Arcen aantekeningen 1692-1745 over natuur rampen, hoge maas en een brand
[FS afb. 6:]
1692
den 18d(en) 7ber snaermiddaghs om-
halfe 3 uijren, wass er een groo-
te aertbevinge alhier.
1703
den 8d(en) december smorgens om
acht uijren begon een schromel[..]
ken stromwindt, duijrd(en) tot bij
den elven, dede eenen groot(en) schade
aen kerck(en) en huijser en op de zee
1712
den 17 7ber ontrent, d(en) middaegh
ontstonter eenen grousamen [= gruwzaam, gruwelijk] vehemen-
ten [= hevige] windt, waer door groten schaede ge-
schiede aen kercken, huyser, schuijren,
bomen die midden door gebrocken oft
gansch omvar gewayt. duijrde een
paer uyren.
1717
den eersten 7ber was eenen seer vehe-
menten windt met groot(en) schade aan
dacken glaesen en appelen en peeren [..]
gansch oft, aen de hop ock groot(en) sch[ade]
soo dat erg [....] hop hofstede 3 blameser [= een oude munt]
en 2 schillen
1720
den 22 april naer 12 uijren den nachts
onstont alhier eenen brandt in de schuijr
en stallinge van Nicolaus Voght en wier
soo vehement [= was zo gruwelijk], dat in corten tijdt affbrands
43 huijser en stallingen 26 schuijren [....]
schoppen.
1720
den 17 xber wass er in de nacht een
alderstercksten windt, die grooten schaden
verorsaeckten op de zee en op ‘t landt
aen kercken en huijsen
1740
in festo s. Thomæ [= 21 december] is de mass [= Maas] seer
groot gewest, en heft gestaen
op de oberste traap van desen hoff
waer door de winter vruchten qam te
verdorven in den velden
1745 den 5dem junij is hier gewesen
een grawsamen hagelslag, door
welcken de vruchten [.....]