Bron: archief Roermond - afd. V - familie archieven - toegang 5025 Waegemans - inv. 194
Archieftitel: Bree cijns registers huis Westring deel 1 periode 1558-1585
≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈
[inv. nr. 194]
[geplaatst op voorkant van een folder:
ARCHIEF VAN DE FAMILIE
WAEGEMANS
inv. nr. 194]
[inv. nr. 194-1]
Wijlem van Blerijck van
Stijchmans guijt tho Barlo
als van eijnen mergens
ijn dat guijt van der
Smijtten und den grotten
camp gelegen neven gemen
straten und ijs erffthijns
guijth gijlt des jaers vj
alde flems.
[in marge voor alde flems: bet[ael]t]
Van dessen kamp ijs geguldt
Peter Timerman Hijnrijck Othen
soen van heest molen.
a b c d e f
[inv. nr. 194-2 en 3]
[linkerblad]
Heijl Goerten IJngels hoffcamp
van huijsz und hoff und lant
bij dem holsz to samen halden
anderhalven morgen gelegen
neffen Wolter ijnden Stijgen und
is erffthijns guijt gijlt des
ijaers iij alde flems.
Noch betalen honere tue iij
alde flems.
a b c d e f
[rechterblad]
Greeijt IJan Smet hossvrou ende
IJan or son sen behant an
veijften moer lans ende and[er]
half moer baet gehet daet
has laet deij helf daer van
vant den vader onde moder
nijet en beleft so moet seij ija[n]
or son ut set mijet en kan ve..
onde en ander ijn deij pass
set ortkont laet Geraet Gart-
testens son Vaes Vaesen m
Vass soen enes ses gegoet.
[inv. nr. 194-4 en 5]
[linkerblad]
Id(em) van desen tens het ijaer anno lxxxj betael
mijet beteck
Id(em) van Semen ontfan tue kappoen ondt
van Enken ijn gen stuck tue
koeppoen tegen viij ijaer.
Item Jan Dirrick soen inghen Steeg hef
betaltt van weghe sijn aenpaert van die
copuen van anno lxxxiiij tott anno
lxxxx und.. ... betaltt.
[rechterblad]
Hijr va(n) bethalt Johan [Wolters]
vor de helfft na sijne[n] gedelte
und geseijt vor laten mijth
namen her Chrijstoffel Gerijtz
Sijbrijcht soen en Wijllem den
mollener noch ijs behant
dat vijrdedell Wijllem Heijmans
soen Jan anno 53 ..
a b c d e f
Item nunc int jaer vijffentachte[n]tich
Jan Vaes Mollers soen behant be-
neve Vaes ae(n) den hogen graef..
aen het vierde deil van sestien merge(n)
la(n)ts gena(em)t hassenlant lijffgewin
goet. Dit is gewon(n)e(n) in bijwesens
Wilm Herma(ns) bode tot Breij, Gaert Schruers.
[inv. nr. 194-6 en 7]
[linkerblad]
Jeucken Melers und Wijlm
sijn broder sijnt behant an
dat vijrde deijl als aben
Alijth daijr mijt Wijlm Hemans
soen Jan mijt behant ijs
gewest genant dat hassen
lant lijfgewijns guijth.
Jan Geraet Schmijtz huijszfraw
gewessen ijst behanth aen den
helfft van den hasen lant
lijfgewijns guijth
[rechterblad]
Tijs Spe ijs gehant aen eijn
halven morgen lans anden
kijrchen daijr dat hosz op staijth
und ijs erfftijns guijt und gijlt
des jaers iij alde flems.
Nunc Dijrck faen Saeijen
Nota anno lxxxiiii betalt oeck .... jaer lxxxv
a b c d e f
Ut den selve(n) und(er) pant hefft
Jacop Daen Hanen soen vij morge(n)
eijn verdel daijr gijft eijr van
eijnen brabens st mijn eijn
negen mencken.
Anno 84 den tins heel op betaelt.
[inv. nr. 194-8 en 9]
[linkerblad]
Hubben ijngen Stege und Wijlm
Venmans van dat lant daijr
deij hosser op staen und ijs erfftijn[s]
guijt gijlt de des jars j cappuns.
Nunc Lem Baltijs und Mercke(n)
sijn huijszfrawe.
a b c d e f
Jan Ratmeckers huijsfrawe
Jaen Hubben dochter
Goert Jan Deckers soen
Dijrck Janijsz soen
Dusse drije gelden des jars
eijne kopuij[n] enderpart deij dreij
jaren v...e
[rechterblad]
Nu volge[n]de de zijns toth
Breeij des Men Barijcken offt
sijnen fruen jarlijx schuldijch
ijs.
[inv. nr. 194-10 en 11]
[linkerblad]
Johan Smijtz Gerart sijn
soen sijn gehant aen dat
lant dat geheijten is dat
hassen lant haldende
umtrent vijfftijn morgen
und noch and(en) halven morgen
lantz in maten dat Johan
mach aletoes sijnen soen uijtsetten
mijt eijn kan wijns offt
hone blijfft und ijs lijffgewij[ns]
guijt gijlt des ijars xiiiij
alden flems.
Item int iaer tachtentich van den voir-
genoemde tins Jen Coppers betalt xv st.
Item h op betal noch een ijaer IJan
Hels item IJaen hoes betal op ortens
xiij st. Ietem Faes Moels betal
anno lxxxiiij
[rechterblad]
[pagina heeft een beschadigde vouwstrook verticaal in het midden]
Item Stijn[..] Steven j mal[der]
rogen und [..]j cappun und ij
honre va[n] eijnen morgen
lantz nev[e]n heur husz und
j cleijn ce[m]pen daijr tho erfftijns
guijth.
Item [.]et heft Wellem Staek deij
helf [.]en onde gekoft IJan
Staek to boe[c]k
Ite(m) Seijggen van dem Sandt
ij flems va(n) eijne(n) stucke
lantz erf[f]thijns guijth.
Ite(m) eijn stuck lans verpecht
Peter Tijmmerman vor iiij
vat rogen und eijn hoenn.
[inv. nr. 194-12 en 13]
[linkerblad]
[pagina heeft een beschadigde vouwstrook verticaal in het midden]
Ite(m) van den hof [th]o Inckenfort
kompt tot joff[rouw] [C]apelle und
joff[rouw] Varich ged[el]s aen rogen
iiij vat rogen.
[rechterblad]
Geralt Bernart van alden guijde
hijr ijch hebbe schreven an den erven
den Reijken gelegen an den monick
camp umtrent derden halven
morgen, noch eijnen langen morgen
gelegen achter der manijck kamp
sceddende op dat brock, noch dije
wonstat tussen den monijcke camp
umtrijnt eijne halven morgen,
noch tue geheijten Barten mergen
gelegen bij der monijcke lant und
wijlans vande(n) bijerhoeff lant was.
Noch eijnen halven banre lans
gelegen tussen J. Sijbis lant van Oijl
ende monnijck lant, noch halven
morgen tussen der monijck lant,
noch eijnen halven morgen
tuschen der monijck lant unde
inkenfort lant, noch eijn morgen bij
oemelen vande
[inv. nr. 194-14 en 15]
[linkerblad]
Sande lant un der kijrcken lant,
noch eijnen morgen bij inkenfort
lanth und der kijrcken lant, noch
eijn halven morgen neven
inkenfort lant und den monijcke
lant. Noch twe morgen lantz und
eijn verders guden hert und gelege(n)
bij Dijrck Heijkkijnge lant unde
Sijnter Claes heerkens lent und
ijs altomede erfftijns guijt und
gijlt te samen viij alde groten
iij brabens.
a b c d e f
Nunc Theus in der Plawijckel
[rechterblad]
Peter Coppen to Venlo van Salmens
guijt huijsz und hoeff gerekent
vor eijnen
morgen gelegen beijder gemeijn
straten bij den staldijck und
ijs erfftijns guijth gijlt des
jars eij hoen.
Dijt selve Bart den
Botte vor sijn ruppen
a b c d e f
[inv. nr. 194-16 en 17]
[linkerblad]
Wolter inden Stegen van eijne(n)
stuck lantz geheijten lijtters
lant dat vormals Michel
van Breij plach te sijn unde ijs
erffthijns guijth gijlt enen
alden bedreger of darte(n) mijte(n)
dij daijr guijth va sijn.
boetdreger [= munteenheid]
a b c d e f
[rechterblad]
Item tho Barlo
Metgenn Jennekers off sije
Hagen iiiij flems und ij honre
van dem huijsz und hoeff und
dat lanth daijr bij und beij den
wegen nach der monijckwal
noch Toenis Hagen
Item hijr van hefft Wijlem
huijsz und hoeff daijr va
heij gijfft ij flems und
eijn hoenn.
[inv. nr. 194-18 en 19]
[linkerblad]
Ite[m] Heijn der f ijeger dat
nu hefft Wijlhem der bath
ouch ij flems und j hoenn
Anno lxxxiiii betal.
Ite[m] Tijszken Dame(n) j vath
rogenn und j haen van
erffthijns ghuijt.
Ite[m] Jenke Sijben x alde
flems van sijne[n] huijsz und
kompt erffthijns.
hbm
[rechterblad]
Johan Spe van eijn morgen
lantz gelegen neven Goert
Dunels ter eijner sijden ter
ander sijden neven der
joffrawen van Brockhuijssen
erfftijns guijt gijlt des jars
1 hoen.
Nunc Hijnrijck Spee
a b c d e f
[inv. nr. 194-20 en 21]
[linkerblad]
Hijnrijck Spee van sesten morge(n)
lantz gelegen neven Geraet
Leenen guijt ter eijner sijden ter
ander sijden nest der gemeijn
straten und ijs erfftijns guijt
und gijlt j hoen.
a b c d e f
[rechterblad]
Lijsbet Sijlle Geffkens dochter
hefft eij(n) hant gewonen ijn
gefkons guijth und Gebbel hefft
oijch eijn hant gewonen ijn
dat ijn maten aff saijcke
voere dat Lijssebet mijth eijnen
genuget so Gabbel altijt versetten
mijt eijn kane wijns und
ijs lijffgewijns guijt gijlt ten
dreijn jare j cappuns.
[inv. nr. 194-22 en 23]
[linkerblad]
Bortman vor eijnen
alden grooth ij st. brabans.
Und vor eijnen flemes
j st. brabans.
Vor eijnen brabans j botdre ger[ekent]
eijne braszpennijck.
[rechterblad]
Wijllem den Mollener und Catrijna
sijn huijszfrawe sijn gehant aen
aijchte morgen lantz gelegen achter
den wijm und noch aen ses
morgen lantz luttel mijn offt
mer gelegen aijchter der kercke
neven hove Koppert und ijs dat
selve lant daijr deij jofferen
van Keijserbos horen pacht op
hebben und ijs erfftijns guijt
gijlt des jaijrs ij alde flems.
a b c d e f
Anno vijr en tachte[n]tich den tins heel bij betaelt.
[inv. nr. 194-24 en 25]
[linkerblad]
Noth. den voer geschrijve(n) lanth
heft Henken va[n] Tungerae
v verdel daijr eijn gijfft
er eijnt art brabenns.
Anno 84 de[n] tins betaijlt.
Not. den selvesten voer ge(schreven)
und[er] pant hefft Wijlm
Jacopes Molnenert soen
ijs morgen daijr van
gefft j brabenns 10 stuver mijn
eijn negen menken
Anno 84 den tins heel bij betaelt.
[rechterblad]
Sijger van der Spijcker eijn
morgen lantz gelegen ijn dat
Roeij erfftijns guijt gijlt des
jaijrs iij alde flems ij hoenre.
v
IJs hijr ijn dijt guijdt in
gewone(n) Petter Meus volgen
ijs gekomen mijn neeffe
Frans va(n) Eijk und hijr na
volgen sijn dusse twe beijde
uutgescheden und hebben Johan
Wolters in de platzen gesaeth.
Nu[n]c Gerijen Sijbersz.
[inv. nr. 194-26 en 27]
[linkerblad]
Hijnrijck Scheres soen van
vijrentwijntijch rodden lantz
ijs behant und Heijn Scherers
den vader ijs oijck behant den
selve mael und is erfftijns
goeth und gijlt des jars
j hoenn.
[rechterblad]
Item ontfan van tans --- iiij gld.
ende --- vij st.
h van he voertert --- xxv st.
nem des heft baerch van dese un geft e[...]
dael.
[inv. nr. 194-28 en 29]
[linkerblad blanko]
[rechterblad]
[pagina heeft een beschadigde vouwstrook verticaal in het midden]
1o Peter Tijm[e]rma[ns] 3 st. b.
betalt de [t]inst und j hoen
1p Henrich Sp[ee] und Jan Spee een ider
een hoen betalt
1r Teus ingen Pratwijnckell den
sins betal[t] met xviij st. b.
[inv. nr. 194-29b]
[los velletje]
[...].....
[...]...
[...].... und ij
[...] hij
[...] en v ..
[...] als hier huer
[...]...
[...]...
[...]...
[...]...
[...] noch
[...] .. vatt
[...] ...leden
[...] lxxj
[...] neven de
[...] .. esember
[...] ..nsien
[...] vatt vor
[inv. nr. 194-30 en 31]
[linkerblad]
[pagina heeft een beschadigde vouwstrook verticaal in het midden]
Dereck ..et betal he[t] ijaer anno
lxxxj.
Item Lenart der Sm[et] betal ranno
lxxxj
Item Peter Wilm Smits soen v[a]n wegen Billekenn
Koex van va negen ja[e]ren haer aenpart
den tins va[n] hoere be[ta]elt tot het jaer 84 tot
die weder parthij bli[jf]ft drij jaer sculdich
behalve[n] dit lopende ja[er] 85 86
Item int jaer lxxx[...] heeff Wilm
over taelt een de[...]t stuvers
[rechterblad]
Item Vaesen van Hels ond[...]
Teijs sen soen ijn ijder
van es
[inv. nr. 194-32 en 33]
[linkerblad blanko]
[rechterblad]
Johan van Koesdunck neven
Drijsken Naelen van huijs
und hoeff bogert und eijnen
lant so wij dat gelegen ijs
daijr her wonafftijch ijs
und ijs erffthens goeth
gijlt des jars ij alde flems
j hoen.
a b c d e f
[inv. nr. 194-34 en 35]
[linkerblad]
Sijmen Jeuken van huijsz
und hoff und van vijff
und thwijntich roden lans
gelegen bij den huijsz
lutter mijn of meer und
erfthijns goeth gijlt des
jaijrs iij alde flems
Nunc Gort Wollters
a b c d e f
[rechterblad]
Anno eijn dussent vijffhunder[t]
und sestijch
Dijts sijnt den seijnsen dij afft
mijnen bruen geldende
hebben toth Barlo ijnden
ersten und folgen toet Breij ijn
dem lant van Kessel oetgeschr[e-]
ven ijnden jaijr duijssent
vijffhundert und sestijch
inden ersten wij volgeth.
Reijner tens Berdel anno lxxxiii[...]
[inv. nr. 194-36 en 37]
[linkerblad]
Drijsken Naelen van tue
morgen lans und eijne
verdel gelegen neven Jan
Wolters van Kasdunck
ter eijner sijden unde mester
Peters ter andere sijden gelt
jaijrlijck unde ijs erffthijns
goeth xj aelde groete eijn capu(n)
und eijn hoenn.
a b c d e f
[rechterblad]
Goerth Thijskens en(de) Koen
sijn husfrawe [bovengeschreven: ij alde flems], nunc Geretten
der soenn heeft alleen ande[r]
hanth tot leffgewin rechten
twe morgen lans gelege[n]
achter Silken Goeris tusch(en)
Jans van Loem van wenke
l und Greijte Coppartz lanth
und gijlt daijr van jaij[rlijx]
twe alde vlems und e[...]
[in marge links, overdwars in ander handschrift:
den tins daer Marte[n] Woijts
in beha[n]t tot het jaer 84 toe betaelt.]
Nu(n)c Marte[n] Jacob Meuns soen
heff ein hant [g]enome(n) ao 1558
[inv. nr. 194-38 en 39]
[linkerblad]
Mathijs Koesz Lijskenn sijn husfrau[we]
van huijsz und hoeff aenn
den doerp gelegen gelden sij
vijff alde vlems und js mij
gedelt eerthens goeth
[in marge voor gedelt: b]
Anno lxxxiiij betal. Anno 85 betaelt.
X Nunck Peter Jans soen Peter
van Lisselt betalt 70
Thijs Koeij ij honder van
der velssen camp eijn is
eerthijns goeth. Nu va[n] 2 jaere(n)
schuldich.
Item Kun Ketel boeters ij honre
van huijsz und camp.
Sije van den Spijcker hefft
twe morgen lans dar
Jacob der Wert bij plachte
[rechterblad]
Thijs Goertken vanden
Scaffelt van eijn morgen
lans gelegen anden
kaegres [= koe gras] und ijs erffthens
gueth und gijlt des jars
j alden flems
Nunc des Kettelbotters
a b c d e f
[inv. nr. 194-40 en 41]
[linkerblad]
Johan Wolters van twe
morgen lans gelegen
neven Wolter und ter
anderen sijden Petterke
van den Boes und ijs
erffthens guet gijlt des
jaijrs vij alden groeth
butge(n) j coppun
Nunc Gaert Wolters
a b c d e f
[rechterblad]
Jenken Nijlis van eijnen
baentken met eijnen hoefken
gelegen thot Sotterbeck bij der
brugen und ijs erffthijns
ghuijt und gijlt des jars
j alden flems.
Nu[n]c Nijlis Verfort Geriten
soen the Berche.
a b c d e f
[inv. nr. 194-42 en 43]
[linkerblad]
Peterken Lijnsen neven Joha(n)
Wolters van hoesz und hoeff
und lant gelegen bij dem
hoesz heldende the samen tue
morgen und ijs erfftijns guijt
und gijlt des jars viij alde
groet und j capun
Nunck meijst[er] Heijnen soen vange(n)
boel thot Sotterbeck.
a b c d e f
[rechterblad]
scijtende mijt
und mijt de(n) andere(n) end Driss Sme..
[deze onderste regel is tussen beide onderstaande geschreven in ander handschrift]
Tho bawen unde gijlt daijr
van twee hoender erffthijns
Jan Gobbels thoe Helden
twe hoender van husz und
hoff daijr hij ijn woenth
erthens goeth.
[onderstaand tekstblok is doorgehaald:]
Marten van Dijck nunc
Wijllem der soen eijnen halve(n)
aefdere vlems van twe
moergen lans gelegen aend(en)
heerstraeten erffthens goeth. Nu[nc]
Claes van Dijck.
[inv. nr. 194-44 en 45]
[linkerblad]
Wijllem Verheijden iij aelde
vlems van den lanth end
weijden daijr her Jans
husken op steijth vanden
pastor creghen hefft erffthens
goeth.
[in marge voor weijden: b]
a b
Marten van Dick nunc Wijllem den
soen eijn halffen alden vlems van
twe morgen landtz gelegen achter
die raem erfftijns guith nunc
Class van Dick.
It[em] van dissen ij morgen eijn
is behant Reiner Tijsz unde
hefft sijn hant gewonne(n)
anno 73.
Reijner Thies soen
tins betaelt int iaer
een en tachtentich
a b Nunc Rijner Peter Tijesz soen
aen dijse ij morgen ao
lxxx lxxi
[rechterblad]
Steven Groenij van bedrijef
goeth so dat uutgeijth op gen
broeck erfftens goeth und ge[lt]
daer van xvj alde vlems
en[de] reijn sumeren roggen und
tue honder. Nunc Hijnreck Peter
Sijbkens soen IJans op betalt.
Nunc Jan Verolimoll.
[in marge links overdwars:
Anno lxxxiiij betal.]
b X Pastor van Breij sees alde vlem[s]
vander Hijlers campen aich[ter]
deij weem erfftens goeth.
X Her Stoffel nunc Jacop Coppa[rts]
j aldeij van eenen moergen
lans aijchter Mavis Cas
goet Kert[...]ens
[in marge voor goet: b]
[inv. nr. 194-46 en 47]
[linkerblad]
Henrijck Oettens Jannes vanden
Boerbrock soen aender langer
heijden gijlt eijnen halffen
alden vlems van eijnen
halven bonere lans gelegen
tuschen Wijleken Genen und
der jouffrawen van
Brockhuijssen lant
van Keijsserbus erfftens goeth.
Borsen van Echterdijck nunc
Wijllem [bovengeschreven: Doeff Wilsken] Jans soen van
Echterdijck van eijnere halff
bonere lans erfftijns goeth offt
ij [...] van [...] tijns.
[rechterblad]
Anno lxxx an fan des ija[ers]
heb ijch anfan [bovengeschreven: g] too hoffen
onde to boer met deij so ut
te doen.
Item anno lcviij den leijst betal.
[inv. nr. 194-48]
[achterblad]
Int jar j dussent vijffhundert
lxviij
Toon Verolijmoele va[n] het jaer 84 de tins op betaelt
oeck op het iaer lxxxv.
Der cens van her Peter
van Breij zelijger
Item ijn het ijaer lccviii storf her
Peter van Baerlo ijn morsij
Item Geraet her Stals heft ein
koeppoen betal anno lxxxv