GenBronnen

maas

deel VI - Driessen archief - dokumenten Utrecht


bron: Driessen archief - digitaal

archivaris: Andreas Driessen op ten Bulten

scans verkrijgbaar, tegen geringe vergoeding


≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈


6-215) Utrecht (u):

    a) extract door Christ. Rodenburch d.d. 20-9-1614 waarbij Lambert Strick en zijn vrouw hebben verkocht en getransporteerd aan Jan  Adriaensz.

        en zijn vrouw Anna Jans een huis hofstede glazen glasramen en toebehoren te Utrecht aan de zuidzijde van de Minnebroederstraat die werd

         afgescheiden door een muur van een andere grote huis van Lambert Strick aan het westen gelegen, ten oosten van de eigendom van Cor-

         lis Dirkss van Ewijck. De muur dient door hun beiden goed te worden onderhouden. [Utrecht-15a/b]   

     b) perkament d.d. 1-4-1626 van het leenhof door Johan van Haeffen en Baldewijn ter Steghe uit naam

         van st. Sebastiaans gasthuis geheten ten heilige cruijs buiten Witte vrouwen poort te Utrecht, waarin

         Peter Schade na het sterven van Jacob vander Meer, werd beleend met 20 morgen land met een

         "duiffhuijs" gelegen in het gerecht Sweser Enghe. Peter Schade heeft staande behoorlijk eed gedaan.

         Met groot rood wax zegel van het leenhof. [Utrecht-1a t/m 1c]

     c) perkament d.d. 12-7-1641 voor Schout en schepenen van Utrecht, waarin Clemens van Gessell ad-

         vocaat voor de Here van Utrecht, voor hemzelf en zijn vader Otto van Gessell alsmede Joanna van

         Gessell jonge dochter te Amersfoort voor haarzelf en ook Otto van Gessell en Willem van Lielaer als

         mombers onder de kinderen van zaliger dr. Cornelis van Gessell verwekt met Joanna van Lielaer en

         tenslotte Peter van Gessell, dr. Tijman van Gessell en mr. Adriaen Moll advocaat namens Maria van

         Gessell aan Peter van Bullart en Claertgen Willems van Rijn echtelieden transporteren "huijsinge hoff

         ende erve met drie cameren uytgaende aen de Wall" gelegen bij de Weert Poort aan de oostzijde van

         de Oude gracht "daer den ancker uyt hangt" strekkende tot huis en erf van Willem Claesz koperslager,

         daarvoor Esdras Willemsz Snellart boekverkoper zuidwaarts en noordwaarts Tijman Woutersz van

         Recgten. [Utrecht-2a/b]  

     d) verkoop akte d.d. 6-4-1745 van een huis en erve met 3 kamers daarachter gelegen in de Springweg,

         gekomen uit boedel van domheer Junius omme Laer via Pollitz aan A. Postel. [Utrecht-3a t/m 3q]

     e) notaris-akte d.d. 3-9-1768 door Anna van Schalkwijk a Velden weduwe Willem van Cleeff, Hendricus

         van Cleeff en Willemina van Cleeff - met kondities en voorwaarden voor publieke verkoop van 1) huis,

         erf en tuin staande aan de oostzijde van de Oude gracht tussen de Weert poort en St. Jacobus brug

         genaamd "de Cleefse Gort" met grutmolen, kelder en kluijs en 2) nieuw gebouwde Grutterije met grut-

         molen en 2 windmolens staande achter de Wal bij de Weert poort. Beiden werden verkocht voor

         f 2605 aan Dominicus Slongers. [Utrecht-4a t/m 4n]

     f) perkament d.d. 3-10-1770 waarin Jacoba van Asperen weduwe van Nicolaas van Vugt, en Grietje van

         Vugt transporteren en overgeven aan Anthonia van Borck, Hendrika van Borck en Adriana van Borck,

         een huis en erve, staande aan de noordzijde van St. Jansdam, oostwaarts van Harmanus Blankenburg

         en westwaarts de erfgenamen van de heer Kiek. [Utrecht-5a t/m 5d]

     g) dokument d.d. 10-10-1772 waarin verkoop condities worden opgemaakt voor veiling van een huis aan

         de zuidzijde in de Haverstraat (ook wel Gortsteeg) door Aletta van Everdingen gehuwd met Michiel

         Hendrikse en door Johanna van Everdingen gehuwd met Fredrik de Kruijff. Verkocht aan Jan Voor-

         steegh voor f 400. [Utrecht-6a t/m 6k]

     ga) dossier Peter Lindenmeijer [iemand weet waar en wanneer hij is geboren?]:

     ga1) akte 7-9-1805 door Philip Christian Popp notaris te Utrecht waarin Peter Lindenmeijer "chef de service des equipages militaires de

           l' armee Francasie en Batavie" zich nu nog bevindende in deze stad, maar binnenkort moet vertrekken voor militaire zaken naar het

           Franse rijnland, erkent schuldig te zijn aan diverse crediteuren via notaris Pieter van der Star een totaal bedrag van f 642-7-4 waar-

           onder f 212.10 aan Dirk van Schaardenburg en f 35 aan predikant Petrus Hugenholtz. Geeft al zijn huishoudelijke goederen over aan

           Dirk van Schaardenburg dat publiekelijk verkocht zullen worden, waarvan de opbrengst % gewijs aan de crediteuren moeten worden

           betaald. Peter heeft ook een verzegelde tafelkistje met inhoud: 316 bruine, rode en andere kleuren stenen/glazen diende tot "af-

           gieten van pourtraiten voor de antique historien" die in bewaring zal blijven van N. L. Burman lid van "commissie tot de inkwartering

           en caserneering dezer stad" voor 4 maanden. Wanneer na verloop van die 4 maanden Peter zijn schulden niet heeft betaald, dan

           zullen de stenen publiekelijk worden verkochten waarna de crediteuren afbetaald kunnen worden. Het resterende bedrag dient aan

           Peter toe te komen. [Utrecht-27c/h]

     ga2) akte 11-9-1805 door Philip Christian Popp notaris bij hof van Utrecht die met Pieter van der Star ook notaris bij hof en procureur bij

           gerecht van stad Utrecht, verklaren dat Peter Lindemeijer gisteren is vertrokken naar het Franse leger aan de rijn. Dat hij aan hun

           de sleutels heeft gegeven van zijn gehuurde huis aan de noordzijde van de Zuijlestraat te Utrecht, om te komen tot inventarisatie en

           verkoop van de boedel ten behoeve van de crediteuren. De boedel heeft uitgebreide gereedschappen en materiaal om modellen

           te maken voor antiquiteiten waarin stenen en glazen gelegd kunnen worden. Uit de boedel kan opgemaakt worden dat hij in Italie was

           en wellicht daar de stenen heeft ontvangen alsmede de ambacht van antiqiteiten juwelen portretten had geleerd. [Utrecht-27i/m]

     ga3) akte 23-08-1806 door Philip Christian Popp notaris bij het hof van Utrecht en als geautoriseerde Pieter van der Star ook notaris bij

           het hof van Utrecht en procureur bij gerecht van stad Utrecht, het kleine tafelkistje van Pieter Lindenmeijer "destijds chef de service

           des equipage militaires de l' armee Francoise en Batavie" hebben bestudeerd en bevonden dat de zegel gaaf was en er geen sleu-

           tel voorhanden was waarop een smid het heeft geopend, en dat er inderdaad 316 bruine, rode an andere kleuren stenen en glazen

           er in waren bedoeld voor "afgieten van pourtraiten voor de antique historien als anders". [Utrecht-27n/o]  

     ga4) brief 15-1-1808 uit Mantova (I) door P. Lindenmeyer commandant van 1e bataillon militaire transport, aan de minister van oorlog te

           Milaan (I) over een persoon [nr. 41730] waar de minister naar informeert maar echter onbekend is bij zijn onderdeel. [Utrecht-27a/b] 

     h) dossier met 6 stukken 1808-1877 over een huis getekend G nr. 203  te Utrecht aan zuidzijde van de Minnebroedersraat, als volgt:

         - dokument d.d. 29/30-9-1808 waarin Gerard Greeve medicijnen dokter en chirurg wonende te Utrecht voor f 1950 heeft verkocht

           aan Gijsbertus Koopman koopman in gedistilleerde wateren, een huis getekend G nr. 203 en grond gelegen te Utrecht aan de

           zuidzijde van de Minnebroederstraat, aan het oosten het huis in eigendom van Pieter van Bosveld maar verhuurd aan de verkoper

           en ten westen weduwe Haak. Huis werd later hernummerd in nr. 299 en werd blijkbaar jaarlijks verhuurd voor f 250 aan de vroed-

           schap Joachim Fredrik Ode. [Utrecht-16a/g]

        - dokument d.d. 6 mei 1820 waarin 1) Cornelia Koopman huisvrouw van Jelis van Maurik winkelier wonende te Utrecht in de Marie-

           straat wijk D nr. 498 en 2) Hendrica Koopman huisvrouw van Jan van Wijngaarden Hendrikszoon grondeigenaar wonende te

           Utrecht aan de Nieuwegracht onder de linden wijk A nr. 497, bij een openbare verkoping voor f 2500 hebben verkcoht aan Wil-

           helmus Hermanus Westhoff grondeigenaar wonende te Utrecht aan de Oudegracht wijk A nr. 4, een huis en grond gelegen te

           Utrecht aan de zuidzijde van de Minnebroederstraat wijk G nr. 299 ten oosten eigendom van Jan van Voorst en ten westen van

           de weduwe Haak. Verkoopsters waren eigenaressen ervan ieder voor de helft uit nalatenschap van hun moeder Anna van den

           Hogendoorn weduwe van Hendrik Koopman. Hun moeder had dit bekomen uit nalatenschap van Gijsbertus Koopman haar zoon

           en broer van de verkoopsters. [Utrecht-17a/k]

        - dokument d.d. 23-6-1820 waarin Cornelia Koopman huisvrouw van Jelis van Maruik en Hendrika Koopman huisvrouw van Jan van

           Wijngaarden beide wonende te Utrecht de f 2500 hebben ontvangen van Wilhelmus Hermanus Westhoff wonende te Utrecht als

           koopsom van door hem eerder gekochte huis aan de zuidzijde van de Minnebroederstraat. [Utrecht-18a/c]

        - dokument d.d. 3 jan. 1727 waarin Wilhelmus Hermanus Westhoff groneigenaar wonende te Utrecht aan de Oudegracht wijk A nr.

           4 voor f 3000 heeft verkocht aan Jan Caderius koopman wonende te Utrecht in de Choorstraat wijk E nr. 11 een huis erf grond

           gelegen aan de zuidzijde van de Minnebroederstraat wijk G nr. 299. [Utrecht-19a/e]

        - dokument d.d. 4 juli 1857 waarin de erfgenamen van Jan Caderius [overl. Utrecht 10 mei 1857] via een openbare veiling voor

           f 4675 hebben verkocht aan Joannes Antonius Haak en Jacobus Joannes Haak horlogemakers beide wonende te Utrecht, een

           huis erf en grond gelegen te Utrecht aan de zuidzijde van de Minnebroederstraat wijk G nr. 299 kadaster sectie A nr. 1401 ten

           oosten van W. Bosch van Drakestein en ten westen van dhr. Haak. [Utrecht-20a/p]

       - dokument d.d. 2 aug. 1877 waarin de broers Joannes Antonius Haak horlogemaker wonende te Utrecht en Jacobus Joannes Haak

           horlogemaker wonende te Utrecht overgaan tot boedelscheiding ze hadden voorheen een horloge handel bedreven, de helft komt

           toe aan 1e broer, een vierde deel aan de 2e broer en resterende 4e deel aan minderjarige kind van 2e broer zijnde Maria Henriette

           Josephine Haak vertegenwoordigt door een toeziend voogd. De 2 broers waren enige kinderen van Johannes Haak en Geertruida

           Maria Boscher. De 2e broer is weduwnaar van Therese Antoinette Josephine Felicite Comhaire waaruit dus 1 kind. Aan 1e broer

           wordt toegewezen 2 huizen te Utrecht aan de zuidzijde van de Minnebroederstraat wijk G nrs. 298 en 299 kadaster sectie A nr.

           1400 en 1401 met waarde van f 14550., de 1e huis had hun vader wijlen Joannes Haak voor de helft van Godefridus Hendrikus

           Haak op 23-9-1825 en de andere helft kreeg hun vader wijlen Joannes Haak van zijn ouders Jacobus Haak en Maria Anna

           Broere. De 2e huis hadden de broer gekocht op 4 juli 1857 van erfgenamen Caderius. Eerste comparant krijgt aantal vorderingen

           en schulden en zal aan het minderjarig kind uitkeren f 1736.46. Tweede broer krijgt voorraad horlogerieen, pnedules, klokken en

           kettingen [hij gaat dus door met horloge handel] ter waarde van f 7281.35 en zal aan zijn minderjarige dochter uitkeren f 956.18,

           zij krijgt ook aantal obligaties ten waarde van f 2124.235 en vorderingen op Haar & Krol voor f 929.90 + kontanten. [Utrecht-21a/w]      

     i) brief d.d. 29-6-1820 van Jan Blijdesteijnzoon over rekeningen van koffie zendingen. [Utrecht-7a t/m 7c]

     j) verklaring d.d. 29-1-1826 van med. professor Suerman over Carel Adriaen Cambier, kapitein ingenieurs

         die na een parade afgelopen november een toeval kreeg en rust werd voorgeschreven om te herstellen.

         [Utrecht-8]

     k) brief .d.d. 14-1-1856 van Schoonenberg officier van gezondheid 2e klasse rijks kweekschool aan dhr.

         van den Broek bierbrouwer te Heumen met een bestelling van een halve ton bier. [Utrecht-9a/b] 

     l) brief d.d. 20-6-1856 van B. van der Linden visverkoper in de Twijestraat over vis bestelling. [Utrecht-10a t/m 10c]

     m) brief d.d. 19-3-1862 van Nagtglas & Achterbergh aan de firma Poulet te Beaune (F) dat zij op dat moment

        geen Bourgogne wijnen nodig hebben, ze wachten op de 1862 oogst voor betere kwaliteit wat dan ook

        voordeel zal hebben tegenover Bordeaux wijnen. [Utrecht-11a t/m 11c] 

     n) brief d.d. 17-1-1877 van Vlaer & Kol met opsomming van rekeningen. [Utrecht-12a/b]

    o) dokument d.d. 10 febr. 1893 van Vlaer & Kol aan gebr. Chabot te Rotterdam over onbetaalde rekeningen. [Utrecht-22a/b]

    p) dokument d.d. 30-5-1896 waarin via gemachtigde de families Büdde, Beidermühle, Pölking en Salje in verschillende plaatsen in

         Duitsland als erfgenamen van wijle Johann Heinrich Theodor Büdde [overl. Utrecht 22-8-1893] bij een openbare verkoping heb-

         ben verkocht voor f 67000 aan Jacob Hendrik van Schermbeek grondeigenaar wonende te Utrecht het volgende 1) de ville "Rustpunt"

         met tuin broeikas hofsteden en warmoesiersgronden gelegen te Utrecht aan de westzijde van de Kroeszelaan kadaster gemeente Ca-

         tharijne sectie D nrs. 182, 642, 644, 1718, 1720, 1838, 1839, 2089 en 2090 groot 4 ha 8 aren en 10 ca en deels nr. 641 in grenslijn

         van nr. 1718 en 2) de warmoesierhofstede "klein Rustpunt" met boomgaard en warmoesiersland gelegen te Utrecht aan de westzijde

         van de Kroeszelaan kadaster gemeente Catharijne sectie D nrs. 464, 465 en 2091 groot 1 ha 99 aren en deels nr. 643 in grenslijn van

          nr. 1718. Overledene was eigenaar ervan sinds 20 okt. 1854 als erfgenaam van wijlen zijn vrouw Johanna Dorothea Louisa de Groot,

         zij was eerder getrouwd en verkregen als enige erfgename van Evert van Essenberg op 29-3-1848. [Utrecht-23a/p]

    q) dokument d.d. 1 juli 1896 waarin Christoffel Laurens Zellerhoff commissair in effekten wonende te Utrecht als enige beheerder van

         stichting "Hees-Coelen" als zodanig aangesteld door wijlen Bernardus Lambertus van Hees op 26-6-1888 en als gemachtigde van

         Herman Schaepman wonende te Utrecht als vruchtgebruiker van de goederen, voor f 12000 hebben verkocht aan Jacob Hendrik van

          Schermbeek grondeigenaar wonende te Utrecht, een stuk weiland en weg gelegen te Utrecht onder Catharijne ten oosten van het

         Merwede kanaal of den Kanaaldijk kadaster gemeente Catharijne sectie D nrs. 2088 en 2223 groot 1 ha 3 aren 80 ca. [Utrecht-24a/e]

    r) 2 ontvangstbewijzen 1928 van J. A. M. Burgman. [Utrecht-25a/c]  

     s) akte d.d. 26-10-1936 door W.J. Fortuyn Droogleever en brief 1937 waarbij vanwege een geschil wordt

         over gegaan tot een boedelscheiding betreffende families Brand-de Bievre. [Utrecht-13a t/m 13o]

    t) dossier 10 stukken 1940-1941 van Cyane breigoederen fabriek te Utrecht op P. v. Breughelstraat 39 voorheen waren ze in den Haag

        de bestuurder ervan was Herman Kornblum. [Utrecht-26a/k] 

     u) kwitantie d.d. 1-10-1944 van Tiel-Utrecht Brandverzekering 1811 te Utrecht. [Utrecht-14]