[los vel bij blz. 251:]
op heden den 27 xber 1722 heefft Jenneken Janssen
de huijsvr(ouw)e van Hend: Hermans richterbode tot Ble-
rick besloten overgebrocht de stucken ald(ae)r gevloten
in saecke van Urb: Tuteler des t'oirconde Gelder
dato ut supra, J:A: Eckers
[blz. 251]
gedingh gehouden de 25
februarij 1723
den procureur Heijnen van wegens
Ja(co)bus Verbeck selver alhier in
persoone praesent synde, seght
hoe dat den voors. Verbeck op he-
den is worden voor recht gedaeght
door den h(ee)r scholtis deser heerlick-
heijt, ende sulx over eenen voor-
val, die alhier onder de jurisdictie
deser heerlickheijt niet en is ge-
schiet maer wel elders ende
alsoo den heere scholtis voors: daer
over praetendert amende, ende
overmits den voors: h(ee)r scholtis op-
heden niet en heeft overgegeven
sijnen eijsch ende conclusie
ende selve uijtblijft soo versoeckt
den ged(aegh)de dat hij sal worden
geabsolvert van de instantie
ende dat den h(ee)r scholtis om sijne
aenspraecke niet te hebben over
gegeven sal worden gecondem-
[blz. 252]
nert in alle schaden ende onkosten
ingevolgh de landtrechten pag: 300
no 1.
den h(ee)r scholtis
nomine officij
cleger
tegens Jacobus
Verbeck soo
voor hem selve
als syne tegen
wordige huijs-
vrouwe Maria
Blom gedaghden
Mooren van wegens den h(ee)r
cleger
geeft aen een eersaem gerichte
te kennen dat den ge(dagh)de met sijne
huijsvrouwe Maria Blom voor
ende al eer naer constitutie van
de heijlige kercke getrouwd is
gewest vleeschelick heef gecon-
versert soo verre dat de selve
beswangert is gewest voor het
selve houwelijck daer door
verbeurt synde ten regarde
van jeder de summa van
ses guldens b(ra)b(ants) ten profyte van
den heere ingevolgh der
landtrechten pag: 366 art: 11
doch den heere cleger daer
uijt voor hem competerende
[blz. 253]
eenen golt gulden, aenbelangen-
de het aendeel der heeren deser
heerlickheijt vrije laetende te
doen pro ut consilij, den h(ee)r
cleger den ged(agh)de hebbende doen
aenmanen tot betalinge van
het voors: syns heere clegers aen-
deel in de selve geincurerde amen-
de is het oock soo verre gewest
dat den ged(agh)de daer over met den
heere cleger was geconveniert
voor eenen patakon tot lijcop [= handgeld]
van dijen gegeven hebbende
eene halve kanne wijn ende
twee kannen bier echter als
nu schynende deselve conven-
tie niet te willen houden
dan by naerder aenmaninge
heeft verwijgert te voldoen
is den heere cleger genoot
saeckt middelen van rechten
te gebruijcken ende den ged(agh)den
[blz. 254]
voor desen eersamen gerichte te
doen verdaghvaerden als geschiet
gelyck den gerichts bode mon-
delingh in judicio heeft gere-
latert, ende oock blijck uijt des
selfs comparitie overmits welcke
ende meer andere redenen etc:
soo concludert ende contendert
den heere cleger ten eijnde
den ged(agh)de sal worden gecon-
demnert den goltgulden hem
h(ee)r cleger uijt de voors: gein-
currerde amende competerende
/: in val de hier voor ge-
melde conventie niet en moch-
te wille houden, :/ ende in
val van het houden van de
selve conventie den verac-
corderden patakon, op te
leggen ende te betaelen
met condemnatie in de kosten
[blz. 255]
vel alias etc:, het hier voor
bij parthije primatur gedicterde, vermits
het in dienen deser tempore
habili voor soo veele bij in-
pertinentie ende ongefundert-
heijt verwerpende.
Heijnen van wegen den ged(agh)de
gevisitert hebbende de boven-
staende verbale aenspraecke
seght daer tegens protestando et
implorando uti mores en stili,
dat de ged(agh)de de vleeschelicke
conversatie niet en hebben ge-
daen onder de jurisdictie deser
heerlickheijt, dat oock den ged(agh)de
ten dijen tijde onder de juris-
dictie niet en hebben gewoont
ofte gedomiciliert dat oock daer-
omme niet en sijn geincurrert
in de amende van den h(ee)r scholtis
[blz. 256]
alhier overmits den ged(agh)den doen
der tijdt heeft gewoont in den
landen van Cleve ende dessens
huijsvrouwe tot Venlo, dat
oock de heeren deser heerlick-
heijt verstaen hebbende desen
cas niet en hebben willen voor-
deren amende daer toe sij geen
recht en hebben, soo veel te
minder kan den h(ee)r scholtis
voorderen amende ubi non est
locus delicti dat is daer ter
plaetse het feijt niet en is ge-
schiet, rakende nu het gedicterde
door den gedaghden gedaen het
selve en rackt desen cas niet,
ende is geschiet naer dat de
twelf uren geslagen sijn
[blz. 257]
gewest de meer reste van
het bovenstaende gedicterde
geen special rencontre noo-
digh hebbende, voor behoudens
dat den gedaghden wel expre-
sselyck ontkent te hebben in
gegaen eene conventie ofte
accordt door parthije advers hier
boven aengetrocken, de meer
reste van het geschr: gedicterde
per g(e)n(e)ralia debatterende
concludert ende contendert
den ged(agh)den ten eijnde den
h(ee)r scholtis sal worden verclaert
in sijnen gedaenen eysch ende
conclusie niet gefundert nochte
ontfanckbaer met condemnatie
in de kosten deser.
[blz. 258]
Mooren van wegens den h(ee)r
cleger gevisitert hebbende de
voorenstaende verbale antwordt
van parthije acceptert voor eerst
daer uijt in vim judicialis et
irrevocabilis confessionis dat
parthije de vleeschelijcke con-
versatie in quaestie moet be-
kennen voor het aengaen
van het houwelijck dijen
volgens daer door geincurrert
sijn de amende by de landt
rechten daer toe gecominert,
alhier gevordert voor soo veele
den h(ee)r cleger daer uijt compe-
tert, parthije geensints excu-
serende alwaer soodanige
vleeschelijcke conversatie
mach sijn begaen waer
over de landtrechten geene
[blz. 259]
de minste verscheydentheijt en
maecken generalijck statueren-
de: soo een ongehylickt man
een ongehijlickde vrouw persoon
beswengerde etc: welcke
poenen daer bij heylsamelijck
sijn gecominert tot civilen
bedwanck der observantie van
de goddelycke wette ende des
te meerder een afkeer van
de ongeorlofde vleeschelijcke
begerten van persoonen die
om sulcken begaene delicten
moeten gestraft worden alwaer
de gedelinquert hebbende
persoonen worden bevonden
van de plaetse alwaer die
worden begaen, behalven
de voors: landtrechten oock
bij de gemeijnde rechten int
minste geen verschil ofte
[blz. 260]
differentie gemackt wordende,
quia delicta personalia sequun-
tur personam delinquentem
et puniuntur ubi personae
inveniuntur dat is dat persone-
le delicten volgen de misbruijc-
kende persoonen ende bestraft
worden alwaer soodane per-
soonen worden bevonden gelijck
als nu alhier, het welck immers
oock gemeis is aen welge-
gronde redenen, de goddelycke
geboden der gelijcke vleesche-
lijcke conversatie verbiedende,
de landtrechten daer toe statue-
rende de amende oversulx
immers naer de redelickheijt
iverandts [= ergens] moeten worden
gebout, respective ende
civilijcke bestraft want an-
[blz. 261]
dersints onbestraft souden blijven
het welck naer rechten niet
en moet getollerert worden
ergo ter plaetse alwaer de
persoonen van soodanige
feijten noch naer landtrechten
bestraft sijnde worden bevonden
dus de gedaghde alhier
door den richter van de plat-
se als nu hier hun domicilij
hebbende aenbelangende
partijens gedicterde dat de
heeren deser heerlickheijt
geene amende voor hun
en mogen willen vorderen,
si praeces veritate nitantur
ofte wel mogen hebben
geremittert, soo en kan
sulx echter aen den h(ee)r
cleger voor sijn aendeel
[blz. 262]
in soodanige amende int het
minste niet praejudicieren
ende geleth den h(ee)r siet de
calumnieuse ontkentenissie
van partije ten regarde van
het over een komen der ame-
nde hier voor in desersijts
aengetrocken /: het welck den
h(ee)r cleger nochtans des noodigh
met eijde kan ende soude
affirmeren :/ soo is dat den
h(ee)r cleger dan voor soo veele
impendert sijne hier voor
genomene conclusie ten
vollen tot betalinge van
den daer bij gevorderden
ducaton ofte goltgulden,
daer mede het voorenstaende
gedicterde van parthije ge-
[blz. 263]
noeghsam gestraft houdende
ende voor der meer reste
bij ontkennen inpertinentie
ende andere g(e)n(era)lia verwer-
pende persistert cum expensis.
Heinen van wegens den gedaghden
seght tegens het bovenstaende
prolix verbal, dat de landtrec-
hten ex adverso gecitert de-
sen onderworpen cas niet en
raecken, om dat de voors:
landtrechten niet verder plaetse
en grijpen als in dit overquar-
tier van Gelderlandt, maer
niet in den lande van Cleve,
dat oock dese saecke ten
regarde van de vleeschelijcke
converatie niet staen tot
amende, ter oorsaecke dat
de selve conversatie geschiet
[blz. 264]
is buijtens lande ende buijten
dese jurisdictie dat nu de
gemeyne rechten door par-
thije advers aengetrocken
alhier niet en sijn appli-
cabel, om dat de selve sprec-
ken, dat moordenaers, dieven
ende strate schenders konnen
gestraft worden alwaer men
de selve vint, maer geen
eerlijck man die onder dese
jurisdictie niet en heeft
gepexert, het welcke par-
thije advers in haere boven-
staende gedicterde selver
heeft moeten bekennen
quod acceptatur in vim judici-
alis et irrevocabilis confessio-
nis, ende dat den h(ee)r scholtis
[blz. 265]
niet en kan worden geadmit-
tert tot den eijde door hem
geofferert, als sijnde in pro-
pria causa suspect de meer
reste van het bovenstaende
gedicterde van parthije per
g(e)n(era)lia debatterende persis-
tert den gedaghden
als boven cum expensis.
Mooren van wegens den
heere cleger seght dat den
selven niet en kan noch
en behoeft te ondersoecken
ofte de conversatie in quaes-
tie, alhier, tot Venlo ofte
elders mogen sijn begaen
genoech synde dat de gedaghde
daer van onbestraft alhier
tegenwoordigh worden
bevonden selfs domicilie
als nu hebbende, dijent
[blz. 266]
volgens onwedersprekelijck
de landtrechten platse
hebben de welcke betreffen
dit overquartier ende alle
die gene die daerinne word-
en bevonden daeromme
het naerder gedicterde van
parthije bij frivolheijt ver-
werpende ende daer tegens
priora repeterende persistert
den h(ee)r cleger nochmael als
voor cum expensis.
Heinen van wegens den gedagh-
den seght dat het bovenstaen-
de gedicterde is van geene
substantie ende dat de landt-
rechten spreken van luijdens
die alhier te lande civilijck
gepexert hebben, maer niet
[blz. 267]
buijtens landts ende nochmals
accepterende dat partije advers
moet bekennen, dat de vleesc-
helijck conversatie geschiet
is buijten dese jurisdictie ende
vervolgentlijck niet amendabel
de meer rest per g(e)n(era)lia
debatterende persistert noch
mals cum expensis.
Mooren priora repeterende
persistert des gelijx.
T gericht gesien het wedersijts
gedicterde van den scholtis
alhier cleger, ende Jacobus
Verbeck gedaghden, verclaert
naer haer beste kennisse en
wetenschap den cleger in sijne
gepraetenderde amende onge-
fundert ende onberechtight te
sijn vermits den voors: cleger
[blz. 268]
in sijn dictamina aen desen
gerichte niet en heeft genoti-
ficert nochte bewesen den
gedaghden alhier binnen dese
jurisdictie iets misbruijcke-
lijckx gedaen te hebben
condemnert den cleger in de
kosten ten desen geresen.
actum Blerick in judicio
den 15 februarij 1723
Ter ord(onnan)tie van desen
gerichte
Franc: van der Vichte s(e)cr(eta)ris
[blz. 269]
gedingh gehouden den 15 meert 1723
den secretar(is)
van Baerle
ende
Gerardus Bor-
waeter q:q:
arrestanten
ende
clegeren
tegens
Derick
Cleophas
gearresterde
ende
ged(agh)den
de arrestanten en(de) clegeren repe-
teren hunnen eysch, ten prothocoll(e)
van den 1 junij lestleden gedictert
ende doceren van het behoorlijck
vervolgh van den gedaenen arrest
relaes tot den arrest prothocolle
versoecken dat het op aldaer ver-
sochte namptissement magh worden
gedisponert ingevolgh landtrecht
pag: 315 art: 8 salvo nochtans
cortinge van de betalinge daer
naer, daer op gedaen of het ghene
tot betalinge behoorde te dienen
idq: cum exp: et interesse a temp:
morae vel saltem litis motae
T gericht gesien ende geexaminert het dictamen
van wegens den secret: van Baerle ende Gerard:
Borwaeter houdt het selve in bedencken tot
den naesten, te verificeren naer
behooren mitsgaeders copije autentijcqu:
uijt arrest protocoll van gedaene arrest
en vervolgh des selfs act: Blerick in judicio den
15 martij 1723
Ter ord(onnan)tie van de selve
Franc: van der Vichte s(e)cr(eta)ris
[blz. 270:]
geding gehouden den 5 april 1723
den secretaris
van Baerll
ende Gerar-
dus Borwae-
ter q:q:
arrestanten
ende clegeren
tegens
Derick Cleophas
gearresterde
ende gedaghde
de arrestanten ende clegeren in
voldoeninge van den decrete den
voorigen gerichts dagh gegeven
exhiberen, alhier copyen auten-
ticque uijt den arrest prothocoll
waerbij constert van den gedae-
nen arrest ende behoorlyck vervol-
gh van dijen versoecken dat
immers als nu op den eijsch
ten prothocolle van den eersten
julij lestleden gedicterd, mach worden
gedisponert idque cum expensis
Mathis Houbar
cleger tegens
de weduwe
Laurents Coop-
mans
Heinen van wegen den cleger
seght dan den selven commissie
gegeven hebbende aen sekeren
Janus Hillen om thien ad vijfthien
malder mergel te vercoopen in
naeme van den voors: cleger, waer
van nochtans niet pars fallitur
[blz. 271:]
acht malder vercocht sijn, welcken
mergel de voors: wed(u)we Laurens
Coopmans aengekoght heeft, maer
niet willende betaelen, op præ-
text dat den voors: Janus haer
ietwas soude schuldigh sijn,
ende gemerckt de voors: gedaeghde
in desen aengenomen hebbende
den voors: mergel aen Mathis
Houbar te betaelen in præsentie
van den h(ee)r scholtis deser heerlick-
heijt ende anderen et cum debita
cum debitis non possunt compensari
dat is te seggen dat de eene schult
met de andere niet en kan gedoodt
worden syne autore prætore dat
is te seggen sonder heer ofte gerichte
te kennen, ende alsoo desen Janus
alleenlijck geagert heeft in commissie
door ordre van den cleger welcken
cleger niet een deute schuldigh is
aen de wed(u)we Laurents Coopmans
[blz. 272:]
gedaeghde in desen, dat oock den
voors: cleger met de schult van
Janus niet te doen en heeft,
overmits welcke ende meer ander
redenen middelen ende motive etc.
soo concludert ende contendert
den cleger ten eijnde de gedagh-
de sal worden belast en(de) soo
noodigh gecomdemnert aenden
cleger op te liggen ende te be-
taelen de voors: acht malder
mergel monterende ter summe
van twelf schellingen errore
calculi semper salvo met
condemnatie in de costen deser
hier toe behoorlijck gecitert sijnde
parthie advers gelijck den bode
van desen e:e: gerichte monde-
lingh sal relateren oock volgens
comparitie van parthije selfs hier
in judicio gecomparert en præ-
sent sijnde
[blz. 273:]
Aldegonde Raijmaeckers wed(u)we
Laurens Coopmans voor recht verschij-
nende tegens Mathij Houbar cleger
seght dat sij niet en weet heller
of penninck aen hem schuldigh te sijn ten zy dat sij
den mergel niet van den cleger maer
van Janus Hillen gekoght heeft ten
zy dat sij den mergel voort huijs van
Janus in bij wesen van sijne vrouw
en soon heeft opgemeten ten 4
dat sij Janus noijt
schult geweijgert heeft maer altoos
op onderlinge afrekeninge gevordert
aengesien Aldegonde tot sijne last
meer volgens haer boeck te prætenderen
heeft als den mergel sich importert
en den selven mergel van Janus
Hillen selfs gekocht te hebben in
præsentie van den heere capellaen,
Wulm Welles, Helena Jansen
Heinen van wegens Mathis Houbar
heeft en versoeckt van dese bovenstaende
[blz. 274:]
dictamen copije en uijtstel tot den
naesten
t gericht alles gesien het ghene
is gevloten in saecken van den secre-
taris van Baerll ende Gerardus Bor-
waeter arrestanten ende clegeren
tegen Derick Cleophas gearresterde
ende gedaghden, verclaert en(de)
belast dat den gearresterden en(de) ged(aegh)den
aen de clegeren de summe en
prætensie volgens den eijsch van
den 1ten junij lestleden door de
clegers ten prothocolle gedaen,
sal opleggen en(de) betaelen salvo
nochtans dat alle het ghene den
gearr(e)st(eer)de en(de) ged(aegh)de daer op mochte hebben
betaelt, hem sal dienen tot cortinge
van de selve en bij manq(e)ment van
betalinge wordt de clegers toegelae-
ten haer guarande te soecken op det
gear(re)s(teer)de drij vierdendeelen van de wint
molen den voors: gearresterde ende
[blz. 275:]
ged(aegh)de toebehoorende met condemnatie
in de costen ten desen geresen act:
Blerick in judicio den 5 april
1723
ter ord(inan)tie van den selve
Franc: van der Vichte s(e)cr(etar)is
t gericht gesien de specificatie
van den procureur Heinen van gedaene
debvoiren in saecke van Jacobus Verbeck
tegens den h(ee)r scholtis cleger taxert
en moderert de selve op vijf gulden
acht stuver b(ra)b(ants) behalven het raport
gelt ad vijf gulden twee stuver b(ra)b(ants)
ende alnoch voor het registreren van
dese acte van taxe en twee dobbelen
daer van te maecken thien stuver
b(ra)b(ants) act: Blerick in judicio den 5
april 1723
ter ord(inan)tie van de selve
Franc: van der Vichte s(e)cr(eta)is
[blz. 276:]
t gericht gesien het versoeck en
gedicterde van den procureur
Heinen in naeme van Mathis
Houbar verleent aen den selven
copije van het voorenstaende gedic-
terde van de wed(u)we Lins Coopmans
en uijtstel tot den naesten act:
Blerick in judicio den 5 april
1723
ter ord(inan)tie van de selve
Franc: van der Vichte s(e)cr(etar)is
gedingh gehouden den 19 april 1723
Mathis
Houbar
cleger
tegens Alde-
gonde Raijmae-
kers wed(u)we
Laurens Coop-
mans ged(agh)de
den procureur Heijnen van wegens
den cleger copije genoten hebben-
de van het verbal lestleden ge-
richts dagh door parthije advers
gedictert en(de) het selve gevisitert
hebbende seght daer tegene, dat
Janus Hillen den mergel, soo
verkocht is aen de gedaghde niet
[blz. 277:]
en is toekomende ofte den sijnen
gewest is, maer den cleger
heer ende meester is van den
voors: mergel, ende dat den
voors: janus alleen in commissie
gewest is van den cleger, ende
als wanneer den voors: Janus
den mergel soude verkoopen
als commissie hebbende wie
voors: soo heeft hij den voors:
cleger sijnde heer ende meester
van den gemelten mergel
laten roepen, niet op hem
nemende soo dat den gemelten
cleger den voors: mergel ver-
kocht heeft op den voet wie
voors: aen de ged(agh)de, en(de) den voors:
cleger met de schult van Janus
niet te doen en heeft, ende
in cas de ged(agh)de eenige pretentie
heeft tot laste van den voors:
Janus kan de selve instellen
[blz. 278:]
tegens den selven bij eene
separate actie, dat ookck om
alle cavallatie voor te komen
den h(ee)r scholtis deser heerlickheijt
kan worden verhoort, of niet
waer dat de ged(agh)de geseijt heeft
dat sij Mathis Houbar wilde be-
taelen den aengekoghden mergel,
dat oock de gedaghde den mergel
heeft laeten meten door haer
eygene autoriteijt, sonder den
gesworen meter, waer tegens is
worden informa geprotestert,
welcken ordinairen meter synde
alhier gerichts bode van desen
eers: gerichte ex officio kan
worden verhoort et posito sed
non concesso dat den cleger ofte
iemant anders ietwas schuldigh
waere het ghene rakende
[blz. 279:]
den cleger niet en is, soo kan ess
en wel niemant sigh selver niet
betaelen ingevolgh de landtrechten
pag: 268 art: 16, andersints en
waer er geen justitie nochte
gerichte van nooden de meer
reste van het gedicterde van
parthije lestleden gerichts dagh
gedaen per g(e)n(er)alia debatterende
en(de) daer tegens priora repeteren-
de persistert cum expensis
de gedaghde in persoone compare-
rende geassistert by den procureur
Mooren ende gevisitert hebbende
de bovenstaende verbale replicque
seght daer tegens protestando et
implorando pro ut moris et stili
voor eerst dat de selve gedaghde
geensints en heeft gecontractert
met den cleger maer wel
met Bastianus Hillen van
[blz. 280:]
van den welcken sij den mergel
in quæstie heeft gekocht, den
welcken den selven heeft verloft,
eysch van den prijs gedaen, sij ged(agh)de
daer op geboden, ende alsoo met
den prijs, met den voors: Bastianus
over een gekomen sijnde, met den
selven aldus den koop is gemaeckt
ende den selven verkooper gevast,
ten uijtersten calumnieus het
voor geven van parthije dat den
voors: Bastianus den mergel in
quæstie in commissie souden hebben
verkocht, van soodanige prætense
commissie int het minste niet
en heeft geconstert nochte den
cleger in euwigheijt niet en
sal connen doceren waer
tegens immers directelijck
is liggende het gerichtelijck
[blz. 281:]
gedaene transport de dato
den 10 februarij lestleden
relas tot het overdraghs pro-
thocolle deser heerlickheijt
welck danige acten in confor-
miteijt der landtrechten
pag: 210 art: 4 van soodanige
cracht sijn dat daer tegens geen
bewijs met getuijge en magh
worden aengenomen als bree-
der bij de selve landtrechten uijt-
gedruckt, oock conform aen
de gemeyne rechten quod
contra scriptum, non scriptum
testimonium non admittatum
dat is dat tegens scriftelijcke
acten /: des te meer dan
gerichtelijcke :/ geen getuijgen
bewijs en wordt aengenomen,
bij welcke voors: acte den
[blz. 282:]
cleger immers claer en openbar
van calumnie is overtuijght
den welcken daerenboven sub
juramento calumniæ quod
hisce exigitur sub pœna
conffessie niet en sal derven
loochenen dat den voors: Basti-
anus /: het welck al wederomme
dient tot confirmatie van het
gerichtelijck voors: acte :/ de
ponte ende noch daer inne
wesenden mergel /: waer uijt
desen is gelost gewest :/ soo op
het comptoor als in de stadts
waege tot Venlo op sijnen
eijgen en(de) privëen naem
heeft claer gemaeckt, ge-
lijck in cas van calumnieus
ontkennen den rechten ge-
[blz. 283:]
noegh bewijselijck, gelyck oock
de ged(agh)de des noodigh den
rechten genoegh sijnde sal
bewysen, dat sij den mergel
in quæstie van den voors: Bastia-
nus heeft gekocht en(de) wegens
den prijs en koop met den
selven privative is over een
gekomen en(de) sulx in præsen-
tie voor den eerwerdigen heer
capellaen alhier, Willem
Welles ende Helena Jansen,
daeromme frivol sijnde het
prætense geobtruderde van
parthije, dat de ged(agh)de den
mergel in quæstie eygener
authoriteijt en(de) sonder inter-
ventie van den ordinaire
meter souden hebben laeten
afmeten, gelet sulck afme-
ten en livrantie [= aflevering] van den
mergel in quæstie is geschiet ter
præsentie met bijwesen respec-
tive en(de) mede toedoen van de
huijsvrouwe en(de) soon van den
voors: Bastianus Hillen son-
der eenige de minste inter-
ventie ofte toe doen van desen
prætensen cleger, de gedaghde
in juste ignorantie præten-
derende dat alhier eenen
gesworen of ordinairen meter
tegenwordigh soude in functie
wesen, ofte dat sulx alhier
officium formatum soude sijn
ende wat aengaet het gedicterde
van parthije, dat de gedaghde
haer selven niet en souden
mogen betaelen, sulx is al-
hier impertinent maer in-
dijen Bastianus Hillen /: met
[blz. 285:]
den welcken sij heeft gecontrac-
tert en(de) van den welcken privati-
ve sij den mergel heeft ge-
kocht :/ de couragie heeft haer
gedaghde tot betaelinge van den
selven mergel aen te soecken,
soo sal de selve ged(agh)de oock niet
manqueren te gebruijcken
de middelen haer bij de landt
rechten pag: 268 art: 16 toe-
gelaeten en in maniere daer
bij gepræschribert ende als dan
op den voet der selve schult
met schult bij compensatie,
of stellinge, opheffinge,
en(de) vergelijckinge naer rate
van schult tegens schult
voldoen, en(de) als dan verklaeren
naer het gerequirerde der
selve landt rechten schult
tegens schult stellen
[blz. 286:]
houdende hier mede het vooren
staende gedicterde van parthije
genoechsaem wederleght, voorts
het selve bij expres ontkennen
ongefundertheijt impertinentie,
ende als calumnieus voorgeven
verwerpe(n)de, concluderende
persistert de ged(agh)de ende susti-
nert dat den cleger in sijne
conclusie moet worden verclaert
niet gefundert nochte ontfanck-
baer met condemnatie in de
kosten aliasq: etc:
den procureur Heinen van
wegens den cleger seght tegens
het bovenstaende prolix en(de)
ge embroulliert gedicterde
van parthije dat de landt-
rechten ex adverto gecitert
[blz. 287:]
met het waege briefken der
stadt Venlo den cleger niet in
desen onderworpen cas niet
en sijn naerdeeligh en(de) in
desen cas niet en sijn applicabel
oock oder de ponte met sijn
toebehoor als in dijen tijde
in hebbende mergel alhier
geene quæstie en valt, om
dat den mergel soo de gedaghde
gekocht heeft van den cleger
wel vijf dagen ten minsten
uijt gelost is gewest eer dat
de voors: ponte aen Sebastianus
Hillen is worden getransportert
welcken mergel te lande gelegen
heeft en(de) toebehoort heeft
den cleger en(de) niet Bastian
Hillen dit is de oprechte
waerheijt, maer de meer reste
[blz. 288:]
van den voors: mergel en
tijde vant voors: transport
soo noch in de ponte gewest
is heeft toebehoort Bastianus
Hillen, dat oock den mergel
in quæstie door Bastian Hil-
len in commissie van den
cleger en(de) in dessens præsen-
tie verkocht en(de) den prijs
gemaeckt is worden, als heb-
bende den voors: cleger achthien
stuver willen hebben voor
het malder mergel en(de) den
coop gemaeckt is worden
voor sesthien stuver, en(de) ac-
cepterende in vim judicialis
et irrevocabilis confessionis
dat parthije selver heeft
[blz. 289:]
moeten bekennen voor den
h(ee)r scholtis deser heerlickheijt
dat sij wilde betaelen den
prijs van den voors: mergel
aen den cleger en(de) niet
aen Bastianus voors: welcke
h(ee)r scholtis onder eijde in
cas noodigh het ghene voors:
niet sal derven ontkennen
quod hisce exigitur soo noodig-
h, en(de) alsoo parthije advers
niet anders en soeckt als alder
hande uijtvluchten om dese
kleijne saecken op de groote
bane te brengen en(de) den
cleger met de schult van
Bastianus Hillen int minste
ofte geringhste niet te doen
en heeft vrije staende
[blz. 290:]
de ged(agh)de den selven Bastianus
aen te sprecken bij separate
actie geene de minste connexi-
teijt hebbende met dese de
meer reste van het gedicterde
van parthije bij expres ont-
kennen, impertinentie fri-
volliteijt en(de) andere g(e)n(er)alia
verwerpende en(de) daertegens
repeterende persistert noch-
maels cum expensis
Mooren van wegens de ged(agh)de
seght onwarachtigh te wesen
dat de selve gedaghde den mergel
in quæstie van den cleger soude
hebben gekocht, maer wel ende
alleen van Bastianus Hillen
gelijck de selve om voordere
mogelickheden van andere
[blz. 291:]
bewysen af te snijden offerert
met eyde te affirmeren sustine-
rende daer toe als gedaghde
en(de) om de cleijnigheijt van
saecken geadmittert te moeten
worden, en(de) parthije allegeren-
de dat den mergel aen de ge-
daghde gelevert aen landt souden
hebben gelegen /: wanneer den
selven aen landt mach sijn ge-
komen laet men daer :/ sulx
is te meer tot der selve eygener
confusie en(de) soo men souden
derven seggen, tot eclerusse-
ment dat parthije niet met
goede trouwe schijnt te willen
voorts gaen, want den mergel
waer van dije aen de gedaghde
is gelevert, heeft gelegen
aen het huijs jae voor de deure
van den meer gemelten
Bastianus, het welck dient
[blz. 292:]
tot eene vaste preuve dat den
selven mergel alreede is gewest
onder de hande, in de macht en
gewelt van den selven Basti-
anus, als hier uijt te meer-
der blijckt, dat naer dat der
mergel aen de gedaghde daer
van is afgelevert gewest,
de huijsvrouwe van Bastianus
het over rest van den selven
in huijs heeft laeten
brengen, de gedaghde in
different gewest sijnde van
waer den voors: Bastianus
den mergel aen haer heeft
gelevert ofte van de pont,
ofte van sijn huijs, door dijen
de gedaghde haeren knecht
gesonden hebbende met den
[blz. 293:]
selven Bastianus om den ver-
kochten mergel te ontfangen,
Bastianus ontrent aen den poel,
aen den knecht heeft geseght
dese formalia: ick sal de
vrouw van den mergel doen
die aen mijn huijs light,
dan en behoeven wij hem
van de pont niet te halen,
gelijck den selven knecht
oock met lieffelijcken eyde
sal affirmeren, het welck
immers in het minst geenen
smaeck en heeft van gecom-
mitterden te wesen waer
toe oock int minste
geene proeve en heeft ge-
bleken, jae oock geene præ-
sumptie en kan wesen, dat
eenen principaelen ter
selve plaetse, int selve
[blz. 294:]
dorp præsent wesende eenen
gecommitterden soude hebben,
waer toe het contrarie ten de-
sen al wederomme is te bevat-
ten, dat den voors: Bastianus
naer de levrantie van den
mergel, s avonts voor dat met
de ponte is afgevaren, ten
huijse van de gedaghde is ge-
komen oock alwederomme son-
der bij wesen van den præten-
sen cleger, ende oock sonder
van den selven mentie te
maecken, en(de) heeft betaelinge
van den mergel privative
gevraeght, waer op de gedagh-
de obtruderende compensatie
in dese termijnen dat in dijen
hij haer betaelde, sij hem oock
den mergel souden betaelen,
[blz. 295:]
het welck de gedaghde al wede-
romme offerert met eyde te
stercke den selven Bastianus
daer over al noch straten gerucht
gemaekt hebbende soodanigh
dat de wachte hem daer over
aengehaelt, en(de) sensibelijck
gecorrigert hebbende in het
huijs van den heere scholtis
naer dat hij den gedaghde
knecht per modum duelli
heeft uijt geheyscht gehadt,
en(de) desen Bastianus wel wetende
dat hij naer rechten /: aen de
gedaghde schuldigh synde :/ de
landtrechtelijcke ende recht-
matige compensatie niet en
konde ontvluchten, is daeromme
dese calumnieuse actie quasi
vero op den naeme van den
[blz. 296:]
cleger opgesocht puijr ende
alleen om de gedaghde daer
mede te fexeren, de welcke
wel uijtdruckelyck ontkent,
ende oock in der daet onwae-
rachtigh is dat sij oijt soude
hebben beloft den mergel in
quæstie te betaelen aen den
cleger met den welcken sij
niet en heeft gecontractert
nochte in desen en kent de
meer reste van parthijes
gedicterde bij express ontken-
nen en(de) frivolheijt verwerpen-
de en(de) priora repeterende
persistert als vooren cum
expensis
Heijnen van wegen den cleger
seght dat het bovenstaende gedic-
terde niet anders en bestaet
[blz. 297:]
als in ijdele worden die van
parthije advers wel thien mael
sijn gerepetert en(de) dat de gedagh-
de tenemael suspect is in haer
geoffererden eijde als oock haer-
en knecht ende meijt ende
accepterende wederom dat parthije
tegens de vremde getuijgen als
synde den h(ee)r scholtis, dessens
huijsvrouwe den gerichts bode
die bereijt sijn ten allen
tijde soo noodigh onder eyde
affirmeren dat de gedaghde
aen genomen heeft den cle-
ger den mergel te betaelen
en(de) niet aen Sebastianus
Hillen die in commissie als
facteur van den cleger is
gewest sulx constert hier uijt
[blz. 298:]
dan den voors: Bastianus den
cleger heeft laeten roepen en(de)
den voors: cleger den coop ge-
maeckt heeft van den mergel
wie voorseijt is accepterende
wederom dat parthije advers
selver moet bekennen dat
den mergel voors: ten tijde
van transport niet en is
gewest in de ponte maer
wel te lande het welck
over een komt met het
annotitie boeck alhier gere-
produceert van den cleger het
welck den selven bereyt is
met eijde te bevestigen en(de)
gemerckt den voors: mergel
al uijt de voors: ponte den
5 februarij seventhien hon-
[blz. 299:]
dert 23 is gelost gewest
ende te lande gelegen en(de)
het transport den thiende
februarij geschiet is van
welcken mergel te lande
gelegen hebbende de gedaghde
heeft gekocht van den cleger
ende dat oock den cleger
met de schult van Bastianus
voors: niet te doen en heeft,
de meer reste van het boven
staende gedicterde bestaende
in vocibus et verbis geen
special rencontre noodigh
hebbende per g(e)n(er)alia debat-
terende en(de) daer tegens priora
repeterende persistert noch-
maels cum expens: versoec-
kende recht en justitie
[blz. 300]
Mooren van wegens de ged(agh)de
seght nochmaals onwaerachtigh
te wesen dat de selve den
mergel in quæstie van den
cleger souden hebben gekocht
welcken aengaende een ers:
gerichte sal gelieven te re-
reflecteren par hijens
contradictie in haer eygene
worden, van den eenen
kant allegerende, Bastianus
Hillen den mergel in comm-
issie te hebben verkocht, en(de)
van den anderen kant, dat
hij cleger den mergel
aen de gedaghde souden
hebben verkocht soo dat