[deel vertaalde fragmenten spreken voor zichzelf. Er is een brand ontstaan bij Theodorus Nabben in Maashees waarbij
een ton kruit zorgde voor een grote ontploffing. Daarbij zijn enkele doden gevallen maar ook veel schade ontstaan.]
[gevonden bij Geijsteren 1719 dopen – FS afb. 50/51:]
decima quarta julij 1719 contigit in Maesaes [= Maashees] a
14 juli 1719 vond in Maashees in
parte meridionali tam horrendum incendium ita ut
het zuidelijk deel een zo vreselijke brand plaats dat
quatuordecim adificia spatio mediæ horæ poenitus in cineres
14 gebouwen in een half uur tijd in vlammen zijn
fuerint redacta exortum fuit circa in domo
opgegaan. De brand is ontstaan in het huis
Theodori Nabben medio duodecima ante meridiem in cuius
van Theodorus Nabben rond half 12 voor de middag. In dat
domo latebat tonna pulveris quam vendebant pridem
huis bevond zich een ton kruit voor de verkoop
et simulatq(ue) ignis ad hunc peruenit, audiebat sonus tam
en gelijk dat het vuur erbij kwam, hoorde zij een geluid zo
horribilis ut terra omnibus tremare videret sed laudes sint
vreselijk dat alle grond leek te beven maar God zij geloofd
deo nemo hominum mansit nisi una vetula nomine Beckers
dat niemand van de mensen er verbleef behalve een bejaarde genaamd Dirsken
Dirsken cui ceciderat tectum ignitum in corpus ad mortem
Beckers bij wie het brandende dak op het lichaam viel en die dodelijk
cremata fuit jam jacens munita extremis et uni judovo fracta
verbrand is
e tibia prope corpus et cum hominibus praeter proprium corpus
en met de mensen naast het eigen lichaam
aliud vise salvare tempus permiserit, ingentia bona
goederen
et pecora combusta fuerunt præcipue in domo Theodori
en geld verbrand zijn, speciaal in het huis van Theodorus
Nabben in qua domo ut egomet bene et destinet
Nabben in welk huis
vidi aurum et argentum ardoribus liquefactum in multa
heb ik goud en zilver gezien door de brand vloeibaar in vele
copia decurrentia, etiam die postero reinventa
soorten geld, maar de dag erna is goed terug
bene ad sedecim pondo et ultra et alia his prætiosiora
gevonden tot 16 pond en meer en andere waardevolle zaken
in dicta domo manserunt ita ut faemina dictarum æduim
waren in het genoemde huis zoals de vrouw van de genoemde huizen
nomine Neesken Nabben juncta in prima matrimonio cum Melchiore Aertz
genaamd Neesken Nabben verbonden in eerste huwelijk met Melchior Aertz
in primo instanti et domo adhuc flagranti mihi dixere
in eerste instantie en terwijl het huis nog brandde aan mij vertelde
se plus perdituram q(ua)m reliqui de Maesees et
dat zij meer heeft verloren dan de rest van Maeshees en
cum reliqui vicini p(er) hanc domum in ruinam veneria
omdat de overige buren door dit huis in een ruïne
dictus Theodorus Nabben pro suo posse ijsdem vicinis se..
de genoemde Theodorus Nabben
succurfurti spospondit hæc oia attestor ego sub scriptus qui huic
..isti tragadiæ interfui a primo instanti, fuerim inqua...
primus et novissimus ita ut pro parte vestem et calceos
omdat voor een deel kleding en schoenen
poenitus in hac occasione cobusterim q(uo)d attestor
bij deze gelegenheid zijn verbrand, wat ik verklaar,
Matthias Schuls pastor loci 1719 die ut supra
Matthias Schuls plaatselijk pastoor in 1719 dag als boven
anno decima sui pastoratus hæc contigeruat
in het tiende jaar van zijn pastoraat