bron: Driessen archief - digitaal
archivaris: Andreas Driessen op ten Bulten
scans verkrijgbaar, tegen geringe vergoeding
≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈
6-241) Weesp (nh):
a) perkament d.d. 2-5-1702 waarin erfgenamen ex testamente van wijlen Trijntje Franse weduwe van
Geijsbert Joosten, hebben verkocht voor ruim f 305 aan Susanna Wallis, een huis en erve staande in
de Nederslijkstraat, ten oosten van oud-burgemeester Guiljam Stapelmoer en ten westen de stal van
Huijbert de Bruijn. [Weesp-1a/b]
b) perkament d.d. 5-4-1709 waarin Maria Agnes Barbou weduwe van Jan Occoza, verkoopt voor ruim
f 102 aan Dirck Jan Aalssen, een huis en erve staande op de Grobbe, ten noorden van Philip Overdijck,
ten zuiden de weduwe verkoopster. [Weesp-2a t/m 2c]
c) perkament d.d. 1-10-1718 waarin Dirk van Aeltsen, voor f 500 verkoopt een huis en erve op de
oostzijde van de Grobbe, ten noorden Hendrik de Mouter en ten zuiden Hendrikje Eemen weduwe van
Pieter Verniers. [Weesp-3a/b]
d) perkament d.d. 16-10-1725 waarin Jurrian Heuvenaar "coern brandwijn brander" heeft verkocht voor
f 150 een tuintje staande aan de "Stads Cingel" ten zuiden de tuin van de verkoper, en ten noorden
Hilgert Craamer, strekkende vooruit de "Cingel Sloet". [Weesp-4a/b]
e) perkament d.d. 20-10-1761 waarin Bastiaan van Geijn, veerschipper van Weesp op Utrecht v.v.
wonende te Weesp, bekent 500 carolus guldens schuldig te zijn aan Gerrit Meijer, mede wonende te
Weesp, met onderpand zijn huis en erve staande aan de zuidzijde van de Needer Slijk straat, ten
oosten van Gwiljan Stapelmoer Jansz. en ten westen Cornelis van Marken, en een veerschuit incl.
toebehoren en gereedschappen leggende thans in rivier de Vecht. [Weesp-5a/b]
f) perkament d.d. 15-12-1761 waarin Jacob van Marken Cornelisz. secretaris als curator over de persoon
en goederen van Jan Swart, die bij publiekelijke veiling heeft verkocht voor ruim 215 carolus guldens
aan Marten Jacobsz de Vie, een huis en erve aan de oostzijde "van de Grobbe over het bruggetje van
het arme Weeshuijs" ten noorden van Hendrik de Mouter en ten zuiden het huis gekocht door Marten
Jacobsz de Vie. [Weesp-6a/b]
g) perkament d.d. 5-6-1762 waarin Willem Talikz. Coopmanschap, "huijsman woonende aan de oostzijde
van de Vegt in onsen Carspele" bekent schuldig te zijn 1000 carolus guldens aan Gerrit Meijer wonende
te Weesp, met als onderpand een derde deel in "een bruijkweerlants" met een huis enz. groot ruim 27
morgen aan de oostzijde van "de vegt", 9 morgen in de "keverdijkse polder" en 18 morgen in de "Spijke
polder" onder Weespercarspel hem toebehorend. [Weesp-7a/b]
h) perkament d.d. 18-10-1797 waarin de erfgenamen Otting en Somer verkopen aan Hendrik Bemer,
wonende te Weesp, een helft in een perceel weiland groot "omtrend ses en een half morgen" liggende
aan de westzijde van rivier de Vecht in de "Binnen Aatsveldsche polder" onder "gerechte van
Weespercarspel" ten noorden het land van Pieter de Haan en ten zuiden het land van Jan van
der Pauw voor f 1491. [Weesp-8a t/m 8c]