrouwen toegedaan aan Andries

            Palmers, omdat hun kind Andries Voets nog onmondig was.

          - volgens "fidei commissaire dispositie" d.d. 11 augustus 1680 had Andries Palmers 16.000 guldens nagelaten aan [zijn zoon] Jan

            Palmers en [onmondig kleinzoon] Andries Voets. [hieruit maak je op dat Elisabeth Palmers en Andries Palmers al waren overleden.

          - op 25 sept. 1687 was er een magescheid voor schepenen Nijmegen ten gevolge van uitspraak 24 sept. 1686.

          - Jan Palmers [zoon van Andries Palmers en Christina Borne] overleed zonder wettige erfgenamen en had op 27 dec. 1700 Jacobus

            Driessen op Heijden benoemd tot testamentair en universeel erfgenaam zijnde zijn neef.

          - Johan Palmers had eerder ge-erfd van Maria Bonen weduwe van Jan Driessen 1] meubelen 2] som van 1291 guldens en 3] een obligatie

           van 700 guldens ten laste van Gerard Grootsman.

          - Johan Palmers erfde ook van zijn oud-oom Derrick Driessen.

          - volgens uitspraak 16 febr. 1707 schepengericht van Nijmegen moet Jacobus Driessen op Heijden de helft van de erfenis uitkeren aan

            erfgenamen van vadersijde [d.i. Ian Palmers, Benjamin Palmers, Metjen Maessen en Anna Heijkoop] en 5/10 deel van de andere helft

            aan de erfgenamen van moederzijde [d.i. Ignatius Driessen op Heijden, Maria Driessen op Heijden, Wilhelmus Driessen op Heijden, Fran-

            ciscus Driessen op Heijden en Agnes Driessen op Heijden] inclusief renten die Jacobus had genoten sinds [1702] overlijden van Jan Palmers.

[- sub b] In 1712 maakt Jacobus DoH een staat en komt hem toe: 1] obligatie van 800 ducatons d.d. 19-7-1693 t.w.v. f 2520 - 2] rente 4% op

            "het bosch van Jan Palmers" sinds 19 sept. 1702 tot 1 dec. 1712 totaal f 1027.12 - 3] kapitaal obligatie 8/18 sept. 1690 t.w.v. f 3000 met

            rente 18 sept. 1702 tot 1 dec. 1712 f 1376.50 en 4] nog een ander bedrag van f 25 – totaal komt hem toe f 7948.17. Ook heeft Jacobus

            DoH f 2147-15-7 uitbetaalt aan Ignatius DoH zijnde zijn aandeel op de erfenis ex Andries Palmers.

[41] Valburg - protocol van bezwaar van het schoutambt Valburg 1654-1759 nr. 65 - "besaet" - "Jacobus Driessen opHeijden, desselfs suster

            Gerarda Catharina Driessen Opheijden weduwe van Wighman Martini en swager Wissenbergh getrout aen juffrou Lutgardis Driessen

            Opheijden doen op heden dato de klocke elf uren ten allen rechten besaet op alle sodane gerede goederen, actien, obligatien, pachten

            en vruchten en erediten, en bij insuffisance op alle sodane ongerede goederen als vrouwe Maria Cunera Driessen Opheijden in den

            ampte van Overbetuwe mette doot ontruijmt heeften. breder bij het gerichtelijck signaet van Elst, quo relatio, registen den 11. april 1710.

            de klocke 12. uren. [in marge:] M. C. Weissenberg weduwe van Jacob Driessen bekent van dit besaet te renuntieren. reg: 26. april 1718 

[-] bron? - Elst 23 juli 1712 - echtpaar lenen 8000 guldens van Teunis Hendrix en Neeltje Peters tegen 5% met onderpand 12 morgen land in

            Zetten [Betuwe]. Dat 12 morgen bouwland genaamd den Hoornkamp werd op 3-12-1728 voor 8400 guldens verkocht aan Derk van

            Baal en Helena de Leeuw, echtelieden in Zetten.

[30] BHIC Den Bosch 305 - fam. van de Mortel-de la Court nr. 748 - 1712 akte van akkoord tussen Jacob Driessen op Heijden, als universeel

            erfgenaam van wijlen Jean Palmers vanwege 2 kapitalen en renten, vanwege zijn oom Peter Driessen, en anderzijds Ignatius Driessen

            op Heijden als erfgenaam van wijlen zijn broer Franciscus Driessen en cessie van zijn andere broer Wilhelmus en zusters Maria en

            Agnes [x van Kessel] als mede erfgenamen van wijlen Andries Palmers, kopie Nijmegen 1 december 1712.

[42] Valburg - protocol van bezwaar van het schoutambt Valburg 1654-1759 - "besaet" - "de heer overste Philip de Rouilje wort op heden

            door Jacob Driessen Opheijden pro se et qq: besaet gedaen, als breder bij 't gerichtelijck signaet van Elst, quo relatio registen den

            23. febr: 1713. [in marge eronder:] Margareta Clara Weissenburgh weduwe Driessen bekent op den 29 feb: 1718 van dit besaet te

            renuntieren sign: den 8. mert 1718.

[44] Valburg - protocol van bezwaar van het schoutambt Valburg 1654-1759 - "besaet" - "de heer Petit getrout aen Octava de Rouilje,

            Charlotte de Rouilje, Philip de Rouilje en de heer capiteijn de Rouilje samentlijcke kinderen en erfgenamen van de heere overste

            Philip de Rouilje worden op heden dato door Jacob Driessen Opheijden cum suis besaet gedaen, als breder bij het gerichtelijck

            signaet van Elst, quo realtio, registen: den 2. augustus 1715".   

 [-] boek "Stichtsche, Gaasdbeeksche en Overijsselsche leenen, gelegen in Gelderland" - kwartier Nijmegen - deel 5. Ewijk - Gerard

            Driessen Opheyden werd op 27 mei 1717 beleend met de grote en kleine d'Alinge tienden in kerspel Ewijk, na dode van Jacobus

            Driessen Opheyden zijn vader. 

[15] protocol Valburg III 303 folio 77v - Margarita Clara Wissenburg, weduwe van Jacob Driessen Opheyden, ook namens Peter Wissenburg

            en zijn weduwe Agnes Driessen Opheyden, volgens testament van 6-2-1714, verkoopt op 5-2-1729 aan Geurt Otten en Aaltje van

            den Bergh 1½ morgen land in Slijk-Ewijk voor 250 guldens.

[-] boek "Stichtsche, Gaasbeeksche en Overijsselsche lenen, gelegen in Gelderland" - kwartier Nijmegen - deel 6. Bennekom - Harsseloose

            tienden tot Hem gelegen in kerspel Bennekom - opdracht op 9 mei 1640 door jonker Hendrik van Ek tot Medler aan Goosen van

            Steenier. Op 6 aug. 1674 aan mr. Cornelis van Steenier. Op 26 okt. 1699 aan Renier van Steenler, na overlijden van zijn vader mr.

            Cornelis van Steenier. OP 5 mrt. 1710 aan dr. Gosuin van Steenier na overlijden van zijn broer Renier van Stenier. Registratie op

            28 aug. 1715 door Jacob Driessen Opheyden. Op 14 nov. 1717 aan Willem van Steenier als erfgenaam van zijn broer dr. Gosuin

            van Steenier. Later opgedragen door dr. Willem van Steenier aan Johan Carel van Ek de jonge. 

[-] ORA Nijmegen inv. nr. 2648 fol. 24v - beslaglegging op 7-3-1732 door Catarina van Zeller op alle goederen van Louis Driessen van

           Opheyden tot Cleve, als erfgenaam voor ⅓ deel van wijlen zijn vader Jacob Driessen Opheyden, en op alle goederen van Jacobus

           Driessen Opheyden onmondige zoon van Gerard Driessen Opheyden, als erfgenaam voor ⅓ deel van zijn grootvader Jacob Driessen

           Opheyden. Om hierop te verhalen 2 kapitalen van 500 en 2000 guldens en rente tegen 5%, die Jacob Driessen op Heijden en Marga-

           retha Clara Weisseburg in leven echtelieden op 29-2-1708 hadden geleend.

[-] Berigt en nodige defensie, die edele mogende Heeren staeten des Furstendoms Gelre en Graeschap Zutphen [Nijmegen 1735] met als

           transcriptie nr. 72: de juffrouwen Johanna en Adelheyt Singendonck doen 15-3-1732 t'allen Regten Besat [= in beslag neming] op alle

           sodaene gerede en ongerede Goederen, Actien en Credieten op juffrouw Weyssenburgh, weduwe van Jacob Driessen op Heyden en

           haar zoon Cornelis Driessen op Heyden. In transcriptie nr. 73 van 3-4-1733 wordt die Cornelis als "haer soon" genoemd.    


Uit 1e huwelijk:


1.    NN [mogelijk Gerarda] Driessen Opheyden


2.    Gerardus Franciscus Driessen Opheyden  -  volgt Va


3.    Hermannus Wilhelmus Driessen Opheyden - ged. Nijmegen 18 juli 1692 [RK Jesuiten] [get. Henricus Pels voor Nicasius Henricus Tilmans

           en Maria Cunera Driessen opHeijden genaamd van den Bergh]


4.    Bartholomeus Antonius Driessen Opheyden - geb. Nijmegen 26 juli 1694 [14.00 uur] - ged. Nijmegen 27 juli 1694 [RK Jesuiten] [get.

           Gosuinus van Steenlere voor Cornelius Driessen en Lutgardis Driessen voor Riccardis Elisabeth Tilmans] 


5.    Hermannus Henricus Driessen Opheyden - geb. Nijmegen 24 mei 1696 [05.30 uur] - ged. Nijmegen 24 mei 1696 [RK Jesuiten] [get.

           Jacobus van Munster en Agnes Driessens voor Arnolda Mealiaert genaamd van Steenler]


6.    Cornelius Ignatius Driessen Opheyden - geb. Nijmegen 19 aug. 1697 - ged. Nijmegen 20 aug. 1697 [RK Jesuiten] [get. Gosuinis van

           Steenlere en Lutgardis Driessen op Heyden voor Maria Cunera Driessen op Heijden genaamd van den Bergh] - begr. Nijmegen 9 okt.

           1764 [st. Stevenskerk - 3x geluid] - grafstede nr. 148 [register 528] [die zijn vader Jacob was aangekomen als testamentair erfgenaam

           van Jean Palmers te Nijmegen] 


voetnoten:

[16] ORA Nijmegen inv. nr. 2648 fol. 26r - beslaglegging op 31-3-1732 door juffr. de weduwe Isaac Bock en haar zoon op goederen van

          Cornelis Driessen Opheyden als erfgenaam van wijlen zijn broer de kanunnik Louis Driessen Opheyden.

[-] ORA Overbetuwe inv. 193 en 304 - protocol Valburg fol. 180 - waarin op 20-7-1733 Cornelis Driessen Opheyden voor zichzelf en als tes-

          tamentair erfgenaam van wijlen zijn broer kanunnik Ludovicus Driessen Opheyden, en Laurens Poe[in?] gevolmachtigde van Willem

          van Rijsingen als voogd van Jacobus Driessen Opheyden zoon van wijlen Gerardt Driessen Opheyden en Maria Claera van Rijsingen,

          volgens volmacht voor schepenen van Nijmegen d.d. 4-3-1729 een stuk bouwland verkopen voor 293 gulden, groot 1¼ morgen onder

          Herveld palende "ut jucta literos" aan juffr. Johanna Eijlbrecht weduwe van de predikant Jacob Bernard van Altenae.

[-] boek "Stichtsche, Gaasdbeeksche en Overijsselsche leenen, gelegen in Gelderland" - kwartier Nijmegen - deel 5. Ewijk - Gerard Ignatius

          Driessen Opheyden, als naaste mansoir [= mannelijk nakomeling] van Cornelis Driessen Opheyden, met versuym bij gemelte Cornelis

          Opheyden vermits 't over dertig jaren uitblijven en vermissen van Jacob Driessen Opheyden, begaan, 18 april 1765 beleend met de

          grote en kleine d'Alinge tienden in kerspel Ewijk. 

[-] RHCL Maastricht - toegangsnr. 16.0738 - familie archief nr. V738 - foto DOP738-27/30 - Valburg 21 dec. 1765 verzoek van Gerard Ignatius

          Driessen op Heijden, secretaris der stad en hoofdgerecht Echt, "als neeven naaste mansoir" [mansoir = mannelijke nakomeling] van

          Cornelis Driessen op Heijden, d ie in leven geweest is eigen oom en leenopvolger van Jacobus Driessen op Heijden, als eigenaar van

          "sekere grote en smal thienden in kerspel Slijck-Ewijck ambt van Overbetuwe, die 30 jaar absent is en nu voor overleden gehouden

          moet worden". Hij wordt verzocht om naar Valburg te gaan om betalingen te ontvangen.


7.    Ludovicus [Louis] Hermannus Driessen Opheyden - geb. Nijmegen 19 okt. 1699 - ged. Nijmegen 24 okt. 1699 [RK Jesuiten] [get. Gosuinis

           van Steenlere voor Wilhelmus van Steenlere en Maria Cunera Driessen op Heijden weduwe Henricus] - † voor 31-3-1732 ws. Kleef [D]

           [16] - kanunnik te Kleef [D]

 

voetnoot:

[16] ORA Nijmegen inv. nr. 2648 fol. 26r - beslaglegging op 31-3-1732 door juffr. de weduwe Isaac Bock en haar zoon op goederen van

          Cornelis Driessen Opheyden als erfgenaam van wijlen zijn broer de kanunnik Louis Driessen Opheyden.


8.    Adrianus Driessen Opheyden - geb. ? [minderjarig 1723] - † voor 1732


Uit 2e huwelijk:

 

9.    Cornelis Driessen op Heyden? - geb. 1708/1709 Kaldenkirchen?

 

voetnoot:

[-] Berigt en nodige defensie, die edele mogende Heeren staeten des Furstendoms Gelre en Graeschap Zutphen [Nijmegen 1735] met als

          transcriptie nr. 72: de juffrouwen Johanna en Adelheyt Singendonck doen 15-3-1732 t'allen regten besat [= in beslag neming] op alle

          sodaene gerede en ongerede goederen, actien en credieten op juffrouw Weyssenburgh, weduwe van Jacob Driessen op Heyden en

          haar zoon Cornelis Driessen op Heyden. In transcriptie nr. 73 van 3-4-1733 wordt die Cornelis opnieuw als "haer soon" genoemd.


≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈


IVb    Wilhelmus Driessen op Heide

             geb. ??? -  ingeschreven 22 mei 1699 als student universiteit van Keulen [D] - woont mei 1706 in Goch [D], woont 1707 in Groot Linden

             bij Cuijck [nb], 1708 terug in Goch [D], 1713 in Borken [D], 1721 vermeld in Xanten [D] [21] - † Groot-Linden 7 mrt. 1748 -

             ondertr. Nijmegen 5 apr. 1705 [NG] -

             tr. Ubbergen 7 jan. 1706 [getuige: Joh. Veltcamp] - met Anna Barbara Lamsdorf later met Von den Vengen jonge dochter van Nijmegen -

             geb. ws. Nijmegen ??? - † tussen 29-8-1719 en 24-12-1720 - dr. van Georg Ewolt Lamsdorff ook Lantsdorf en Antonette Tedringers

             ook Thederings [trouwen Nijmegen 16 juni/27 augustus 1682]


voetnoten:

[-] ORA Nijmegen - inv. nr. 1900 fol. 142 - op 16 jan. 1704 stelt Willem Driessen samen met Metje Masen weduwe Claes Wolters al zijn goederen

          borg in het in 1703 aangevangen proces dat zij samen voeren met Jan Palmerts, Benjamin Palmers, Anna Heycoop weduwe Gabriel Palmerts,

          en Ignatius, Maria, Franciscus en Agnes Driessen op Heijden, tegen Jacob Driessen op Heijden.

[60] Bossche protocollen inventaris nr. 1692 folio 207 - maart 1705 - voor schepenen van Den Bosch erkent Willem dat hij trouwbeloften had ge-

          daan zonder toestemming van zijn moeder. De heer de Haert namens Willem gaat over tot annulatie van die trouwbeloften in een procedure

          voor de raad van stad Nijmegen. Die onderhandelingen blijkbaar achterhaald, want maand later ging Willem toch in ondertrouw.

[61] Nijmegen stadsgerichten inv. nr. 1902 folio 158v waarin de procurator Gosuinus Vermasen op 12 mei 1706 arrest doet op alle gerede en

          ongerede goederen van Wilhelm Driessen Opheijden als man en momber van zijn huisvrouw Anna Barbara van Lamsdorffs om te verhalen

          een bedrag van 58 gulden voor verdiende salaris en gedane voorschotten, in marge dat Jan Hubers, Wilhelmus Driessen opHeijden van die

          arrest in kennis heeft gesteld in Goch [D].  

[- sub a]] ORA Nijmegen - stadsgerichten Nijmegen 1410-1811 – rubriek: 2.3.2.3 bijlagen bij het protocol schepengericht - 1141-1793 - inventaris-

          nummer 1329 – 1707 appèl [protest door Jacobus DoH] op Aken – erfhuis geschil tussen Ian Palmers, Benjamin Palmers, Metjen Maessen

          [als weduwe van Claes Wolters] en Anna Heijkoop [als weduwe van Gabriel Palmers] als naaste neven en nichten van Andries Palmers we-

          gens zijn vader Floris Palmers en Ignatius Driessen op Heijden, Maria Driessen op Heijden, Wilhelmus Driessen op Heijden, Fransciscus

          Driessen op Heijden en Agnes Driessen op Heijden voor 5/10 deel als naaste neven nichten van Andries Palmers wegens zijn moeder Elisa-

          beth Driessen aan de ene zijde, tegen Jacobus Driessen op Heijden testamentair universeel erfgenaam van Ian Palmers.

          - Elisabeth Palmers [dochter van Andries Palmers en Christina Borne] trouwde Gerard Voets en uit hun Andries Voets, die overleed zon-

            der wettige erfgenamen. De erfenis van Gerard Voets en Elisabeth Palmers werd op 11 aug. 1680 in vertrouwen toegedaan aan Andries

            Palmers, omdat hun kind Andries Voets nog onmondig was.

          - volgens "fidei commissaire dispositie" d.d. 11 augustus 1680 had Andries Palmers 16.000 guldens nagelaten aan [zijn zoon] Jan

            Palmers en [onmondig kleinzoon] Andries Voets. [hieruit maak je op dat Elisabeth Palmers en Andries Palmers al waren overleden.

          - op 25 sept. 1687 was er een magescheid voor schepenen Nijmegen ten gevolge van uitspraak 24 sept. 1686.

          - Jan Palmers [zoon van Andries Palmers en Christina Borne] overleed zonder wettige erfgenamen en had op 27 dec. 1700 Jacobus

            Driessen op Heijden benoemd tot testamentair en universeel erfgenaam zijnde zijn neef.

          - Johan Palmers had eerder ge-erfd van Maria Bonen weduwe van Jan Driessen 1] meubelen 2] som van 1291 guldens en 3] een obligatie

           van 700 guldens ten laste van Gerard Grootsman.

          - Johan Palmers erfde ook van zijn oud-oom Derrick Driessen.

          - volgens uitspraak 16 febr. 1707 schepengericht van Nijmegen moet Jacobus Driessen op Heijden de helft van de erfenis uitkeren aan

            erfgenamen van vadersijde [d.i. Ian Palmers, Benjamin Palmers, Metjen Maessen en Anna Heijkoop] en 5/10 deel van de andere helft

            aan de erfgenamen van moederzijde [d.i. Ignatius Driessen op Heijden, Maria Driessen op Heijden, Wilhelmus Driessen op Heijden, Fran-

            ciscus Driessen op Heijden en Agnes Driessen op Heijden] inclusief renten die Jacobus had genoten sinds [1702] overlijden van Jan Palmers.

[- sub b] In 1712 maakt Jacobus DoH een staat en komt hem toe: 1] obligatie van 800 ducatons d.d. 19-7-1693 t.w.v. f 2520 - 2] rente 4% op

          "het bosch van Jan Palmers" sinds 19 sept. 1702 tot 1 dec. 1712 totaal f 1027.12 - 3] kapitaal obligatie 8/18 sept. 1690 t.w.v. f 3000 met

         rente 18 sept. 1702 tot 1 dec. 1712 f 1376.50 en 4] nog een ander bedrag van f 25 – totaal komt hem toe f 7948.17. Ook heeft Jacobus

         DoH f 2147-15-7 uitbetaalt aan Ignatius DoH zijnde zijn aandeel op de erfenis ex Andries Palmers.

[-] Ewijk ORA RvN 190-171-033v - op 9 februari 1719 erkennen Willem Driessen Opheijden en Anna Barbara Landsdorp 500 Hollandse guldens

          schuldig te zijn aan Belia Hack weduwe van Willem Cotton met onderpand een huis met ca. 2 morgen land onder kerspel Ewijk en de helft

          van 6 morgen weiland "Zellers Veluwe" onder Winssen.  

[-] Ewijk RvN 0190-171-040 - op 24 december 1720 erkent Wilhelmus Driessen op Heyden voor zichzelf en voor zijn onmondige kinderen 1200

         carolus gulden te hebben ontvangen volgens verkoopakte van 29 aug. 1719 opgemaakt samen met zijn vrouw Anna Barbara Lamsdorff

         die nu inmiddels is overleden, van Hendrick van Beusekom en Hendrina de Haardt echtelieden en aan hun te hebben getransporteert. 

[21] RHCL Maastricht - toegangsnr. 14.A002A - archieftitel: bisschoppen van Roermond 1559-1801 - inventaris 2.3.1.1.5 - portefeuille 56 nr. 8A -

          [foto DOP14-1/10] - Xanten [D] 10 aug. 1721 voor notaris Theod. Storp, waarin Ignatius Driessen Opheijden zijn bezit in Kleefse en Gelder-

          se vermaakt aan "noch lebenden bruderen undt schwesteren, benentlich Wilhelmo et Agneti Driessens op Heijden, item nepotibus meis

          Gerhardo Driessens, meines in Gott verstorbenen bruders Gerhardi sohn, undt Petro Josepho de Winckel, meiner in Gott ruhenden schwes-

          ter Annae Petronella sohn" maar ook legaten aan de kerk, noemt later ook "mein liebe schwester Maria Driessens op Heijden". Benoemt de

          rentmeester Johan Reiner Stepraht van Nijmegen tot executeur en als er strijd mog zijn om zijn na-latenschap dan gaat alles naar de kerk,

          door 7 getuigen getekend: Ludovicus van Cleve, Franciscus Casparus Pontinus plebaan van Xanten [D], Joannes Schilkens vicarius, Werner

          Grondt pastoor en vicarius, Gerardus Loiff vicarius, Bernardus Horst vicarius en rector van Xanten [D] en Fridericus Horst vicarius.


Uit dit huwelijk:

 

1.    Peter Driessen op Heijden - geb. Nijmegen? ca. 1705/1706 [niet in Goch] - woont 1749 in Haarlem.

 

voetnoten:

[39] Valburg - protocol van bezwaar van schoutambt Valburg 1654-1759 deel 1 - kopie folio 292 e.v. - op 27 mei 1750 compareert Henrick Reijnen

         als gevolmachtigde van Petrus en Ignatius Driesen op Heijden alsmede Jan Broeren gehuwd met Hendrina Driessens op Heijden die recht hebben

         van de erfgenamen van wijlen Maria Driessens op Heijden. De 1e volmacht uit Haarlem d.d. 2 sept. 1749, de 2e uit Echt d.d. 28 juli 1749 en de 3e

         uit Cuyck d.d. 21 jan. 1750. De comparant heeft namens gevolmachtigden voor f 320 verkocht aan Fredrick Claesen en Christina Hendrixs echte-

         lieden een perceel bouwland groot 5 morgen genaamd "Verkens neker" gelegen in kerspel Oosterholt "kort bij den Eijnd-dijck".  

[40] Valburg - protocol van bezwaar van schoutambt Valburg 1654-1759 deel 2 - kopie folio 1 e.v. - op 28 juli 1750 compareert Henrick Reijnen als ge-

         volmachtigde van Petrus en Ignatius Driesen op Heijden alsmede Jan Broeren gehuwd met Hendrina Driessens op Heijden die recht hebben van

         van de erfgenamen van wijlen Maria Driessens op Heijden. De 1e volmacht uit Haarlem d.d. 2 sept. 1749, de 2e uit Echt d.d. 28 juli 1749 en de 3e

         uit Cuyck d.d. 21 jan. 1750 die tesamen voor de helft eigenaren zijn van een perceel. Comparant vertegenwoordigt ook Maria Agnes de Wickel met

         Petrus Hendricus de Winckel heer van Swolgen gehuwd met Lucretia van Kessel conform volmacht van resp. Venlo d.d. 13 mei 1750 en Roermond

         d.d. 30 juni 1750 die eigenaren zijn van de andere helft. Comparant heeft namens alle gevolmachtigden voor f 2540 verkocht aan de brouwer

         Hermen Roelofs en Gerritje Arisen echtelieden, een huis en brouwerij genaamd "den Spicker" met berg, hof, 2 kleine boomgaarden met bijbehoren-

         de bouw- en weilanden groot 15 morgen gelegen in kerspel Slijk-Ewijk. 

 

2]    Hendrina Driessens op Heyde - geb. Groot Linden [vlgs. trouw akte] ca. 1707 - zij was doopgetuige 1726 Groot Linden bij kind van Peter Derrix

          en Idjen Gerritz - vermeld 1748 [24] - † ws. Groot Linden/Cuyk na 26-8-1767 - tr. Groot Linden 8 mei 1740 [protestants door ds. N. Buys, getuigen

          Theunis Broeren en Agnes Thoonen] met Jan Broeren - geb. Groot Linden [vlgs. trouw inschrijving] -  zij hadden landerijen te Linden 25-3-1752

          [28] † Cuyk??? - zn. van ???

          hieruit: 

         1] Anna Barbara - ged. Groot Linden 23 okt. 1741 [RK] [get. dominus Wilhelmus Driessens op Heijden en domicella Maria Drissens op Heijden,

               in de plaats daarvan waren getuigen Wilhelmus Kuijpers koster en Maria Driessens van den Heuvel]

         2] Antonetta - ged. Groot Linden 9 juni 1743 [RK] [get. Anthonius Broeren per volmacht aan Wilhelmus Kuijpers en Anthonia Derickx] 

         3] Petrus - ged. Groot Linden 24 mei 1745 [RK] [get. Ignatius Drissens op Heijden en Wilhelmina Visschers per volmacht aan Wilhelmus Kuijpers

               en Anthonia Derickx]

         4] Maria - ged. Groot Linden 5 dec. 1746 [RK] [get. Petrus Driessens en Joanna Broeren per volmacht aan Wilhelmus Kuijpers en Anthonia Derickx]

         5] Jacoba - ged. Groot Linden 28 dec. 1747 [RK] [get. Jacobus Broeren per volmacht aan W: Kuijpers en Mechtildis Derickx] 

         6] Wilhelmus - ged. Groot Linden 29 juli 1750 [RK] [get. Petrus Driessens op Heijde en Segera Jans per volmacht aan Theodorus van Roij koster

               en Catharina Jans]

         7] Theodoricus - ged. Groot Linden 11 mrt. 1752 [RK] [get. Theodoricus Broeren en Joanna Broeren, in de plaats daarvan waren getuigen

               Theodorus van Roij koster en Huberta Willems] 

 

voetnoten:

[24] Maasgouw [1898] p. 25-27 - opgemaakt op het huis Colck onder Broekhuizenvorst 10 jan. 1748 en bekrachtigd door schepenen 15 jan. 1748

          waarin zij bepaalt dat haar roerende en onroerende goederen worden verdeeld in 5 delen tussen: Hendrina van Kessel, Lucretia van Kessel

          tegenwoordige huisvrouw van haar neef Petrus Hendricus de Winckel [zoon van P.J. de Winckel en Maria Barbara de Haen], Ignatius van Kessel,

          kinderen van de Winckel/van Kessel en Maria Agnes de Winckel [zuster van Petrus Hendrikus de Winckel]. Tevens legateert zij dat haar broer

          Wilhelmus Driessens op Heyden levenslang zal mogen wonen op Groodt Linden en jaarlijks 150 guldens zal ontvangen. Aan de kinderen van

          Hendrina Driessens op Heyde, dochter van haar broer Wilhelmus Driessens op Heyde, eenmalig de som van 50 guldens. Ook legateert zij 50

          guldens aan Joannes Hoffman, jager van haar neef de Winckel [Petrus Hendrikus de Winckel] "ter oorsaecke van de diensten die hy my gedaen

          heeft". Zij geeft nog aan dat als haar broer bezwaren mocht hebben, dan zal hij die jaarlijkse 150 gulden niet ontvangen want zoals ze schrijft

          "mynen broeder, ende syne kinderen hebben in myn leven genoeg gehadt hetwelck my groote quellinge genoegh is geweest te meer dat de

          selve sigh noydt naer myn genoegen en hebben willen schicken". Tot executeur van haar uiterste wil is benoemd haar neef Petrus Hendricus

          de Winckel.

[39] Valburg - protocol van bezwaar van schoutambt Valburg 1654-1759 deel 1 - kopie folio 292 e.v. - op 27 mei 1750 compareert Henrick Reijnen

          als gevolmachtigde van Petrus en Ignatius Driesen op Heijden alsmede Jan Broeren gehuwd met Hendrina Driessens op Heijden die recht hebben

          van de erfgenamen van wijlen Maria Driessens op Heijden. De 1e volmacht uit Haarlem d.d. 2 sept. 1749, de 2e uit Echt d.d. 28 juli 1749 en de 3e

          uit Cuyck d.d. 21 jan. 1750. De comparant heeft namens gevolmachtigden voor f 320 verkocht aan Fredrick Claesen en Christina Hendrixs echte-

          lieden een perceel bouwland groot 5 morgen genaamd "Verkens neker" gelegen in kerspel Oosterholt "kort bij den Eijnd-dijck".  

[40] Valburg - protocol van bezwaar van schoutambt Valburg 1654-1759 deel 2 - kopie folio 1 e.v. - op 28 juli 1750 compareert Henrick Reijnen als ge-

          volmachtigde van Petrus en Ignatius Driesen op Heijden alsmede Jan Broeren gehuwd met Hendrina Driessens op Heijden die recht hebben van

          van de erfgenamen van wijlen Maria Driessens op Heijden. De 1e volmacht uit Haarlem d.d. 2 sept. 1749, de 2e uit Echt d.d. 28 juli 1749 en de 3e

          uit Cuyck d.d. 21 jan. 1750 die tesamen voor de helft eigenaren zijn van een perceel. Comparant vertegenwoordigt ook Maria Agnes de Wickel met

          Petrus Hendricus de Winckel heer van Swolgen gehuwd met Lucretia van Kessel conform volmacht van resp. Venlo d.d. 13 mei 1750 en Roermond

          d.d. 30 juni 1750 die eigenaren zijn van de andere helft. Comparant heeft namens alle gevolmachtigden voor f 2540 verkocht aan de brouwer

          Hermen Roelofs en Gerritje Arisen echtelieden, een huis en brouwerij genaamd "den Spicker" met berg, hof, 2 kleine boomgaarden met bijbehorende

          bouw- en weilanden groot 15 morgen gelegen in kerspel Slijk-Ewijk.

[28] BHIC schepenprotocol Cuijk [7040.440] Linden toegangsnr. 7040 inventaris nr. 440 - 25 maart 1752 - Jan Broeren en Hendrina Driessen op Heijde

          e.l. verkopen voor f 475 aan Jan Schamp en Maria Jans e.l. landerijen te Linden, namelijk 1] een hooi of weikamp genaamd het Heemelrijk groot 1½

          morgen, ten oosten van kleine Heemelrijk, ten westen van mw. de Haan, ten zuiden van juffer Braber, ten noorden van Jacobus de Haeg en 2] een

          kamp in de Lindense mars genaamd de Rijsbossen groot 1½ morgen, ten oosten en zuiden juffer van den Broek, ten westen van de kleine Rijsbos

          en ten noorden de gemeene straat. Belast met een hypotheek van f 625 ten gunste van de kontrolleur Verhorst.

 

3.    Ignatius Driessen op Heijden -  volgt Vb   


4.    Maria Elisabeth Drijssens op Heide - ged. Borken [D] 18 okt. 1713 [vader: Wilhelmus Drijssens op Heide, moeder: Anna Barbara Lamsdorp von

          den Vengen ook Wenge, getuigen: Maria Elisabet Lambsdorp en Gerhardus Ignatius Drijsens ob Heiden] 


≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈


IVc   Gerard Ignatius Driessens op Heyde

           geb. ca. 1650? - licentiaat in beide rechten - hij was doopgetuige 5 dec. 1680 Roermond bij kind van Henricus Cox en Mechtildis van den Heijden

           als "clariss: d: lic: Gerardus Driessen" - griffier 1685-1686 van bisdom Roermond [37a] - maakte testament 6 okt. 1688 [53] - officiaal en priester

           1689-1690 van bisdom Roermond [37b] - maakt 2e testament 10 maart 1691 [54] - † voor 3 juni 1691 [53] ws. Nijmegen - begraven in Roermond -

           tr. na 17-10-1678 ws. Roermond met Aldegondis Brandijn - geb. Roermond 7 okt. 1654 [33] - zij erfde het Diestershof te Merum - † ca. 1683/1684 -

           dr. van Cornelis Brandijn en Aldegunde Pauwels

 

voetnoten:

[33] Gothaisches genealogisches taschebuch der Adeligen hauser - teil B - 1933 - p. 131-132. 

[-] Er werd op 17 oktober 1678 dispensatie verleend door Reginaldus bisschop van Roermond, aan Joannes Gerards Brantz, pastoor en kanunnik van

          kathedraal Roermond, in verband met voorgenomen huwelijk tussen: rechtsgeleerde Gerardus Driessens en Aldegondis Brandijn. 

[-] Het paar Driessen-Brandijn lenen in 1682 met zijn schoonouders 300 rijksdaalders van de Ursulinnen te Roermond, met onderpand goederen te Merum.

          In april 1684 was er een scheiding van goederen, waarin Gerard Driessens optrad als voogd van zijn zoontje. Aanwijzing door [26] naar RHCL 14.D054

          archief Ursulinnen Roermond - inv. nr. 3 en Utrechts archief 34-4 archief notarissen- inv. nr. U097a004.

[37a] Inventaris officiliaat Roermond door dr. G.H.A. Venner - inv. 367 - stukken betreffende een proces voor het hof van Gelder tegen het kathedrale

          kapittel inzake het begraven van de echtgenote van G. Driessens, griffier van het officiliaat. 1685-1686 1 omslag.

[53] RHCL 14.A002A inv. 2174 testament nr. 59 uit archief van de bisschop van Roermond d.d. 16 okt. 1688 waarin hij tot momboir van zijn zoon Gerardus

          Ignatius Driessen stelt zijn vader Peter Driessens. Tevens benoemt hij zijn broer Ignatius Driessens tot momboir van zijn zoon als hun vader Peter

          Driessen voortijdig zou overlijden. Als zijn zoon voortijdig zou overlijden dan benoemt hij zijn broer Ignatius Driessens tot erfgenaam van al zijn goederen.

          Legateert 15 gulden Brabants aan seminarie bisdom Roermond. Tekent als Gerart Driessens. Met aantekening van 3 juni 1691 van schepenen van

          Roermond dat zij zich naar huis inde Swamaeker straet hebben gevoegd om gesloten testament te openen van wijlen Gerardus Ignatius Driessens in

          leven officaal van bisdom Roermond op verzoek van Ignatius Driessen, de griffier Tijlman Winckels, Anna Petronella Driessens en Aldegonde Paulesen

          weduwe van de advocaat Hendrick Dijsters.

[54] RHCL 14.A002A inv. 2174 testament nr. 62 uit archief van de bisschop van Roermond d.d. 13-3-1691 waarin hij wenst in kathedrale en parochiale kerk

          van Roermond te worden begraven bij zijn "lieve ende welbeminde huijsvrouwe". Verder lezing van 500 zielemissen waarvoor 8 malder rogge in waarde

          van 20 rijksdaalders te behoeve van de huisarmen, andere behoeftigen en arme mensen. Geeft tevens 100 guldens aan aalmoezen.  De volgende 12

          jaren na zijn overlijden tot lafenis van zijn vrouw, naaste vrienden en hemzelf in kerk van de paters Jezuieten tot Nijmegen. Legateert 5 ducatons aan de

          pater Augustijnen tot Nijmegen die uitgekeerd dienen te worden op goede vrijdag ten behoeve van de katholieke huisarmen. Tevens geeft hij 5½ ducatons

          jaarlijks aan de paters Cruijsbroeders in Roermond zodat zij 8 dagen een zielmis zullen lezen. Tot exeteur van zijn uiterste wil benoemt hij zijn broer Ignatius

          Driessens waarvoor hij hem nalaat een zilveren zak horloge gemaakt in Antwerpen, waarbij hij hem verzoekt zo spoedig mogelijk rente van 10½ ducatons

          uit te zetten op zijn onderpanden zodat de paters Augustijnen en Cruijsbroeders zielemissen kunnen lezen. Tekent als Ger. Driessens. Hij bevestigt dat

          nogmaals in Nijmegen d.d. 10/20 april 1691. [wellicht daar overleden?] 

[37b] Inventaris officiliaat Roermond door dr. G.H.A. Venner - p.18.


Uit dit huwelijk: 1 kind.


1.    Gerard Ignatius Driessen d'Opheyden  -  volgt Vc


≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈


Va   Gerardus Franciscus Driessen van Opheijden

           ged. Nijmegen 25 aug. 1690 [RK Jesuiten] [get. Hermannus Driessens en Adriana Uwens] - † voor 3-7-1723 -

           ondertrouw voor schepenen Eindhoven 1 dec. 1714 [get. Jacob Driessen van Opheijden vader bruidegom, Adriaen van Rijsinge en

           Alegonda de Haes als vader en moeder van de bruid] -

           tr. Eindhoven 23 dec. 1714 [ambtshalve inschrijving Nijmegen 23 dec. 1714 Nederduits Gereformeerde gemeente] -

           met Maria Clara van Rijsingen - geb. ??? - jongedochter te Eindhoven - † voor 20 juli 1733 [18] ws. Nijmegen -

           dr. van Adriaen van Rijsinge - brouwer en koopman - en Alegondis de Haes


voetnoten:

[-] register leen akten boeken vorstendom Gelre en graafschap Zutphen - kwartier Zutphen - het goed ten Lansinck in kerspel Hengel - op 6 juli

          1696 werd Jacob Driessen Opheyden beleend met dat goed komende van Richarda Lutgerdis Tilemans. Die daarmee was beleend op 13

          juli 1693 als oudste zuster en leenvolger van haar broer Nicasius Henricus Tilman, door hulder Jacob Boom, kinderen van Bernhart Tilman.

          Op 28 mei 1717 werd Gerard Driessen Opheyden ermee beleend voor 3/8 deel, erfgenaam van zijn vader Jacob. Op 16 aug. 1722 dispositie

          door Gerhardus Driessen Opheyden opgericht met zijn vrouw Maria Clara van Rijsingen. Op 9 sept. 1722 magescheid door Lutgardis

          Driessen Opheyden en Gerbranda Barbara Weissenburg, dochter van Agnes Maria Driessen Opheyden tussen kinderen en erfgenamen

          van Jacob Driessen Opheyden, haar vader, ieder voor een derde deel. Hulder daarvan was Pieter Weissenburg ook op 9 sept. 1722.

          Gerbrand Barbara Weissenburg draagt op 7 maart 1732 de helft van deze 3/8 deel aan Derk Ignatius Martini die ermee werd beleend en

          de andere helft voor zichzelf. Idem op 23 okt. 1732. Op 17 aug. 1756 werd Gerrit Frans Martini beleend met 3/8 deel van deze leen, als

          erfgenaam van zijn broer Derk Ignatius Martini.

[-] ondertrouw 1714 Eindhoven toegangsnummer 10225 inv. nr. 14.9 folio 62 en 63 en trouw idem inv. 14.13 folio 5.

[-] boek "Stichtsche, Gaasdbeeksche en Overijsselsche leenen, gelegen in Gelderland" - kwartier Nijmegen - deel 5. Ewijk - op 27 mei 1717

          werd Gerard Driessen Opheyden beleend met de grote en kleine d'Alinge tienden in kerspel Ewijk, na dode van zijn vader Jacobus

          Driessen Opheyden.

[-] bron? - werd op 28-5-1717 beleend met tienden "de Hoeweerden" onder Herveld.

[7] RHCL Maastricht - toegangsnr. 16.0738 - familie archief nr. V738 - [foto DOP738-12/14] Nijmegen 24 mei 1720 - akkoord tussen Peter Weis-

          senbourg, juffrouw Lutgardi Driessen Opheijden en Theod. Ign. Martini "met haeren neeft" Gerardt Driessen Opheijden in bijweesen van

          Willem van Trijst, "herkoemende van haeren respective vaeder en grootvaeder Herman Driessen opheijden zal[iger]" dat "haeren neeft

          Gerard Driessen voorn. als leenheffer van den voorn. Hermen Driessen opheijden naegelaeten leenen" aan hr. Weissenbourg, juffrouw

          Lutgardi Driessen opheijden en de hr. Theod. Ign. Martini zal verkopen en afstaan in 3 parten: ten 1e - in ampt Overbetuwe in kerspel

          Driel waarde 700 guldens; en ten 2e - in den Saeijbredigen gelegen onder Bingeren omtrent Doesburg, afgedeeld met hr. Pabst waarde

          500 guldens.

[-] boek "Stichtsche, Gaasdbeeksche en Overijsselsche leenen, gelegen in Gelderland" - kwartier Nijmegen - deel 5. Ewijk - Jacob Driessen

          Opheyden, minderjarig, werd op 3 juli 1723 beleend met de grote en kleine d'Alinge tienden in kerspel Ewijk, na dode van Gerard

          Driessen Opheyden zijn vader. 

[18] ORA Overbetuwe inv. 193 en 304 - protocol Valburg fol. 180 - waarin op 20-7-1733 Cornelis Driessen Opheyden voor zichzelf en als testa-

          mentair erfgenaam van wijlen zijn broer kanunnik Ludovicus Driessen Opheyden, en Laurens Poe[in?] gevolmachtigde van Willem van

          Rijsingen als voogd van Jacobus Driessen Opheyden zoon van wijlen Gerardt Driessen Opheyden en Maria Claera van Rijsingen, volgens

          volmacht voor schepenen van Nijmegen d.d. 4-3-1729 een stuk bouwland verkopen voor 293 gulden, groot 1¼ morgen onder Herveld

          palende "ut jucta literos" aan juffr. Johanna Eijlbrecht weduwe van de predikant Jacob Bernard van Altenae.

[22] RHCL Maastricht - toegangsnr. 14.A002A - archieftitel: bisschoppen van Roermond 1559-1801 - inventaris 2.3.1.1.5 portefeuille 56 nr.

          8A - foto DOP14-11/19 - Eindhoven 14 nov. 1727 volgens protocol van "Alderley actens der stadt Eijndhoven" verscheen en doet

          Maria van Rijsingen weduwe van Geraert Driesens op Heijden haar testament, zij laat alle goederen in Gelderland en elders na aan

          haar minderjarige zoontje Jacobus Driessens op Heijden. Aan haar broer Willem van Rijsingen 600 guldens. Aan Maria oudste dochter

          van zuster Elisabeth van Rijsingen stoffen en wollen klederen. Als haar zoontje komt te overlijden, dan zal haar broer Willem de zilveren

          servies ontvangen. Haar nicht Maria zal de "zilveren toilet en besten diamanten ringh" krijgen. De 2e dochter van haar zuster Elizabeth

          met naam Allegonda zal ontvangen "diamenten cruijs" en de 3e dochter met naam Johanna zal krijgen de "diamanten gespe gordel".

          Haar zoontje Jacobus is enig en universeel erfgenaam, en bij substitie haar broers en zusters met name: Willem van Rijsingen, Simon

          van Rijsingen, Elisabeth van Rijsingen huisvrouw van Gerart van de Renne en Johanna van Rijsinge weduwe van Gerart Schaets en

          gelijk mede 2 wettige kinderen van haar overleden zuster Chatrina van Rijsinge in huwelijk verwekt bij Johan Dirkinck. De momboiren

          en voogden over haar onmondige zoontje, Willem van Steenler haar man's oom wonende te Arnhem en Willem van Rijsinge haar

          broer wonende te Eindhoven die ook curator is. Uitgesloten zijn haar man 2 broers en neef de heer Theodorus Martinij vanwege de

          onenigheid die zij eerder hadden. 


Uit dit huwelijk:


1.    Hermannus Gerardus Driessen Opheyden - ged. Nijmegen 18 nov. 1715 [RK minderbroeders] [get. Jacobus Driessen op Heijden en

           Alegundis Rijsingen voor Joanna van Rijsingen weduwe Scats] - † voor 14-11-1727 [22] 


2.    Jacobus Gerardus Driessen Opheyden - ged. Nijmegen 23 mrt. 1717 [RK minderbroeders] [get. Ludovicus Driessen op Heijden voor

           Adrianus van Rijsingen en Margaretha Weijssenbergh weduwe van Jacobus Driessen op Heijden] - † vermist ca. 1734 [op een schip

           naar waarschijnlijk Batavia Oost Indie?]


voetnoten:

[-] boek "Stichtsche, Gaasdbeeksche en Overijsselsche leenen, gelegen in Gelderland" - kwartier Nijmegen - deel 5. Ewijk - op 3 juli 1723

           werd Jacob Driessen Opheyden minderjarig beleend met de grote en kleine d'Alinge tienden in kerspel Ewijk, na dode van zijn vader

           Gerard Driessen Opheyden. 

[-] Hof van Gelre landdagrecessen - waarbij op 25 apr. 1730 Willem van Rijsingen als voogd van Jacob Driessen Opheijden, opheffing fidei

           commisse en verkoop onroerend goede Betuwe.

[-] ORA Nijmegen inv. nr. 2648 fol. 24v - beslaglegging op 7-3-1732 door Catarina van Zeller op alle goederen van Louis Driessen van

          Opheyden tot Cleve, als erfgenaam voor ⅓ deel van wijlen zijn vader Jacob Driessen Opheyden, en op alle goederen van Jacobus

          Driessen Opheyden onmondige zoon van Gerard Driessen Opheyden, als erfgenaam voor ⅓ deel van zijn grootvader Jacob Driessen

          Opheyden. Om hierop te verhalen 2 kapitalen van 500 en 2000 guldens en rente tegen 5%, die Jacob Driessen op Heijden en Marga-

          retha Clara Weisseburg in leven echtelieden op 29-2-1708 hadden geleend.

[18] ORA Overbetuwe inv. 193 en 304 - protocol Valburg fol. 180 - waarin op 20-7-1733 Cornelis Driessen Opheyden voor zichzelf en als

          testamentair erfgenaam van wijlen zijn broer kanunnik Ludovicus Driessen Opheyden, en Laurens Poe[in?] gevolmachtigde van

          Willem van Rijsingen als voogd van Jacobus Driessen Opheyden zoon van wijlen Gerardt Driessen Opheyden en Maria Claera van

          Rijsingen, volgens volmacht voor schepenen van Nijmegen d.d. 4-3-1729 een stuk bouwland verkopen voor 293 gulden, groot 1¼

          morgen onder Herveld palende "ut jucta literos" aan juffr. Johanna Eijlbrecht weduwe van de predikant Jacob Bernard van Altenae.

[-] RHCL Maastricht - toegangsnr. 16.0738 - familie archief nr. V738 - foto DOP738-15/17 - Nijmegen 7 mei 1734 verzoek van Gerard van

          der Rennen gehuwd met Elijsabet van Rijsingen "bloetmoije" van Jacobus Driessen op Heijde minderjarigen soon van Gerardus

          Driessen op Heijden en Maria Clara van Rijsingen. Bij testament van Maria Clara van Rijsingen weduwe van Gerardus Driessen op

          Heijden, werd zijn zwager Willem van Rijsingen aangesteld als voogd over de "onmundige" Jacobus Driessen op Heijden, maar dat

          hij "voor eenige dagen deser werelt was overleden" en verklaarde dat vader en grootvader van de onmondige, burgers waren

          van dezen stad en dat voor een groot gedeelte de zaken "onder opsigt van den raadsvriend Jan Swaan" zijn, en verzoekt dat den

          "voorn: onmundigen wederom met eenen momboir of voogd wierde voorsien". Gerard van der Rennen werd aangestelt tot voogd en

          "curateur" van de goederen.

[-] boek "Stichtsche, Gaasdbeeksche en Overijsselsche leenen, gelegen in Gelderland" - kwartier Nijmegen - deel 5. Ewijk - Gerard van

          der Rennen als gestelde voogd over de persoon en curateur over de goederen van Jacobus Opheyden. plegte van 3000 gld. ten

          behoeve van d'heeren boekhouder en provisoiren van 't armenkinderhuys der stad Nijmegen d.d. 8 nov. 1734. Deze gelden kwamen

          uit de grote en kleine d'Alinge tienden in kerspel Ewijk.  

[-] RHCL Maastricht - toegangsnr. 16.0738 - familie archief nr. V738 - foto DOP738-18/26 - Slijck-Ewijck 15 juli 1744 - procureur Jacobus

          Poelman als gevolmachtigde van Elisabeth van Rijsingen wed: en boedelhouder van wijlen Gerrard van der Renne, en die door

          raad van stad Nijmegen d.d. 7 mei 1734 was aangesteld als voogd over de persoon en curateur over de goederen van Jacobus

          Driessen op Heijden wordt publiekelijk verkocht 3 blokken "coorngewasch oft den Thiend onder Slijck-Ewijck in den ampte van over-

          betuwe gelegen" en "den krijtenden Thiend aldaer over desen Jaeren 1744" 1e "het Hoogh Brugse Block" werd koper Jan Jurriens

          voor 159 guldens; 2e "t Hoogh Essense Block" werd koper Toon Gerretse voor 164 guldens en 3e "Het Mejusse Block" werd koper

          Hendrick van Beem voor 81 guldens. Den krijtenden Thiend werd koper Hendrick Henes voor 12 guldens.

[-] boek "Stichtsche, Gaasdbeeksche en Overijsselsche leenen, gelegen in Gelderland" - kwartier Nijmegen - deel 5. Ewijk - Gerard Ignatius

          Driessen Opheyden, als naaste mansoir [= mannelijk nakomeling] van Cornelis Driessen Opheyden, met versuym bij gemelte Cornelis

          Opheyden vermits 't over dertig jaren uitblijven en vermissen van Jacob Driessen Opheyden, begaan, werd op 18 april 1765 beleend

          met de grote en kleine d'Alinge tienden in kerspel Ewijk. 

[-] RHCL Maastricht - toegangsnr. 16.0738 - familie archief nr. V738 - foto DOP738-27/30 - Valburg 21 dec. 1765 verzoek van Gerard Igna-

          tius Driessen op Heijden, secretaris der stad en hoofdgerecht Echt, "als neeven naaste mansoir" [mansoir = mannelijke nakomeling]

          van Cornelis Driessen op Heijden, die in leven geweest is eigen oom en leenopvolger van Jacobus Driessen op Heijden, als eigenaar

          van "sekere grote en smal thienden in kerspel Slijck-Ewijck ambt van Overbetuwe, die 30 jaar absent is en nu voor overleden gehouden

          moet worden". Hij wordt verzocht om naar Valburg te gaan om betalingen te ontvangen.

[-] RHCL Maastricht - toegangsnr. 16.0738 - familie archief nr. V738 - foto DOP738-36/37 - Nijmegen 17 nov. 1770 - compareerde voor

          leenmannen van de leenkamer van Kleef en Huis Heumen, J. Vermehr tijdelijk boekhouder van de arme kinderen weeshuis in Nijmegen

          namens de provisoren, te constitueren en machtig te maken Wouter van Klinkenberg wonende te Utrecht, die aldaar bekent dat baron

          van Balveren, heer tot Weurt, ambtman des ambt van tussen Maas en Waal, voldaan en betaalt te zijn 3000 guldens met rente volgens

         "plechtebrieff" van 8 november 1734 door voogd en curator over den persoon en goederen van Jacobus Driessen op Heijden.


3.    Gertrudis Maria Driessen Opheyden - ged. Nijmegen 17 nov. 1718 [RK minderbroeders] [get. Thomas Martini voor Guilielmus van Steen-

           lere en Johanna van Rijsingen weduwe Gerardus Scats voor Ida de Haas weduwe Scats] - † voor 14-11-1727 [22]


4.    Adriana Maria Driessen Opheyden - ged. Nijmegen 20 apr. 1720 [RK minderbroeders] [get. Cornelius Driessen op Heijden en Elisabeth

           van Rijsinghe vrouw van N. van der Ennen] - † voor 14-11-1727 [22]

 

5.    Adrianus Hermanus Driessen op Heijden - ged. Megen [NB] 23 sept. 1721 [RK] [get. Guillielmus van Rijsingen en Lutgardis Driessens

           op Heijden] - † Megen [NB] 18 aug. 1727


≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈


Vb   Ignatius [33] Driessen op Heijden

           ged. Goch 25 mrt. 1708 [vader: Wilhelmus Driessen, moeder: niet vermeld, getuigen: Petrus Ignatius Drissens en Henrina van der Heiden] -

           secretaris van het gerecht van Wessem 1745-1791 - secretaris van stad en hoofdgerecht Echt 1748-na 30 jan. 1797 - hij was een van de

           ondertekenaars op 8 juni 1769 bij de verkoop van kasteel Montfort, door de koning der Pruissen aan de prins van Oranje-Nassau - † na

           30-1-1797 ws. Echt -

           tr. 1e Roermond 13 mei 1743 [19] met Maria Agnes Scrivers ook Schrijvers [get. Andreas Peters en Maria Peters] - geb. Maasniel -

           † Maasniel 14 maart 1744 - begraven 16 maart 1744 - dr. van ??? -

           tr. 2e Roermond 1 mei 1748 met Joanna Constantia de Cock [get. Gerardus Vossen en Antonetta de Cock] - geb. Roermond/Maasbracht? -

           † Roermond 1 januari 1750 - begraven 4 januari 1750 "d[omic]ella Constantia de Cocq, uxor dum viveret, d[omi]ni Driessens op Heijden,

           secretarij Wessemiensis et Echtensis, domi matris, in platea inferiori sitae, rite praemunita sacramentis, animam dei reddidit et sepelitur 4ta

           eiusdem mensis in nostra eccelsia ante altare s: Catharina" [in marge:] "ex puerperij relictis" - dr. van ??? -

           tr. 3e Echt 22 okt. 1752 [get. Jacobus Clermont, Maria Groenen en Joanna Maria Clermont] met Joanna Maria Cathrina Margareta Clermonts -

           ged. Echt 12 mrt. 1731 [35] [get. Petrus Rutgerus Oeijtman en Anna Cathrina Vrencken] - † Echt 21 mrt. 1808 - dr. van Nicolas Clermont[s]

           en Agatha G[h]ijsen

 

voetnoten:

[33] Gothaisches genealogisches taschebuch der Adeligen hauser - teil B - 1933 - p. 131-132.

[35] Echt doop inschrijving 1731.

[19] RHCL Maastricht - dispensatie aanvraag bekend Roermond 26 apr. 1743 waarin Ignatius Driessens parochiaan van Roermond en Maria paro-

          chiane van Maasniel werden genoemd.

[-] RHCL Maastricht - toegangsnr. 01-016 schepenbank Echt nr. 349 - foto DOP349-1 - Roermond 13 mrt. 1749 waarin I. Driessen op Heijden secre-

          taris der stad en hoofdgerecht Echt, door Bernard van Boeningen werd benoemd tot stadhouder van "leen ten Kopppelen onder Dieteren,

          Roosteren en elders geleghen". Dit volgde na overlijden van de vorige stadhouder Smackers tot Susteren.

[39] Valburg - protocol van bezwaar van schoutambt Valburg 1654-1759 deel 1 - kopie folio 292 e.v. - op 27 mei 1750 compareert Henrick Reijnen

          als gevolmachtigde van Petrus en Ignatius Driesen op Heijden alsmede Jan Broeren gehuwd met Hendrina Driessens op Heijden die recht hebben

          van de erfgenamen van wijlen Maria Driessens op Heijden. De 1e volmacht uit Haarlem d.d. 2 sept. 1749, de 2e uit Echt d.d. 28 juli 1749 en de 3e

          uit Cuyck d.d. 21 jan. 1750. De comparant heeft namens gevolmachtigden voor f 320 verkocht aan Fredrick Claesen en Christina Hendrixs echte-

          lieden een perceel bouwland groot 5 morgen genaamd "Verkens neker" gelegen in kerspel Oosterholt "kort bij den Eijnd-dijck".  

[40] Valburg - protocol van bezwaar van schoutambt Valburg 1654-1759 deel 2 - kopie folio 1 e.v. - op 28 juli 1750 compareert Henrick Reijnen als ge-

          volmachtigde van Petrus en Ignatius Driesen op Heijden alsmede Jan Broeren gehuwd met Hendrina Driessens op Heijden die recht hebben van

          van de erfgenamen van wijlen Maria Driessens op Heijden. De 1e volmacht uit Haarlem d.d. 2 sept. 1749, de 2e uit Echt d.d. 28 juli 1749 en de 3e

          uit Cuyck d.d. 21 jan. 1750 die tesamen voor de helft eigenaren zijn van een perceel. Comparant vertegenwoordigt ook Maria Agnes de Wickel met

          Petrus Hendricus de Winckel heer van Swolgen gehuwd met Lucretia van Kessel conform volmacht van resp. Venlo d.d. 13 mei 1750 en Roermond

          d.d. 30 juni 1750 die eigenaren zijn van de andere helft. Comparant heeft namens alle gevolmachtigden voor f 2540 verkocht aan de brouwer

          Hermen Roelofs en Gerritje Arisen echtelieden, een huis en brouwerij genaamd "den Spicker" met berg, hof, 2 kleine boomgaarden met bijbehorende

          bouw- en weilanden groot 15 morgen gelegen in kerspel Slijk-Ewijk.

[-] boek "Stichtsche, Gaasdbeeksche en Overijsselsche leenen, gelegen in Gelderland" - kwartier Nijmegen - deel 5. Ewijk - Gerard Ignatius

          Driessen Opheyden, als naaste mansoir [= mannelijk nakomeling] van Cornelis Driessen Opheyden, met versuym bij gemelte Cornelis

          Opheyden vermits 't over dertig jaren uitblijven en vermissen van Jacob Driessen Opheyden, begaan, werd op 18 april 1765 beleend

          met de grote en kleine d'Alinge tienden in kerspel Ewijk. 

[-] RHCL Maastricht - toegangsnr. 16.0738 - familie archief nr. V738 - foto DOP738-27/30 - Valburg 21 dec. 1765 verzoek van Gerard Igna-

          tius Driessen op Heijden, secretaris der stad en hoofdgerecht Echt, "als neeven naaste mansoir" [mansoir = mannelijke nakomeling]

          van Cornelis Driessen op Heijden, die in leven geweest is eigen oom en leenopvolger van Jacobus Driessen op Heijden, als eigenaar

          van "sekere grote en smal thienden in kerspel Slijck-Ewijck ambt van Overbetuwe, die 30 jaar absent is en nu voor overleden gehouden

          moet worden". Hij wordt verzocht om naar Valburg te gaan om betalingen te ontvangen.

[48] Protocol van bezwaar van het kerspel Slijk-Ewijk 1759-1811 deel 1 - Nijmegen 27 sept. 1768 - Jan Engelbart Sanders van Well notaris en

          procureur tot Nijmegen als gemachtigde van Gerard Ignatius Driessen op Heijden secretaris van stad en hoofdgericht Echt in land van

          Montfort, waarin Gerard Ignatius erkent 6000 gld. te hebben opgenomen tegen 4% rente van Bernard Henderik Swarts en Margaretha van

          den Sande echtelieden wonende te Nijmegen met onderpand de grote en kleine d'Alinge tienden in kerspel Slijk-Ewijk ambt Overbetuwe

          waarmee hij werd beleend op 18 april 1765.

[49] Protocol van bezwaar van het kerspel Slijk-Ewijk 1759-1811 deel 1 - Nijmegen 26 sept. 1769 - Bernard Henderik Swarts en Margaretha van

          den Sande echtelieden wonende te Nijmegen transporteren de obligatie van f 6000 t.l.v. Gerard Ignatius Driessen Opheyden aan Mathijs

          Bosman en Helena Cornelia Palm echtelieden.

[50] Protocol van bezwaar van het kerspel Slijk-Ewijk 1759-1811 deel 1 - Utrecht 11 november 1769 - hypotheek en opdracht werd bevestigd in

          leenhof Utrecht met bemoeienis Willem van Oranje.  

[-] boek "Stichtsche, Gaasdbeeksche en Overijsselsche leenen, gelegen in Gelderland" - kwartier Nijmegen - deel 5. Ewijk - op 16 juni 1770 werd

          Walraven baron van Balveren beleend met de grote en kleine d'Alinge tienden in kerspel Ewijk, door opdracht van Gerard Ignatius Driessen

          Opheyden. 

[-] RHCL Maastricht - toegangsnr. 16.0674 - Michiels archief nr. 674 - foto DOP674-4/9 - Echt 1777 aantal brieven van I. Driessen op Heijden

          aan Michiels Raedt, rentmeester van prins van Oranje-Nassau te Roermond.         

[-] RHCL Maastricht - toegangsnr. 16.1115 - familie Magnee te Horn nr. 69 - foto DOP69-27/74 - Echt jan. 1785 - secretaris Driessen op Heijden

          was "executeur testamentair" van wijlen de heer scholtis Ramaeckers en zijn vrouw M. Dencken - groot aantal stukken.

[59] Schepenbank Echt 14e eeuw-1796 inv. 01.016 nrs. 40-46 registers van akten van overdracht 1748-1796 deel 46 1790-1796 folio 146 - 24

          april 1792 - waarin de echtelieden J: Driessen op Heijden en Joanna Maria Clermonts alvast toebedelen aan hun zoon Wilhelmus Josephus

          Nicolaus Driessen op Heijden in korting op zijn toekomstig erfdeel het volgende:

          1] een "baendt op Coxweerdt onder deese jurisdictie" gelegen naast schepen P: van Eijll groot 449 toeden en 1 voet;

          2] een perceel land "op den Mulen camp" naast "den baendt, de Heeg en Heere landt" groot 339 roeden;

          3] een perceel land "op 't kerck veldt" naast de voetpad en weg groot 247 roeden en 5½ voet;

          4] een perceel land idem "op 't kerck veldt" naast het gasthuis, voetpad, weg en Derick Driessen groot 90 roeden en 1 voet en

          5] de kamp naast het "wijerken genaemt de Bellicken" groot 168 roeden en 14¼ voet. Allen onbezwaard. 


Uit 1e huwelijk:

 

1.    Gerardus Driessens op Heijden - ged. Maasniel 5 febr. 1744 [vader: Ignatij Driessens op Heijden, moeder: Maria Agnetis Schrijvers,

           getuigen: Joannes Schrijvers en Maria Driessens op Heijden cuius vices supplevit Maria van Straelen patrini] [overlijdensboek Maasniel

           vermeldt alleen volwassenen, gezien overlijden van de moeder ruim een maand na de bevalling, waarschijnlijk ook dit kind jong overleden] 


Uit 2e huwelijk:


2.    Guilhelmus Joannes Nepomucanus Driessens - ged. Echt 27 okt. 1749 [vader: domini Ignatius Driessens secretarij, moeder: Joanna Con-

           stantina de Cock, getuigen: Joannes Ambrosius Bernaerdts en Anna Maria de Roes] - [overlijdensboek Echt vermeldt alleen volwassenen,

           gezien overlijden van de moeder 2 maanden na de bevalling in Roermond, waarschijnlijk ook dit kind jong overleden] 


Uit 3e huwelijk:


3.    Joannes Michael Driessen op Heijden - ged. Echt 4 aug. 1753 [vader: dni Ignatij Driessen op Heijden huius judicij secretarij, moeder: Maria

           Clermont, getuigen: pastoor Joannes Michael de Cock en Maria Agatha Gijsen]


4.    Joanna Maria Catharina Driessens op Heijden - ged. Echt 4 dec. 1755 [vader: domini Ignatij Driessens op Heijden hujus judicij secretarij,

           moeder: Joanna Maria Clermonts, getuigen: Nicolaus Clermonts praetor in insula s[anc]ti Stephani en Felicitas Theodora van der Veckene]


5.    Antonetta Maria Agata Drijssens op Heijden - ged. Echt 18 mrt. 1757 [vader: dni Ignatij Drijssens op Heijden secreatarij, moeder: Maria Jo-

           anna Clermonts, getuigen: kapelaan J. H. Clermonts en Antonetta de Cock] - † Montfort 9 dec. 1837


6.    Anna Catharina Constantia op Heijden - ged. Echt 23 dec. 1759 [vader: d: Ignatij Driessens op Heijden secretarius civitatis Echt, moeder:

           Johanna Maria Clermont, getuigen: Josephus Clermont vicarius Sittard en Anna Catharina de Cock] - † st. Odilienberg 30 apr. 1816 [27] -

           tr. Echt 3 nov. 1787 met Petrus Franciscus Heijligers [get. Wilhelmus Josephus Driessen op Heijden en Antonetta Maria Agatha Driessen

           op Heijden] - grondeigenaar en burgemeester van st. Odilienberg - in 1816 akkerman [27] - ged. st. Odilienberg 9 mrt. 1758 [36] [get.

           Petrus Thunissen loco Gerardi Ryckskens en Francisca Cremers] - † st. Odilienberg 2 febr. 1836 [34] - zn. van Theodorus Heijligers en

           Agne[ti]s Stams [34]

           hieruit:

           1] Joseph Ignatius Heijligers - ged. st. Odilienberg 19 juni 1794 [get. Joannes Joseph Heijligers geboren gedoopt en inwoner van st. Odi-

                lienberg namens "praenobilis d[omi]ni Ignatius Driessen op Heijden" gedoopt in Nijmegen inwoner van Echt en Agnes Stams geboren

                gedoopt in Linne inwoner van st. Odilienberg] - secretaris 1836 in st. Odilienberg [34]  

 

voetnoten

[-] voor het huwelijk Echt 3-11-1787 werd een dispensatie aangevraagd 31-10-1787 waarvoor zij 2 gulden betaalden.

[27] st. Odilienberg overlijdens akte 1816.

[34] st. Odilienberg overlijdens akte 1836.

[36] st. Odilienberg doop schrijving 1758.


7.    Wilhelmus Josephus Nicolaus Driessen op Heijden  -  volgt VI


≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈


Vc   ridder Gerard Ignatius Driessen d'Opheyden ook op Heyde

           ged. Roermond 4 aug. 1680 [get. clariss: d: Petrus Driessen, per d:l: Franciscum Brandijn en domicella Aldegundis Pauwels] -

           advocaat in keizerlijke raad en ontvanger-generaal der Limburgse domeinen [23] [33] - was op 8 jan. 1712 te Frankfurt a/Main ingeschreven bij

           de Duitse rijks adel [33] - werd in 1712 tot ridder geslagen door keizer Karel VI koning van Spanje - bij die verheffing werd de wapen aangepast

           van 3 vijf-bladige rozen naar 4 vijf-bladige rozen en de wassende maan naar rechts - werd 1712 benoemd door keizer Karel VI koning van Spanje,

           chef en soeverein van Oostenrijkse orde van de Gulden Vlies tot ridder in de Gulden Vlies [64] - † Sittard 27 jan. 1757 "improvisa obijt morte" -

           begr. aldaar 26 jan. 1757 als "Gerardus Ignatius Driessen de Opheijden baro, maritus Maria Josepha de Noujon" -

           tr. 1e Roermond 19-4-1702? [33] - met Anna Catharina de Gouverneur - geb. ws. Luik ??? - † ??? - dr. van Tilman de Gouverneur [was ook

           ridder van de Gulden Vlies] en Anne Catherine de Speck/Specx -

           tr. 2e wanneer/waar? - met Maria Josepha de Noujon - † na 26-1-1757 - dr. van ???

 

familie wapen Driessen d'Opheijden anno 1712:

 

         Driessen op Heijden

 

voetnoten:

[23] Maasgouw [1898] p. 29.

[53] RHCL 14.A002A inv. 2174 testament nr. 59 uit archief van de bisschop van Roermond d.d. 16 okt. 1688 waarin hij tot momboir van zijn zoon

          Gerardus Ignatius Driessen stelt zijn vader Peter Driessens. Tevens benoemt hij zijn broer Ignatius Driessens tot momboir van zijn zoon als

          hun vader Peter Driessen voortijdig zou overlijden. Als zijn zoon voortijdig zou overlijden dan benoemt hij zijn broer Ignatius Driessens tot

          erfgenaam van al zijn goederen. Legateert 15 gulden Brabants aan seminarie bisdom Roermond. Tekent als Gerart Driessens. Met aante-

          kening van 3 juni 1691 van schepenen van Roermond dat zij zich naar huis inde Swamaeker straet hebben gevoegd om gesloten testament

          te openen van wijlen Gerardus Ignatius Driessens in leven officaal van bisdom Roermond op verzoek van Ignatius Driessen, de griffier Tijl-

          man Winckels, Anna Petronella Driessens en Aldegonde Paulesen weduwe van de advocaat Hendrick Dijsters.   

[33] Gothaisches genealogisches taschebuch der Adeligen hauser - teil B - 1933 - p. 131-132.

[-] Herckenrode, J. de, Nobiliaire des Pays Bas et du Comte de Bourgogne, Gent 1862 blz. 686-687 -  Gérard 'Driessens-d'Opheyden, conseiller

          et receveur-général des domaines de la province de Limbourg, fut créé chevalier, et obtint des support et une couronne au lieu de bourlet,

          par lettres du 25 octobre 1712. Ses armes étaient: d'azur au croissant tourné a deztre d'argent, au chef d'or chargé d'un sautoir de gueules,

          cantonné de quatre roses de meme. // Gerard Driessens d'Opheyden, raadslid en algemeen openbare belastingsinnner van de landgoede-

          ren der provincie Limburg, werd in 1712 tot ridder geslagen door keizer Karel VI.  Bevestigd door een schrijven van 25 oktober 1712. Titel

          is erfelijk op de mannelijke leden.

[-] Annuaire de la Noblesse de Belgique 1857 blz. 298 en 299 Drissens d’Opheyden Chevalerie pur Gerard Drissens d’Opheyden - Barcelone,

          25 octobre 1712 Charles, etc. Pour le bon rapport qui fait nous a ete de la personne de notre cher et bien-aime Gerard Drissens d’Opheyden,

          conseiller et receveur general de nos domaines dans notre de Limbourg, tant en consideration des bont et loyaux services que ses aucetres

          et toute l’ancienne famille de Drissens, originaire de Ruremonde en notre duche de Gueldre, ont rendus a notre auguste maison, que des

          merites personnels dudit Gerard Drissens d’Opheyden, et de l’application singuliere qu’il a pour l’avantage de nos interets dans l’exercice

          et maniement de ses charges ….  - ledit Gerard Drissens d’Opheyden est eleve, ensemble ses enfants et posterite male et femelle, a l’etat

          de chevalier. Les armes sont : Coupe : en chef d’or a un sautoir de gueules, accompagne de quatre Quintefeuilles du meme percees d’or,

          et en pointe, d’azur a un croissant d’argent pose en pal et tourne a dextre ; ledit ecu surmonte d’un heaume de tournoi ouvert, treille, grille

          et lisere d’or, aux hachements et bourrelet d’or et de gueules, et pour cimier d’un croissant  d’argent pose en pal entre un vol d’azur.

[64] Chevaliers de l'ordre de la Toison d'Or.

[-] aanwijzing [26] naar GAR archief heerlijkheid Dalenbroek - inv. nr. 265: In mei 1716 verkoopt hij bij openbare verkoop voor 1030 pattacons

         aan P.H. Petit, de bouwhof te Merum met landerijen en bemden aldaar. 

[-] RHCL Maastricht - toegangsnummer 16.1115 - Familie Magnee te Horn - nr.69  - foto nr. DOP69-7/9 -

         Luik 3 febr. 1717 - akte voor Bartolome Donnea, notaris van de prins-bisschop van Luik, aangenomen in de kanselarij van Brabant, com-

         pareerden de weduwe [Anne-Catherine de Specx] van wijlen Tilman de Gouverneur en Anne de Gouverneur, echtgenote van ridder

         Driessens d'Opheyden, waarbij zij hun zoon en broer Walther de Gouverneur, schepen van oppergerecht van Luik, machtigen om in hun

         naam te handelen om alle afstanden, transporten en schuldbrieven aan te nemen, die ridder Driessens d'Opheyden hen beweert te doen

         voor verzekering of betaling van sommen die hij hen is verschuldigd. Zij geven [Walther] ook macht om met schuldeisers van Driessens

         dading aan te gaan, hem te onterven en andere personen in zijn naam aan te stellen als eigenaars.

[-] RHCL Maastricht - toegangsnummer 16.1115 - Familie Magnee te Horn - nr.69 - foto nr. DOP69-1/3 - Roermond 14 februari 1717 - voor

         Georgius Schrijvers openbaar notaris te Roermond, verscheen Walter de Gouverneur, schepen van Luik, die volgens volmacht van

         13-2-1717 verleden voor notaris Bartolome Donnea, namens de weduwe van wijlen Tilman de Gourverneur en Anna de Gouverneur

         echtgenote van ridder Driessens d'Opheijden, hebben ge-annuleerd voor hoofdgericht van Roermond als voor die van gericht Ooll,  een

         transport ter concurrentie van 2650 rijksdaalders of 6360 guldens zwaar brabants - onlangs gepasseert - en recht aan Henrietta Christina

         geboren hertogin van Bronswijk en Lunenborgh, die de ridder Driessens, volgens obligatie van 1 april 1716, had beloofd dit terug te beta-

         len binnen 1 jaar. Kreeg uitstel tot 1 juli 1717 op betaling van rente.

[-] RHCL Maastricht - toegangsnummer 16.1115 - Familie Magnee te Horn - nr.69  - foto nr. DOP69-4/6 -

         Roermond 15 februari 1717 - akte voor scholtis Christophe Jacob Diricx, Johan Baptista Cruijsancker en Petrus van Lom, beijde rechten

         en schepenen en hoofdgerecht van Roermond, waarbij verscheen advocaat Petrus Hendricus Petit uit kracht van een volmacht van

         13-2-1717 uit Luik gepasseert voor notaris Bartholomaeus Donnea, door weduwe van wijlen Tilman de Gouverneur en Anna de Gouver-

         neur echtgenote van ridder Driessens d'Opheijden, en vanwege een verzekering van 14-2-1717 gepasseert voor notaris Georghius

         Schrijvers, door Walter de Gouverneur, schepen van stad Luik tegen ridder ridder Driessens d'Opheijden, van een som van 2650

         pattacons oftewel 6360 guldens, die hij verschuldigd is te betalen aan Henriette Christine geboren hertogin van Brounswijck en Lunenburg

         op 1 april 1717 of per 1 juli 1717 maar dan met betaling van rente. Aan de dames werden getransporteert op 11-2-1717 een kapitaal van

         2400 pattacons ten laste van overkwartier van Gelderland, staande aan erfgenamen van wijlen de raad de Haen benevens het huis op de

         Swaemaeckers tegenover de Carthuijsers, waarin Driessens werd onterft en ontgoed.

[-] RHCL Maastricht - toegangsnummer 16.1115 - Familie Magnee te Horn - nr.69  - foto nr. DOP69-10/11 - Ooll 17 februari 1717 – copie akte

         [de originelen heeft P.H. Petit op 27-2-1717 aan schepenen van Roermond overhandigd] waarbij voor stadthouder, scholtis en schepenen

         van gericht Herten, Merum en Ooll in heerlijkheid Daelenbroeck, werd gepasseert t.l.v. ridder Driessen d'Opheijden op den hoff en lande-

         rijen tot Merum gelegen behorende aan ridder Driessen, die hij op 11-2-1717 heeft verhypothiseerd voor 7000 guldens brabants Luijcken,

         t.b.v. Jan Martels koopman tot Luik. Ook hierin werd hij onterft en ontgoed.

[-] RHCL Maastricht - toegangsnummer 16.1115 - Familie Magnee te Horn - nr.69  - foto nr. DOP69-12/13 - Roermond 18 februari 1717 – copie

         akte [de originele heeft P.H. Petit op 27-2-1717 aan schepenen van Roermond overhandigd] waarbij de ouderlijk huis van ridder Driessen,

         recht tegen over de poorte van 't Carthuijs op de Swaemaeckers straat te Roermond werd getransporteert op 11-2-1717 t.b.v. erfgenamen

         van wijlen heere Raedt de Haen enz. enz.

[-] bron: RHCL Maastricht – 01.010 schepenbank Swalmen Asselt inv. nr. 21 – foto folio 98vs-1 - Swalmen 23 februari 1717. kopie ordonnantie

         van hof van Roermond inzake verzoek van M.J. de Gaudy schepen tot Luik tegen ridder Driessen en vrouwe weduwe Gouverneur waarin

         zij de arresten bekrachtigen op alle goederen van de ge-arresteerden. Tegen advocaat Linne wordt binnen 2 dagen aangezegd om geen

         vervreemding of transporten eruit te doen. 

[-] RHCL Maastricht - toegangsnummer 16.1115 - Familie Magnee te Horn - nr.69  - foto nr. DOP69-14 - Roermond 24 februari 1717 – onkosten

         nota van Petit, die verschillende keren naar Luik was gegaan voor ridder Driessens.

[-] RHCL Maastricht - toegangsnummer 16.1115 - Familie Magnee te Horn - nr.69  - foto nr. DOP69-15/16 - Roermond 11-24 februari 1717 –

         onkosten nota van Petit, verschuldigd door Gerardt Ignace Driessens d'Opheijden aan hoofdgericht Roermond, voor onder andere 3 trans-

         porten van d.d. 11-2-1717, totaal 33 guldens en 4 stuivers, van Laer heeft dit bedrag op 1-3-1717 ontvangen.

[-] RHCL Maastricht – 01.010 schepenbank Swalmen Asselt inv. nr. 21 – foto folio 98vs-2 + folio 99 + folio 99vs - Luik, 13 april 1717. Vóór

         Lambert Rochart, notaris door de prinsbisschop van Luik en de Opperraad van Brabant aangenomen, compareerden ridder Driessens

         d'Opheijden en dame Anne Catherine de Gouverneur, zijn echtgenote, enerzijds, en eerwaarde Barthelemij Bauvin, kanunnik van Molhain

         voor edele heer Gérard Assues, baron van Horion, heer van Colonster, Heerle, enz. handelend, anderzijds. De eerste comparanten hebben

         weer de afstand horen lezen die ze ten bate van de voornoemde baron vóór Benoist François la Ruelle, notaris, op 5 dezer maand deden,

         en ze bekrachtigen die afstand in alle opzichten. Dit afschrift geeft ook de tekst van de afstand die alle landerijen en goederen behorend

         tot de eerste comparanten betreft in de jurisdicties van Halen, Buggenum en de Latboechen in de jurisdictie van Swame. De heren Jean

         Mathieu Diricx en Adri... van Thiernesse waren getuigen van de akte van afstand. De heren Jean Matthieu Diricx en Jean Salpelier waren

         getuigen van de bekrachtiging die in het huis van de eerste comparanten, bij de kloosters van Saint-Paulus kathedraal, te Luik, plaats vond.

         Melding van de legalisatie van dit afschrift door de  opperjustitie van stad en land van Luik op 22 april 1717.

[-] RHCL Maastricht – 01.010 schepenbank Swalmen Asselt inv. nr. 21 – foto folio 98vs-2 - Swalmen 27 april 1717 - compareren voor Petrus

         Buijckman scholtis, Gootsen Gerarts en Wijn Peggen schepenen van heerlijkheid Swalmen en Asselt, bijgestaan door gerichtsbode Jacob

         Meuter, die namens ridder Driessens d’Opheijden en zijn vrouw Anna Catharina de Gouverneur volgens volmacht van 13 april 1717 voor

         notaris Lambert Rochart in Luik, overdraagt aan advocaat J.J. Charles namens baron de Horion heere van Clouster, volgens volmacht

         van 5 maart 1717, recht van pandschap waar Driessens op had op “seecker tourf ende latbroecheken, hercommende van d’erffegenae-

         men van  den scholtis Dijck, ende onder dese jurisdictie op de bochoul gelegen”. 

[-] RHCL Maastricht - toegangsnummer 16.1115 - Familie Magnee te Horn - nr.69  - foto nr. DOP69-17/20 - Mouland [B] 10 maart 1718 hand-

         getekende brief van G.I. Driessens d'Opheijden aan een niet met name genoemde neef over zuiveringen van zijn rekeningen, hij wacht

         daarmee totdat hij gelden van zijn ambt had gekregen, wacht op bevel om naar Brussel te reizen via een beroep op een vriend die door

         markies de Prie de zaak zou kunnen beeindigen.   

[-] RHCL Maastricht - toegangsnummer 16.1115 - Familie Magnee te Horn - nr.197  - foto nr. DOP197-1/8 - ws. Herten 17-10-1718 – bewijs

         van betaling 8 guldens 10 stuivers door Driessens d'Opheijden aan P.H. Petit, voor de rechten van een simpel transport d.d. 7-9-1718 te

         Herten van een zeker huis, hof, camp en landerijen te Merum en Linne toehorende aan Driessens d'Opheijden aan genoemde advocaat

         Petit. Waarvoor Petit 1030 pattacons betaalde. Met daarbij rekeningen van werken aan die hoeve te Merum. Plus Roermond 12-5-1727

         dat Petronella Wellems 100 pattacons heeft ontvangen van advocaat Petit voor 3 morgen land onder Merum.

[-] ORA Rijk van Nijmegen - inventaris nr. 0190 - deel 144 "vierde prothocoll van bezwaar van Oy Rijks 1 aug. 1709 tot 24-1-1722 -

         blz. 668/669 - 23 mei 1720 - Gerard Ignatius Driessens op Heijden en Anna Catharina de Gouverneur, echtelieden, vererven na overlijden

         van grootvader Peter Driessens op Heijden, een 6e deel in 2½ morgen bouwland met een huis te Ewijk beneden Swaneborgh met no. 49

         bezwaard met 1 roeij en 3 voet dijck en 3 percelen land in Oij Rijcx. Deze zijn vervolgens verkocht voor 420 guldens aan Ignatius Driessen

         op Heijden, scholaster te Xanten [D].

[-] dtb Roermond: Ignatius Driessen op Heiden was huwelijks getuige Roermond 22-2-1738 bij bruidspaar: Arnoldus Medsen en Joanna

         Janssen van Schaijck. 

[-] RHCL Maastricht - toegangsnummer 14.D004 abdij Kloosterrade [Rolduc] nr.405 - DOP405-1/9 - Sittard sept./okt. 1743 - drie brieven d.d.

         30-10-1743, 9-11-1743 en 12-11-1743 van ridder Driessen op Heijden aan de abt van Kloosterrade [Rolduc] waarin hij om een lening

         vraagt van 4 pistolen, later 2 om rond te komen. Hij klaagt dat hij onteigend was van enig grondbezit en ambt, door toedoen van zijn vroegere

         vriend, maar nu vijand baron de Villers. Geen antwoord.

[-] RHCL Maastricht - toegangsnummer 16.1115 - Familie Magnee te Horn - nr.69  - foto nr. DOP69-22a/22b - Luik 22 mei 1750 - brief van ridder

         Driessens d' Opheijde - met lakzegel van Driessens d'Opheijde met naar rechts gedraaide wassende maan, waarin hij vermeldt dat zijn neef

         Pierre Henry Petit - kanunnik officiaal van het bisdom Roermond - hem heeft geholpen op 22-3-1750 door hem 842 franken te lenen. Hij

         verpandt daarvoor zijn persoon en bezittingen en vorderingen in het bizonder de vordering die ridder Driessens d'Opheijde heeft ten laste

         van hare majesteit de keizerin in het hertogdom Limburg en omgeving.

[-] RHCL Maastricht - toegangsnummer 16.1115 - Familie Magnee te Horn - nr.69  - foto nr. DOP69-21 - onbekend waar 1750 of later - staat van

         hetgeen ridder Driessens d'Opheijden, raad en ontvanger generaal van de domeinen van het hertogdom Limburg, opeist van keizerin Maria

         Theresia [zij volgde in 1740 haar vader keizer Karel VI op] over de jaren 1715-1750 totaal ruim fr. 188.307 incl. rente van een kapitaal van

         34.980 Duitse florijnen, die hij samen met baron van Villers en J.B. Foulon in 1715 aan de keizer hadden geleend.

[-] RHCL Maastricht - toegangsnummer 16.1115 - Familie Magnee te Horn - nr.69  - foto nr. DOP69-23a/23b -

         Roermond 21 mei 1751 – brief en lakzegel van ridder chevalier Driessens d' Opheijde, waarin hij erkent aan zijn neef Pierre Henry Petit -

         kanunnik officiaal van bisdom Roermond - totaal 1100 franken schuldig te zijn, die hij belooft terug te betalen met 4% rente. Hij verpandt zijn

         persoon, zijn bezittingen en vorderingen, namelijk degene die hij heeft ten laste van hare keizerlijke en katholieke majesteit in hertogdom

         Limburg en omgeving.

[-] RHCL Maastricht - toegangsnummer 16.1115 - Familie Magnee te Horn - nr.69  - foto nr. DOP69-25 - Roermond 27 mei 1751 – brief van P.H.

         Petit kanunnik van cathedraal Roermond en officiaal bisdom Roermond, verklarende dat de notariele akte door zijn neef ridder Driessens

         d'Opheyden vertrouwelijk is gepasseerd, en dat hij hem 1000 florijnen had geleend alsmede 100 ducaten voor bewezen diensten. Die ver-

         klaring werd later afgeschaft en terug gegeven. 

[-] RHCL Maastricht - toegangsnummer 16.1115 - Familie Magnee te Horn - nr.69  - foto nr. DOP69-24 - Roermond 22 mei 1751 – akte voor no-

         taris Smabers waarin ridder Gerard Ignace Driessens d'Opheyden cedeert en geeft aan P.H. Petit, kanunnik van de cathedraal Roermond

         en officiaal van bisdom Roermond, en zijn erfgenamen de som van 188.307 franken 12 stuivers en 6 penningen brabants, die de ridder

         heeft ten laste van zijne zeizerlijke en katholieke majesteit.

[-] RHCL Maastricht - toegangsnummer 16.1115 - Familie Magnee te Horn - nr.69  - foto nr. DOP69-26 - onbekende plaats Voll? 12 september

         1751 – ridder Driessens d' Opheijde erkent behalve een obligatie van 1100 florijnen ook 100 brabantse florijnen schuldig te zijn aan zijn

         neef Pierre Henri Petit, kanunnik van Roermond.

[-] volgens grafregisters Stevenskerk Nijmegen verkocht op 25 sept. 1769 de erfgenamen van de Heer Gerhart Ignatius Drisen op Heyden graf-

         stede nr. 148 [register 528] aan Frans Raatgever en zijn zoon Hendrik Lodewijk. Het waren de erfgenamen toegekomen via Gerhart Ignatius

         Drisen op Heyden, die het had bekomen van Cornelis Driessen Opheijden en Cornelis had het bekomen van zijn vader Jacob Driessen

         Opheyden die het als testamentair erfgenaam had bekomen van Jan Palmers. 

 

Uit deze huwelijken: ???


≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈


VI    Wilhelmus Josephus Nicolaus Driessen op Heijden

           ged. Echt 10 juli 1763 [vader: domini Ignatii Driessen op Heijden hujus capitalis judicii, uti et Wessemiensis secretarii, moeder: Joanna

           Maria Clermonts, getuigen: Jacobus Alexander Clermonts hujus oppidi et communitatis praetore en Margaretha Nelissen] - waarnemend

           landschrijver 1786 van st. Odilienberg samen met zijn a.s. zwager Petrus Franciscus Heijligers - secretaris van Wessem 1786-1793 [20] -

           schepen van stad en hoofdgerecht van Echt 1796 - secretaris 1797 en 1801-1823 te Echt [25] - griffier 1798 van vredes tribunaal

           kanton Echt - † Echt 23 juli 1825 -

           tr. Echt 15 jan. 1794 met Maria Cornelia Thier [get. Petrus Joannes in gen Dael en Christina Elisabetha van Nierbeek] - geb. Echt 29

          sept. 1775 en ged. [rk] 30 sept. 1775 [doopgetuigen: Antonio Leurs, et Anna Leurs nomine Mariæ Helenæ Engelhert] - † Echt 8 sept.

           1835 - dr. van Franciscus Antonius Thier [chirurgijn te Echt ex Bruhl D] en Elisabeth Leurs


voetnoten:

[-] RHCL Maastricht - toegangsnr. 16.0738 - familie archief V738 - St. Odilienberg 18 november 1786 - borgstelling voor W.J.N. Driessen op

          Heijden en P.F. Heijligers gedurende het waarnemen van het landschrijversambt - mede-comparant is T[heodorus] Heijligers als stad-

          houder bij absentie van de landscholtis Pollaert - Petrus Franciscus Heijligers is zijn zoon. 

[20] RHCL Maastricht - toegangsnr. 16.0738 - familie archief nr. V738 - foto DOP738-41/43 - Wessem 4 mei 1793 waarin de schepenen van

          stad en heerlijkheid Wessem vrijlande van Weert, verklaren dat Wilhelmus Joseph Nic. Driessen op Heijden, zoon van I. Driessen op

          Heijden, de functie van secretaris van stad en hoofdgerecht van Wessem heeft gedaan voor 7 achtereenvolgende jaren namens en

          voor zijn vader.

[-] RA Hasselt - notaris J.H.F. Schoolmeesters te Echt - akte 44 - Maaseik 1 febr. 1815 waarin Wilhelmus Josephus Driessen Opheyden, zonder

          beroep te Echt, 700 franken heeft geleend tegen 5% van Petrus Renier Meuwissen, ontvanger der directe belastingen, met onderpand zijn

          huis en moeshof te Echt in de Joodestraat, palende met Wilm Linssen en Peter Slangen.

[25] Maasgouw [1898] p. 30 schema.

[59] Schepenbank Echt 14e eeuw-1796 inv. 01.016 nrs. 40-46 registers van akten van overdracht 1748-1796 deel 46 1790-1796 folio 146 - 24

          april 1792 - waarin de echtelieden J: Driessen op Heijden en Joanna Maria Clermonts alvast toebedelen aan hun zoon Wilhelmus Josephus

          Nicolaus Driessen op Heijden in korting op zijn toekomstig erfdeel het volgende:

          1] een "baendt op Coxweerdt onder deese jurisdictie" gelegen naast schepen P: van Eijll groot 449 toeden en 1 voet;

          2] een perceel land "op den Mulen camp" naast "den baendt, de Heeg en Heere landt" groot 339 roeden;

          3] een perceel land "op 't kerck veldt" naast de voetpad en weg groot 247 roeden en 5½ voet;

          4] een perceel land idem "op 't kerck veldt" naast het gasthuis, voetpad, weg en Derick Driessen groot 90 roeden en 1 voet en

          5] de kamp naast het "wijerken genaemt de Bellicken" groot 168 roeden en 14¼ voet. Allen onbezwaard.  


Uit dit huwelijk:


1.    Franciscus Antonius Nicolaus Driessen op Heijden - ged. Echt 4 apr. 1795 [get. Franciscus Antonius Thier en Joanna Maria Catharina

          Clermonts] - † Echt 7 sept. 1795 - begraven Echt 8 sept. 1795


2.    Jgnatius Joannes Driessen op Heijden - ged. Echt 30 jan. 1797 [get. Jacobus Alexander Clermonts namens Jgnatius Driessen op Heijden

           geboren en gedoopt in Eescharen en Maria Agnes Leurs] - † ???

 

3.    Peter Antoon Nicolaes Driessen op Heijden - geb. Echt 31 jan. 1801 - † ???


4.    Elisabetha Driessen op Hyden - ged. Echt 1 juni 1804 [get. Gerardus Leurs namens Francscus Heyligers ex Odilienberg en Anna Catha-

           rina van Eyl uit Echt] - † Antwerpen [B] 3 juni 1879 - tr. ??? met Josephus Corstermans


5.    Maria Antoinetta Hubertina Driessen op Heijden - ged. Echt 26 apr. 1807 [get. Petrus Joannes Ingendael en Joanna Maria Clermonts] -

           † Echt 3 juni 1860 - tr. Echt 10 juli 1833 met Jacobus Jennissen - geb. Ratheim [D] 3 mrt. 1806 - † Echt 4 jan. 1890 - zn. van Theodorus

           Jennissen en Megteld Evertz


6.    Antonius Marcellus Driessen op Heijden - geb. Echt 15 nov. 1809 - † Echt 6 apr. 1810


7.    Adamus Hubert Driessen op Heijden - geb. Echt 21 juli 1811 - † Vilvoorde [B] 8 dec. 1832


8.    Anna Catharina Driessen op Heijden - geb. Echt 30 okt. 1814 - † Echt 10 mei 1818


≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈


Dank aan:

Jos Verkroost

Pierre Nillesen [F]

prof. Marcel Wissenburg

Liesbeth Dirks-Jessen

Luc Opheide - Leuven [B]

Annete Boye - Greve [D]

Nic Hinssen


aanvullingen welkom.