Bron: RHCL Maastricht - Maasbracht dopen boek - stempel nrs. 77 en 78
≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈ ≈
[gevonden bij Maasbracht dopen 1798 tussen 29 juni en 18 juli - stempel nrs. 77 en 78]
[pastoor gevlucht vanwege "beloken tijd" uit Maasbracht 10 juli 1798]
[transcriptie/vertaling:]
n.b.
decima julii circa mediam noctem gendarmi cinxerunt
De tiende juli rond middernacht hebben de gendarmen
domum pastoralem, ex qua hora 10 vespertino solummodo
de pastorie omsingeld, waaruit ik om 10 uur in de avond alleen
recesseram relinquens famulum solum in domo, qui ea nocte
vertrokken was, alleen de knecht achterlatend in huis, welke het die hele
multa ab ipsis perpessus est; ego interim in domo rusticale
nacht tegenover dezelven heeft volgehouden; ik sliep intussen in een onverdacht
minime suspecta securus satis dormieram; donec hora tertia
boerenwoning voldoende veilig, tot ik in het derde uur
per fidelem aliquem expergefactus, de periculo admonebar
door een zekere getrouwe werd gewekt, aan het gevaar werd herinnerd
unde sub faeno me occultavi, ast cum nec ibi, relatu aliorum, tutum
mij daarom onder het hooi heb verstopt, en omdat het daar, op rapport van anderen, niet
esset; hora quinta fugi in Wessemer Nak, ibiq[ue] tota die inter ligne
veilig was, ben ik het vijfde uur gevlucht naar de Wessemer Nak en de hele dag tussen het hout
prope Mosam Latui, sacellano de Wessem bravo d(omi)no Beltjens
in de buurt van de Maas. Ik ben door de kapelaan van Wessem, de dappere heer Beltjens
necessaria mihi procurante: hora decima vespertina navicula
die mij van het nodige heeft voorzien, in het tiende uur van de avond naar een schip gebracht
per Mosam descendi, non sine magno timore et tremori
om de Maas af te zakken, niet zonder grote vrees en opwinding
et hora tertia mane, 11. julii, adveni in Kessel, ad vesperam in
en het derde uur van de ochtend, 11 juli ben ik aangekomen in Kessel, in de avond
Baelderen, 12ma in Boxmeer, ubi timore et tremore paule per
in Baarlo, de 12e in Boxmeer, waar ik met minder vrees en opwinding
excussis, duobus diebus moratus tantisper me collegi atque
gedurende twee dagen ben gebleven en ondertussen ben opgehouden en
15ta adveni in Cuijk territorii Hollandici, et sic evasi manus
de 15 ben ik aangekomen in Cuijk in het gebied van Holland [destijds Bataafsche Republiek] en zo ben ik ontsnapt aan hun handen
eorum in nomine domini perrexi ill de Neomago, arenaxi
hen in naam van de heer ..... via Nijmegen
et 18va ejusdem adveni in Elten, vicus trans et prope Rhenum
en de 18e ben ik van daar aangekomen in Elten, een dorp over en nabij de Rijn
commune refugium emigratorum inde viribus recuperatis :/
in een gemeenschap van geëmigreerde vluchtelingen en heb daar de tijd met anderen doorgebracht
mense septembri Amstelodamum profectus sum, utpote, qui Hol-
in de maand september ben ik verdergekomen naar Amsterdam, en omdat ik als
landus /: Echtae/ natus gallos per Hollandiam dispersos non vereban[..]
Hollander [Echt, dat hoorde toen bij Staats Overmaas] geboren ben, vreesde ik niet,
zoals de Fransen [het zuiden was geannexeerd door Frankrijk, verderop spreekt hij van Belgen], door Holland verspreid te worden,
ibi a nepote J Stro.s aliisq[ue] notis tamquam pro fide exul perbo-
aldaar door een neef J. Stro.s en anderen opgemerkt werd ik als een banneling
nique acceptus, statimq[ue] notus vocabar a pastore in Sassenheim
geaccepteerd, en direct toen het bekend werd, werd ik geroepen door de pastoor in Sassenheim
prope Leijdam, cujus aegrotantis parochiae deservivi usq[ue], ad 4tam
bij Leiden, wegens wiens ziekte ik de parochie heb waargenomen, totdat op de 4e
novembris; cum enim tunc temporis a republica Batava seve-
november, omdat immers in die tijd door de Bataafsche Republiek een krachtig
rum emanasset decretum contra Belgas emigratos, timens ne mi
decreet was uitgevaardigd tegen geëmigreerde Belgen [zo werd Zuid-Nederland toen beschouwd], vrezend niet zozeer
causa quid mali obveniret pastori aegrotanti, magis tamen, ut
dat dat slecht over zou komen voor de zieke pastoor, maar meer opdat
satisfacerem desiderio fratrum in Elten, qui singula posta
ik tegemoet zou komen aan de wens van de broeders in Elten, die me per post
me rogabant in Elten reversus sum; alebantur fratres spe
vroegen, ben ik teruggekeerd in Elten, de broeders koesterden de
non modica, fore, ut exilium brevi finiretur, at quatum nosipta
niet gematigde hoop, dat de ballingschap op korte termijn beëindigd kon worden,
spes fefellit: etenim ibidem commoratus sum usq[ue] ad 18 aprilis
De hoop is teleurgesteld: ik heb er namelijk verbleven tot 18 april
1800, qua die / nondum tutus / Rhenum transivi, et Cliviae apud [..]
1800, op welke dag ik / nog veilig / de Rijn ben overgestoken en van Kleef bij ....
tam prandium sumpsi, vidensq[ue] familiam mei causa anxiam atque
na nog het ontbijt genomen te hebben heb ik, om mijn familie en de angst en
trementem, postera die Boxmeram discessi, vagatus in illa patria
opwinding te zien, de volgende dag Boxmeer verlaten, heb gezworven in dat vaderland
visisq[ue], verus quondam condiscipulus meis, 28va maij, veni ad d(omi)nus
en heb daar een van mijn schoolkameraden gezien, de 28e mei ben ik gekomen bij de heer
Kaeters pastorem in Wanssum, qui eo tempore aegrotabat, apud [...]-
Kaeters, pastoor in Wanssum, die in die tijd ziek was, bij
misso, qui ei assistebat, recollecta, deservitorem egi usque
mis, waarbij hij assisteerd volgens mijn herinnering, ben ik waarnemer geweest tot
28 octobris, atq[ue] 3tia novembris, cum sum tenebra essent jusque
28 oktober, en de derde november omdat ik in de duisternis ...
et hora 8va domum pastoralem intravi incredibili ipso moment
en ben op het 8e uur de pastorie binnengegaan. Op dat ongelofelijke moment
afficiebar gaudio; ast quam subito istud mutabatur in dolorem
werd ik aangedaan door vreugde; en deze veranderde terstond in smart
cum enim speculatorem in Israël agerem, invenï tantam morum
omdat ik als een spion in Israel [lijkt een vaste uitdrukking] zou handelen, ik heb een zodanige corrupte
corruptionem, qualem vix imaginari potueram tam brevi tempore
geest gevonden, welke ik mij nauwelijk kon voorstellen dus heb ik in zo kort mogelijke
possibilem in populo bone instructo, quare tanto cordis dolores
tijd het volk in het goede geïnstrueerd, waarbij ik door zoveel hartenpijn
fui tactus, ut nisi mortem eligerem sponte denuo emigraveri
ben geraakt dat ik, om niet de dood te kiezen, direct opnieuw ben geëmigreerd
ex qua peregrinatione post aliquot septimanas, refectis verebus
uit welke pelgrimstocht ik na enige weken, naar huis ben
redux, officium pastoris, quantum licebat, novo animo aggressu-
teruggekeerd, in het beroep van pastoor voor zover mogelijk, een nieuwe
sum, atq[ue] sicut populus brevi tempore in deterius fuciat
agressieve geest, en volgens het volk in korte tijd een stuk erger
mutatus, ita tunc /: adjuvante deo, brevi prae caeteris per
geworden, zodat toen, met de hulp van god, kort voor het overige
malo recedebat, atq[ue] in virtuto proficiebat, quod vicinorum
door het kwaad achteruitging, en in kracht toenam, wat de woede van de naaste
philosophorum rabiem denuo excitavit, a quibus saepius
filosofen opnieuw heeft geprikkeld, door welke ik vaker
exagitatus iterum atq[ue] iterum emigrare compulsus fui
ben opgejaagd en opnieuw en opnieuw gedwongen ben geweesst te emigreren
donec tandem favore senatus consulti de die 6ta florent
tot ik tenslotte op dag zes floreal van jaar 10 [26 april 1802]de senaat heb geraadpleegd
anni x., reversus sum, atq[ue] paulo post Bruxellas pro-
ben teruggekeerd, en korte tijd later ben ik naar Brussel
fectus sum, ad ibi praestanda requisita; ut e catalogo emi-
verdergekomen, om daar het verzoek in te dienen, om uit de lijst van ge-
gratorum delerer; quae omnia praestiti 22. prairialis
emigreerden verwijderd te worden, hetgeen is ingewilligd de 22 van de volgende
sequentis, et consequenter finalis radiatio seu deletio ex
prairial [11 juni 1802], en vervolgens uiteindelijk is mij een wissen of verwijdering uit
fatali illo catalogo Parisiis mihi concessa est 17. mensis
die noodlottige lijst van Parijs toegestaan op 17 van de maand
ventosi, anni 11. atque in possessionem bonorum
ventose van het jaar 11 [8 maart 1803] en ik ben in het bezit van mijn
meorum /: propiorum :/ immissus sum die 1ma mensis
goederen / eigendommen/ gesteld op de 1e dag van de maand
germinalis ejusdem anni 11. manentibus semper bonis
germinal van het jaar 11 [22 maart 1803], waarbij nog altijd de pastorale
pastoratus eorumq[ue] redditibus in manibus administratorum
goederen, aan hun overgegeven, in de handen van de burgerlijke
civilium.
administratie zijn gebleven.